Ik ben bekend. Je hebt over mij gelezen in de krant en mijn stem regelmatig gehoord op de radio. Je hebt mijn gezicht gezien op televisie en verkiezingsaffiches. Je praat over mij met je vrienden, familie, collega’s en kennissen. Waarschijnlijk heb je mijn Facebookpagina geliket, volg je mijn tweets, of leest de dagelijkse blog op mijn website. Ik schrijf wekelijks columns in onder meer de zaterdageditie van De Volkskrant, Libelle, Filosofie Magazine, AutoWeek, Kerk en Leven, Runner’s World, Intermediair en de Cosmopolitan. Je kunt me niet ontwijken.
Ik zeg niet hoe ik heet, maar mijn vrienden noemen me ‘Fruit’. Ik bekleed al een tijd een hoge positie binnen een grote progressieve partij in Nederland. Meer verklap ik niet over mezelf.
Op een zonnige lentedag zou ik in informele sfeer intern overleg hebben met de vrouwelijke partijvoorzitter van één van de kleinere linkse partijen die ons land kent. Op de agenda stonden de burgeroorlog in Syrië, en dan met name de barbaarse onthoofdingen van gijzelaars door de Islamitische Strijdkrachten, de schuldencrisis van Griekenland en de burgeroorlog in Oekraïne. Over deze zaken zouden namelijk die week kamerdebatten worden gehouden en het leek ons verstandig dat de linkse partijen aangaande bovengenoemde problematiek op één lijn zouden zitten.
Toen mevrouw X. de deur van haar enorme grachtenpand voor me opende, drong de geur van brandende marihuana de straat op. Ze was zwaar opgemaakt. Gekleed in een minirokje en een luchtig bloesje. Haar lange benen en stevige borsten kwamen goed voor de dag. Als ik niets anders aan mijn hoofd had gehad was ik misschien opgewonden geraakt. Maar dan nog. Ik val gewoon niet op mevrouw X. Haar neus is te groot. Haar stem is te luid. En ze is altijd zo dreinerig zelfverzekerd en feministisch. Van mannen moet ze werkelijk niets hebben.
Ze trok me snel naar binnen en sloot de deur. De mensen mochten eens denken dat ze aan de drugs was. In haar hand hield ze een glas sherry. Nadat ik mijn suède jack van Hugo Boss had opgehangen aan de kapstok in de hal betrad ik de woonkamer. Op de luxe leren bank in de woonkamer zat een mager meisje van een jaar of veertien geconcentreerd een boek van Hannah Ahrendt te lezen, “Men in Dark Times”. Een echte pageturner, al had het middelste gedeelte van haar boek naar mijn mening iets compacter gekund.
Het meisje was ook al zo sexy gekleed. Veel mooier dan mevrouw X. Af en toe nam ze een trekje van haar shagje (of zat zij ook al te blowen?).
‘Is dat je werkster?’, vroeg ik aan X.
‘Nee, man, dat is mijn dochter, Elsje.’
‘Dochter?,’ vroeg ik verbaasd. ‘Jij bent toch pas dertig, of zoiets?’
‘Ja, Elsje was een ongelukje, sindsdien ben ik een moeder. Haar vader ken ik niet.’
‘Wat leuk!,’ sprak ik verbaasd.
Op een enorm plasmascherm aan de wand boven de luxe leren bank was de afstudeervideo uit 1986 van de Zwitserse videokunstenares Pipilotti Rist “I’m Not The Girl Who Misses Much” te zien.
Elsje keek suffig op uit Hannah Ahrendt.
‘Wil je ook een borreltje, meneer Fruit?,’ vroeg Elsje. Ik keek haar moeder even onzeker aan, maar toen die me onverschillig toeknikte stemde ik in met het voorstel van Elsje.
‘Ja, lekker, doe maar, Elsje.’
Elsje schonk me een bel sherry in van heb ik jou daar in een bierglas. Ik nipte voorzichtig van het bruine goedje en ging samen met Elsje op de bank zitten. Elsje staarde me aandachtig aan.
