Rode Passanten in 1917

 

Het was een zonnige dag in de zomer van het jaar 1917. De dag waarop de altijd stoïcijnse boer Fjodor Michailovitsj Vysotski op zijn knieën zijn moestuin aan het bewerken was. Met zijn eeltige rode handen trok hij onkruid rondom de rode bietenplantjes weg. Het water liep hem in de mond als hij dacht aan de overheerlijke borsjtsj, bietensoep, die zijn vrouw, Alexandra Ivanovna Vysotskaja, van de bieten zou bereiden. De enige andere ingrediënten die zijn vrouw verder nodig had om de borsjtsj compleet te maken bevonden zich vlak naast hem in de grond, uien, of liepen in de gedaante van een koe door de wei, rundvleesbouillon en zure room.

Fjodor Michailovitsj Vysotski en Alexandra Ivanovna Vysotskaja, spraken elkaar op z’n Russisch aan met de koosnaampjes Fedja en Sasja. Hoe liever je elkaar vond in Rusland, hoe kleiner de koosnaam werd. Ware liefde heeft weinig woorden nodig.

Fedja en Sasja woonden in Dolgoroeki, wat letterlijk “lange handen” betekent, een gehucht op ongeveer veertig werst afstand van het wat grotere dorp Blin, “Pannenkoek” in het Nederlands. De werst is een oude Russische lengtemaat uit tsaristische tijden. Een werst meet 1066,78 meter en is verdeeld in 500 sazjen of 1500 arsjin.

In Dolgoroeki woonden, naast de Vysotski’s, slechts twee gezinnen.  Fjodor Michailovitsj Vysotski en Alexandra Ivanovna Vysotskaja waren het enige kinderloze echtpaar.

Sasja was met een dorre schoot geboren, maar daar kwam zij pas achter toen ze een jaar of veertig was. Tot die tijd had ze altijd gedacht dat Fedja op een wonderbaarlijke wijze steeds haar eisprong miste als ze de liefde bedreven. Of hij dat expres deed wist ze niet, want daar had ze Fjodor Michailovitsj Vysotski nooit naar gevraagd. Seks was iets dat je deed in het verborgene. Je mocht er wel de lakens, maar geen woorden aan vuil maken.

Op het platteland van het immens uitgestrekte grondgebied van het Rusland van 1917 was er niemand die een krant las. Sterker nog, bijna negentig procent van de bevolking was analfabeet. Nieuws bereikte daarom slechts zeer langzaam en mondjesmaat de bevolking buiten de grote steden. Pas sinds een paar dagen hadden  Fjodor Michailovitsj Vysotski en Alexandra Ivanovna Vysotskaja van de buren, de familie Golovjov, gehoord dat tsaar Nicolaas II in februari was afgetreden als gevolg van een spontane volksopstand, die was ontstaan toen de voedseltekorten in de hoofdstad tot een explosieve en onhoudbare situatie hadden geleid. Fjodor Michailovitsj Vysotski en Alexandra Ivanovna Vysotskaja wisten wel dat Rusland deelnam aan de zijde van Groot-Brittannië en Frankrijk in de strijd tegen de keizerrijken Duitsland en Oostenrijk-Hongarije, maar die oorlog vond ver van hun bedstede plaats. Bovendien was Fjodor Michailovitsj Vysotski te oud om opgeroepen te worden voor militaire dienst. Omdat ook hun andere buren, de familie Koersk, slechts in het bezit waren van dochters en niet van zonen, die als kanonnenvlees voor de Duitsers konden dienen, leek de Grote Oorlog eerder fantasie dan werkelijkheid.

Het aftreden van tsaar Nicolaas II konden ze niet begrijpen en hadden Fjodor Michailovitsj Vysotski en Alexandra Ivanovna Vysotskaja nog niet verwerkt. Hoe had tsaar Nicolaas II af kunnen treden? God kon toch ook niet zo maar aftreden? Inmiddels was de macht in handen van de Voorlopige Regering onder leiding van Alexander Fjodorovitsj Kerenski, maar de Grote Oorlog ging door en veranderen deed er niets.

Fjodor Michailovitsj Vysotski was alleen, want Alexandra Ivanovna Vysotskaja was eieren bij de familie Koersk aan het halen, 141 sazjen verderop. Fjodor Michailovitsj Vysotski zong vrolijk een oud Russisch wijsje,

 

Я не люблю уверенности сытой,

Уж лучше пусть откажут тормоза!

Досадно мне, что слово “честь” забыто,

И что в чести наветы за глаза.