Met het interne overleg in informele sfeer waren we snel klaar. We vonden de onthoofdingen van gijzelaars in Syrië allebei heel erg verwerpelijk en zouden in de komende debatten eisen dat de Nederlandse regering het geweld in Syrië ten strengste af zou wijzen. Ook zou er geld vrij gemaakt moeten worden voor noodhulp. Tenten en zo. Natuurlijk niet voor de mensen die al onthoofd waren. Die moesten bij elkaar geraapt worden, zodat ze thuis een fatsoenlijke begrafenis of crematie konden krijgen. De Grieken moesten snel hun schulden aan de Europese Unie terugbetalen, want anders zwaaide er wat voor de Grieken. De burgeroorlog in Oekraïne moest zo snel mogelijk worden beëindigd. Om de Russische steun aan de rebellen in Oost- Oekraïne te stoppen was een algehele boycot van Russisch kaviaar, afkomstig uit de bijna drooggevallen Kaspische Zee, het overwegen waard. Voor de zekerheid hadden we Elsje in de Grote Bosatlas op laten zoeken of de Kaspische Zee wel in Rusland lag. Dat bleek het geval te zijn. Het feit dat de Kaspische Zee ook werd omringd door Kazachstan, Turkmenistan, Iran en Azerbeidzjan leek ons geen probleem. Inwoners van die landen mochten vanwege hun geloof toch geen visseneieren eten.
Dat was dat. Tijdens het overleg dronken we alle drie stevig door.
Na dit zo succesvolle overleg bleven we gezellig doorkletsen. Elsje kwam op mijn schoot zitten. Ze gaf me af en toe een kus op mijn gezicht en speelde met mijn oren. Ik zag er geen enkel kwaad in. Net een oom met zijn nicht, of zoiets. Op een gegeven moment bracht mevrouw X. het gesprek op seks. Ze vond het zo jammer dat het tijdperk van de vrije liefde van haar grootouders in de jaren zestig voorbij was. Ik probeerde haar met opgetrokken wenkbrauwen en een kort knikje van mijn hoofd in de richting van Elsje duidelijk te maken dat we beter niet hier en nu over de vrije liefde konden praten. Mevrouw X. leek mijn gebaar in het geheel niet op te merken.
‘In die tijd ging je gewoon met iedereen naar bed die je leuk vond. Simone de Beauvoir heeft “De Tweede Sekse” indertijd toch niet voor niets geschreven? De ene dag ging je met de één, de volgende dag met de ander. Niemand was ooit jaloers,’ kwekte mevrouw X. vrolijk door. ‘Maar de laatste tientallen jaren schijnt dat niet meer te mogen kunnen. Als ik tegenwoordig iemand probeer te verleiden begint men zenuwachtig op horloges te kijken en worden mijn avances bot afgeslagen.’
‘Komt natuurlijk ook door de aids en zo,’ zei Elsje, die tot mijn verbazing geheel ingewijd bleek in de discussie rond de problematiek van de vrije liefde in een breder kader gezien. ‘Maar als je het met condoom doet is er natuurlijk niets aan de hand.’
‘Nee, natuurlijk niet,’ stotterde ik toen Elsje me wulps aankeek van tien centimeter afstand.
‘Nee, toch?,’ vroegen mevrouw X. en Elsje aan mij in koor.
‘Nee,’ zei ik nogmaals en kleurde tot achter mijn oren. Elsje draaide met haar kontje in mijn kruis.
‘Mam, in welk jaar is “De Tweede Sekse” ook al weer uitgegeven? In 1947 of in 1948?’
‘Who gives a fuck?, Elsje,’ sprak mevrouw X. geïrriteerd en maakte een wegwerpgebaar in de richting van haar dochter.
‘In 1949 natuurlijk,’ merkte ik op, om erbij te horen en indruk te maken. ‘Bij uitgeverij Gallimard in Parijs vanzelfsprekend. “Le Deuxième Sekse, Les Faits et les Mythes”, zoals de titel volledig in het Frans luidt, werd oorspronkelijk in twee delen uitgegeven. Het boek belandde in Frankrijk op de elfde plaats van de honderd beste Franse boeken van de twintigste eeuw.’
Mevrouw X. en Elsje keken mij aan alsof ik hen een oneerbaar voorstel had gedaan.
Zij tweeën konden niet weten dat ik al jaren helemaal niets meer aan seks had gedaan. Ik was ooit gedumpt door de vrouw van mijn dromen. Sindsdien taalde ik niet meer naar seks. Het warme strakke lijfje van Elsje deed me echter beseffen dat ik nog wel degelijk een man was.
‘Ik zou het bij voorbeeld helemaal geen punt vinden als Elsje en ik met dezelfde man naar bed zouden gaan,’ zei mevrouw X. dromerig voor zich uit kijkend. ‘Met jou bij voorbeeld.’
Ik verslikte me in mijn zevende bierglas sherry. Had ik het goed gehoord? Wilde mevrouw X. met mij de liefde bedrijven en had ze er dan geen bezwaar tegen dat ik het ook met haar dochter Elsje zou doen? Dit was toch wel al te frivool. Bovendien wilde ik het best met haar dochter doen, maar niet met mevrouw X. zelf. Compatibilistische theorieën over eerste en tweede orde verlangens schoten door mijn gedachten.
‘Ik zou best wel een nummertje willen maken met meneer Fruit,’ zei Elsje zwoel en stak haar tong in mijn oor. ‘Lekker op z’n hondjes of zo.’
‘Ik denk niet dat je moeder dat goed zou vinden, Elsje,’ sprak ik verstandig. Het zweet brak me uit.
‘Ik zei toch dat ik dat helemaal niet erg zou vinden. Je moet wel goed blijven luisteren hoor, Fruit. Maar het blijft natuurlijk een zuiver hypothetische kwestie, omdat jij niet het echte viriele type bent.’
Overmoedig geworden door de sherry, de wetenschap dat ik al zo lang geen seks bedreven had, het feit dat mijn mannelijkheid door mevrouw X. in serieuze twijfel getrokken werd, maar vooral mijn ontdekking dat ik nog wel degelijk door een overweldigende lust overvallen kon worden deden mij bijna uitschreeuwen dat ik wel wilde neuken. Nu en hier. Met Elsje.
‘Zou je het dan niet erg vinden als ik het met je dochter zou doen?,’ vroeg ik zo neutraal mogelijk aan mevrouw X.
Elsje kirde, draaide nog eens met haar kontje rond op mijn harde penis en fluisterde ‘ja, neuk me, Fruit’ in het oor.
‘Je moet beter luisteren, Fruit,’ zei mevrouw X., terwijl ze haar bloesje open knoopte. ‘Ik zou het niet erg vinden als Elsje en ik allebei met jou zouden vrijen. Nu bijvoorbeeld.’
‘Nu?,’ stotterde ik duizelig.
‘Ja, nu,’ zei mevrouw X., duwde Elsje van mijn schoot, die zich giechelend van haar kleding begon te ontdoen. ‘Maar je moet wel met mij beginnen en met mij eindigen. Elsje moet wel weten wie hier de baas in huis is.’
Dat had ik weer. Wilde ik eindelijk weer eens lekker neuken, moest ik het eerst met iemand doen waar ik helemaal geen zin in had. Maar het moest maar. Als ik zo Elsje kon krijgen.
Aan de muur hing een grote ingelijste foto van de Amerikaanse filosofe Martha Nussbaum, Ze leek mij spottend aan te kijken. De meisjesnaam van Martha Nussbaum is trouwens Craven en ondanks dat zij in de jaren zeventig maar tien jaar ongelukkig getrouwd is geweest met de linguïst en filoloog Alan Nussbaum heeft zij, om een voor mij onverklaarbare reden, altijd de achternaam van haar ex-man aangehouden. Sinds haar baanbrekende boek “Animal Rights: Current Debates and New Directions” uit 2004 heb ik nooit meer kipfilet gegeten.