 

Ik heb een hekel aan dedain en arrogantie

En aan het lasterpraatjeslegioen

Aan dat het erewoord voorgoed lijkt uitgestorven

Ik heb nog liever dat de remmen het niet doen

 

toen hij aan de horizon, zo’n zes werst naar het noorden, twee stipjes zag verschijnen. Van deze afstand kon hij niet bepalen of het om wolven of mensen ging, daar waren de licht bewegende stipjes nog te ver voor weg. Al onkruid wiedend rond zijn rode bietenplantjes keek hij zo nu en dan op naar de steeds naderbij komende stipjes. Op een gegeven moment kwam hij tot de conclusie dat de stipjes wel twee mensen moesten zijn. Zo te zien waren het twee mannen. Zij droegen allebei een geweer over hun schouder en een kwartiermuts, sjapka,  op het hoofd. Toen de twee soldaten op zo’n 30 sazjen van hem verwijderd waren vielen hem ook de rode banden op die zij beiden om hun linkerbovenarm droegen. Met hun leren soldatenlaarzen vertrapten zij de bietenplantjes tot zij vlak voor hem stonden. Nu pas zag Fjodor Michailovitsj Vysotski dat er in het geel een hamer en een sikkel op de rode banden waren afgebeeld. Het waren bolsjewieken! Aanhangers van die kale oproerkraaier Lenin, die al het hele jaar voor opschudding zorgde in en om Pieter.

Ja, Fjodor Michailovitsj Vysotski wist wel dat de officiële naam van de hoofdstad Sint-Petersburg sinds 1914 Petrograd was, maar in de volksmond bleef het Pieter.

Wat bolsjewieken precies waren was Fjodor Michailovitsj Vysotski onduidelijk. Als hij het goed begrepen had van buurman Golovjov wilden zij dat al het privébezit werd afgeschaft en in handen zou komen van de staat. Alle uitbuiters, zoals grootgrondbezitters, fabriekseigenaren en tollenaars van eerst de tsaar en nu de Voorlopige Regering onder leiding van Alexander Fjodorovitsj Kerenski, zouden heropgevoed, het land uit verdreven of vermoord worden, zodat iedereen gelijk zou zijn en even rijk of arm was. Fjodor Michailovitsj Vysotski zou wel zien waar het schip strandde. Al had hij in zijn hele leven nog nooit een schip in het echt gezien, hij wist wel wat een schip was.

Fjodor Michailovitsj Vysotski stond langzaam op toen de linker van de twee soldaten het woord tot hem richtte.

‘Goedendag, tovaritsj, heb je iets te eten voor ons? Ik ben kameraad Krolik en dit is kameraad Troes, wees hij naar zijn buurman. We hebben al twee dagen niet gegeten en we barsten van de honger en stikken van de dorst. We moeten de laatste dagen wel zestig werst te voet hebben afgelegd.’

‘U mag mij gerust met u aanspreken en je kameraad ben ik niet. Ik heb maar twee kameraden. Dat zijn God en mijn vrouw Alexandra Ivanovna Vysotskaja. Mijn naam is Fjodor Michailovitsj Vysotski.’

Fjodor Michailovitsj Vysotski had zijn vrouw bijna Sasja tegen de soldaten willen noemen, maar had zichzelf nog net op tijd kunnen corrigeren.

De soldaat die er tot nog toe steeds zwijgend had bij gestaan barstte in luid lachen uit.

‘God is opium van het volk, kameraad. En de oude beleefdheidsvormen staan gelijkheid in de weg.’

‘Opium?,’ vroeg Fjodor Michailovitsj Vysotski verbaasd.

‘Een spook waart door Europa, het spook van het communisme!’ sprak de soldaat voort met consumptie. Eigenaardig gezien het feit dat hij volgens zijn ideologie tegen de consumptiemaatschappij zou moeten zijn.

‘Spook?,’ vroeg Fjodor Michailovitsj Vysotski nu nog verbaasder.

‘Proletariërs hebben niets te verliezen dan hun ketenen!,’ brulde de soldaat door. ‘Wij hebben een wereld te winnen!’

‘Proletariërs?,’ mompelde Fjodor Michailovitsj Vysotski, terwijl hij met de mouw van zijn boerenkiel het speeksel van zijn gezicht veegde. Hoe je dagen niet kon hebben gedronken en haast uitgedroogd moest zijn en toch zo veel vocht kon produceren was hem een raadsel.

Vanaf het moment dat zijn vrouw Sasja om de hoek van hun boerderijtje verscheen, met aan haar arm een mandje eieren, leken de gebeurtenissen zich met een enorme tempoversnelling te voltrekken.

Alexandra Ivanovna Vysotskaja keek verbaasd naar haar man Fedja en de kameraden Krolik en Troes. De gezichten van de twee kameraden begonnen te stralen toen ze Alexandra Ivanovna Vysotskaja en haar mandje eieren zagen.

‘Rauwe eieren!,’ riepen ze tegelijk en stormden op Alexandra Ivanovna Vysotskaja af. Ze grepen ruw elk een paar eieren uit het mandje van Alexandra Ivanovna Vysotskaja, propten die per twee in hun mond, kraakten, beten, prakten en smakten de eieren met hun bolsjewistische tanden en kiezen tot moes en probeerden daarna het eigeel en eiwit door te slikken, terwijl ze de resten van de eierschalen in het rond spuugden. Alexandra Ivanovna Vysotskaja had door de onstuimige aanval van de kameraden Krolik en Troes haar evenwicht verloren en viel achterover, dwars door de zijmuur van het boerderijtje.