Ik deed snel mijn schoenen uit. Mevrouw X. knoopte de gulp van mijn spijkerbroek open. Haar borsten zwaaiden met stijve tepels voor mijn gezicht. Om haar gunstig te stemmen likte ik even aan haar linkertepel. Ze grinnikte vals.
‘Kom op, Elsje,’ hijgde mevrouw X. en beide dames begonnen elk aan een pijp van mijn Gucci spijkerbroek te sjorren. En daar zat ik op de bank in mijn boxer short met stars and stripes motief van de Wibra.
‘Foei, een foute imperialistische onderbroek,’ zei mevrouw X., terwijl Elsje gretig naar mijn stijve lul klauwde.
‘Afblijven met je geile tengels,’ zei mevrouw X. tegen Elsje en rukte mijn boxer short van mijn kont. Zelf ontdeed ik mij van mijn Armani overhemd en Tommy Hilfiger t-shirt.
‘Ga op je rug liggen,’ commandeerde mevrouw X.
Ze duwde me ruw achterover op de bank. Mijn hoofd stootte hard tegen een gebonden werk van de 17e eeuwse vrouwelijke Mexicaanse neoplatoonse mystica Sor Juana Inez de la Cruz, “El Divino Narciso”. Als je tijd hebt, moet je dat echt eens lezen. Een echte aanrader. Meeslepend van het begin tot het eind. Vervolgens ging ze met haar rug naar me toe boven op me zitten. Met haar rechterhand duwde ze haar schaamlippen vaneen en stak mijn penis bij haar naar binnen. Ik kreunde van genot toen haar vochtige vagina over mijn pik begon te rijden en glijden. Wat had ik al die jaren veel gemist. Het drong niet eens tot me door dat het vreemd was dat mevrouw X. geen slipje gedragen had.
Waar was Elsje? Want hoewel de kut van mevrouw X. er wel mee doorging bleef ik mevrouw X. zelf een vrij lelijke troel vinden. Ik wilde Elsje. Met rode koontjes stond ze naar haar rijdende moeder te kijken die vloekend en met gesloten ogen op en neer ging (‘Godverdomme, wat lekker. Kut, wat geil’). Elsje kwam naar me toe. Ze ging met haar benen buiten boord op de leuning van de bank zitten. Haar natte kutje zweefde boven mijn van inspanning vertrokken gezicht.
‘Likken, eikel,’ hijgde ze en mijn tong stortte zich spartelend op het kutje waar het mij allemaal om begonnen was. Het geile kutje van Elsje smaakte naar de beste kwaliteit Hollandse nieuwe. Elsje begon met haar heupen kleine cirkeltjes draaiend op mijn hoofd te rijden. Ook Elsje vloekte van genot (Kut, wat lekker. Godverdomme, wat geil’). En zo ging het even voort. Ik liggend op de bank. Met twee rijdende kutjes op mijn van opwinding sidderende lijf. In een stationaire cadans. Een sekslocomotief.
Opeens werden Elsje en ik ruw gestoord in ons ritmische gesop. Mevrouw X. was opgestaan en had luid ‘varié!’ geroepen. Ze duwde Elsje van mijn gezicht af en ging zelf op mijn gezicht zitten. Elsje begon me te pijpen en stak een vinger in mijn anus. Wat deed ze het geweldig lekker. Plotseling sloeg ze me hard voor mijn linkerbil met “Value in Ethics and Economics” van Elizabeth Anderson. Ik herkende het omslag en dat rode hoofd van Anderson. Een hoofd alsof ze haar hele latere leven in de overgang was blijven hangen.
De grote natte dampende kut van mevrouw X. smaakte heel wat minder dan die van Elsje. Gadverdamme. Ongemotiveerd likte ik met ingehouden adem de zuur en zout smakende kut van mevrouw X. Bovendien was het onderstel van mevrouw X. veel zwaarder dan dat van mijn lieve geile kleine Elsje. Mevrouw X. ramde maar door met haar dikke paardenreet op mijn gezicht. Het deed zeer. Ze rook naar stront. Ik kon helemaal niet meer genieten van het gepijp van Elsje. Au! Mevrouw X. stonk naar pis. Ik vond dit niet leuk meer. Als de Belgische filosofe Luce Irigaray al overleden was, had zij zich vast in haar graf omgedraaid. Haar “Sekses et Parentés” uit 1987 blijft een bijbel voor de schoonmoeder van mijn favoriete neef. Ik kwam er echter niet doorheen en ben op de helft gestopt. Vlak daarna heb ik “Sekses et Parentés” op de vrijmarkt stiekem in de boodschappentas van een passerend stel Gothics gedropt.
Ik duwde met alle kracht die ik in me had mevrouw X. van me af. Met een sleurende kutscheet werd ze de kamer in gelanceerd. Ze viel hard tegen een grote kamerplant. Vloekend stortte ze ter aarde, de plant in haar val meesleurend. Elsje keek verschrikt en geamuseerd op. Ze hield mijn penis nog in haar mond. Net een guitig kind met een lollie.
‘Eén momentje Elsje,’ zei ik en teder duwde ik haar van me af. Ik stond op van de bank en nam mevrouw X., die net steunend en vloekend op probeerde te staan, in een niet al te hardhandige houdgreep.
‘Sluit haar op in de meterkast,’ zei Elsje lachend.
Ze liep het halletje in en hield de deur van de meterkast uitnodigend open. Een ontdeugend lachje speelde om haar mond. Aan de binnenkant van de deur van de meterkast hing een poster met daarop een beroemde uitspraak uit “Loosing the Word-Concept Tie” van de Amerikaanse filosofe Ruth Garrett Millikan: “The field marshal thinks about the next day’s battle, the child wants to ride a unicorn.”
‘Hup, de kast in, dikke kut,’ zei ik en duwde mevrouw X. voor me uit als een kapotte kruiwagen.
‘Nee! Hou op! Godverdomme! Zijn jullie gek geworden?!,’ riep mevrouw X. ontgoocheld.
‘Het is maar een geintje, ma,’ zei Elsje.
Proestend hield Elsje haar rechterhand voor haar mond. Aan haar wijsvinger zag ik mijn eigen stront zitten. Ik duwde mevrouw X. de meterkast in. Op het moment dat ik haar losliet gooide Elsje snel de deur dicht en draaide de sleutel om in het slot. Mevrouw X. liet vloekend en tierend haar vuisten op de binnenkant van de meterkast trommelen. Elsje en ik lagen dubbel van het lachen op de grond voor de meterkast.
Toen kwamen we tot bezinning. Elsje en ik keken elkaar verliefd aan.
‘Oh, Fruit,’ kreunde ze. Ze keek me smachtend aan met half gekanteld hoofd.
‘Oh, Elsje,’ hijgde ik en duwde haar met zachte hand op haar rug.
Haar benen sloten zich om mijn schouders toen ik haar met lange halen begon te beffen. Elsje kreunde als een gewond dier. Ik likte maar door. Toen tilde ik haar benen van mijn schouders en manoeuvreerde mijn lichaam als een krab een halve slag, zodat ik mijn pik in de gulzige mond van Elsje kon stoppen. Ze pijpte me alsof haar leven ervan afhing. Ik likte maar door aan het lekkere kutje van Elsje. Ik maakte wilde neukbewegingen in Elsje’s warme mondje. We waren beiden door het dolle heen.
Op een meter afstand klonken de woedend op de deur hamerende vuisten van mevrouw X. Het leek wel of ze ons aan het aanmoedigen was. Als ze die poster met daarop de beroemde uitspraak van de Amerikaanse filosofe Ruth Garrett Millikan uit “Loosing the Word-Concept Tie”: “The field marshal thinks about the next day’s battle, the child wants to ride a unicorn,” maar niet beschadigde. Natuurlijk was het tegenovergestelde het geval, maar dat interesseerde ons geen zier. Ze kon de pot op.
Elsje haalde mijn pik uit haar mond.
‘Nog niet klaar komen, Fruit,’ hijgde ze. ‘Je moet in me spuiten als een geile hond. Neem me van achter.’