‘De muur is gevallen!,’ riep Alexandra Ivanovna Vysotskaja geschrokken, terwijl ze huilend opstond en met haar geschaafde handen het gruis en stof van haar jurk klopte.

‘Wie aan Sasja komt, komt aan Fedja!,’ riep Fjodor Michailovitsj Vysotski en sprong woest op de rug van kameraad Krolik, bij wie het eigeel en eiwit nog in lange slierten van zijn kin droop.

Kameraad Troes greep naar zijn geweer en richtte de loop op de stoeiende Fjodor Michailovitsj Vysotski en zijn kameraad Krolik. Op dat moment sloeg  Alexandra Ivanovna Vysotskaja kameraad Troes met haar lege mandje op zijn sjapka. Het geweer van kameraad Troes ging af en een kogel trof kameraad Krolik precies tussen zijn ogen. Nu kameraad Krolik  in het bezit gekomen was van een derde oog zou men kunnen denken dat hij verlicht was, maar hij viel morsdood achterover tussen de rode bietenplantjes, Fjodor Michailovitsj Vysotski in zijn val meesleurend. Kameraad Troes draaide zich woest om naar Alexandra Ivanovna Vysotskaja.

‘Sasja!,’ riep Fjodor Michailovitsj Vysotski. Hij stond op zonder zijn kleding af te kloppen en pakte het geweer van de dode kameraad Krolik van de grond.

‘Fedja! Help! (‘Pomogitje!, pomogitje!’),’ riep Alexandra Ivanovna Vysotskaja toen ze in een worsteling met kameraad Troes verstrikt raakte.

‘Niets is gemakkelijker dan aan het christelijke ascetisme een socialistisch tintje te geven!,’ schreeuwde kameraad Troes, terwijl zijn rode knuisten zich om de keel van Alexandra Ivanovna Vysotskaja sloten. ‘Het christelijke socialisme is slechts het wijwater waarmee de priester de ergernis van de aristocraat inzegent!’

Toen het gezicht van Alexandra Ivanovna Vysotskaja langzaam purper begon te kleuren klonk er opnieuw luid een geweerschot. Het achterhoofd van kameraad Troes werd van zijn schedel gerukt en belandde met een boog tussen de rode bietplantjes. Zijn hersenen stroomden als havermoutpap tussen zijn schouderbladen omlaag. Kameraad Troes zakte op zijn knieën en viel op zijn zij.

De volgende dag bleek dat de andere families van het gehucht Dolgoroeki, de families Golovjov en Koersk, in de veronderstelling waren geweest dat het geluid van de twee geweerschoten veroorzaakt was door “onweer in de verte”. Fjodor Michailovitsj Vysotski en Alexandra Ivanovna Vysotskaja hoefden hun buren dus niets uit te leggen.

‘Is hij dood, Fedja?,’ vroeg Alexandra Ivanovna Vysotskaja haast fluisterend aan haar man, Fjodor Michailovitsj Vysotski. Haar handen hield ze verschrikt voor haar mond.

‘Een hond verdient een hondendood, Sasja,’ sprak Fjodor Michailovitsj Vysotski en wierp het geweer van de gedode kameraad Krolik van zich af.

‘Wat moeten we doen, Fedja?,’ snikte Alexandra Ivanovna Vysotskaja.

Fjodor Michailovitsj Vysotski stapte op zijn vrouw Alexandra Ivanovna Vysotskaja af en sloot haar in zijn armen, troostte haar en kuste haar.

‘Alles komt goed, Sasja,’ fluisterde Fedja en streelde haar rug.

Zijn oog viel op de grote composthoop, die in een hoek van zijn moestuintje opgesteld stond. Hij liet Alexandra Ivanovna Vysotskaja los en greep het lichaam van de dode kameraad Krolik bij de schouders.

‘Kom op, Sasja. Ik til hem bij de schouders en jij bij zijn enkels. We leggen die twee schoften onder de composthoop.’

Nadat ze kameraad Krolik naast de composthoop hadden gelegd gaven Fjodor Michailovitsj Vysotski en Alexandra Ivanovna Vysotskaja kameraad Troes dezelfde behandeling. Vervolgens pakte Fjodor Michailovitsj Vysotski de schop die naast de composthoop in de grond gestoken was en bedolf de lichamen van de twee bolsjewieken onder een dikke laag rot groenenafval.

En zo belandden de communisten op de vuilnishoop van de geschiedenis. Fedja en Sasja maakten die avond wel hun lakens, maar niet hun woorden vuil.

(Deze in 2015 geschreven dijenkletser is eerder verschenen op mijn site, maar gaat ter gelegenheid van 100 jaar Russische revolutie in de herhaling)

 

 

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s