Ik wentelde me van haar af. Elsje ging op haar handen en knieën staan. Ze deed haar benen iets uiteen. Jezus, wat had ze een lekker kontje. Ik nam op mijn knieën plaats achter haar en stak mijn pik eerst even tot de wortel in haar natte kutje. Elsje bonkte hard met haar kont naar me toe. Daarna haalde ik mijn glimmende pik uit haar kut en stak hem tot de wortel in haar aars. Elsje gilde van pijn en genot. Na een stoot of tien haalde ik mijn pik weer uit haar aars. Briesend draaide Elsje zich om en likte gulzig haar eigen stront van mijn pik. Daarna stak ze grommend haar tong in mijn mond. Terwijl we een halve minuut wild tongzoenden en lange slakkensporen over elkaars gezichten trokken rukte Elsje me af. Ik woelde met mijn rechterhand in haar kletsnatte kutje.
‘O.k., Fruit, nu gaan we voor de eindsprint,’ snikte Elsje met vuurrood hoofd. Ze keek me even strak aan en draaide zich weer om. Als een van de koude trillend hondje nam ze op de deurmat plaats.
‘Ja, geil kutje van me,’ hijgde ik en greep haar bij de borsten. ‘De eindsprint.’
Ik stak mijn penis weer in haar kutje.
‘Harder, Fruit! Dieper, Fruit! Doe me pijn, Fruit!’
We neukten als gekken. Ik ramde maar door. Harder. Dieper. Ik kneep in haar tepels. Ik likte aan haar oren. Ik merkte dat Elsje tegen haar orgasme aan zat.
‘Daar gaan we, Els,’ hijgde ik in haar oor.
‘Ja!,’ gilde Elsje. ‘Spuit, Fruit! Spuit!’
Ik kwam ontzettend klaar. Alsof het uit mijn tenen kwam. Ik spoot een keiharde salvo warm zaad bij Els naar binnen. Elsje leek even te verstarren. Daarna kwam er een kreun uit het diepst van haar lichaam. Haar schaamlippen spanden zich om mijn penis. Daarna ontspande ze zich. Het was volbracht.
Het leek wel alsof het ingelijste portret van de Griekse cynische filosofe uit de vierde eeuw voor Christus, Hipparchia van Maroneia (“True Satisfaction is in the Mind”) aan de muur van de hal ons misprijzend aankeek. Volgens de overlevering zou haar misvormde aanstaande echtgenoot haar met de volgende woorden naakt ten huwelijk hebben gevraagd: “Ziehier de bruidegom en ziehier zijn bezittingen. Baseer hierop je beslissing”. Nadat Hipparchia van Maroneia met zelfmoord dreigde gaven haar ouders alsnog toestemming voor het huwelijk. Dus die misprijzende blik van Hipparchia van Maroneia beschouwde ik als hypocriet en ongepast.
Het was muisstil. Ook vanachter de deur van de meterkast was niets te horen. Elsje ging uitgeput op de deurmat zitten. Ze keek me medeplichtig aan. Alsof we samen stiekem zwart hadden gereden. En dat was natuurlijk ook een beetje zo.
‘Verrek,’ zei ik, ‘we hebben helemaal geen condoom gebruikt’.
Elsje haalde ongeïnteresseerd haar smalle schoudertjes op. ‘Who cares?’
‘Ga nu maar, Fruit,’ zei Elsje. ‘Ik moet nog huiswerk maken.’
Ik liep verward naar de woonkamer en zocht mijn kleren bij elkaar.
‘Zien we elkaar nog eens, Elsje?,’ vroeg ik, terwijl ik me aankleedde.
‘Misschien wel, misschien niet.’ Elsje trok haar bloesje over het hoofd weer aan en staarde verveeld naar buiten.
Nadat ik me had aangekleed bleef ik even besluiteloos in het midden van de kamer staan.
‘Dan ga ik maar,’ zei ik onbeholpen.
‘Ja. Later!,’ zei Elsje. Ze ging op de bank zitten en begon in een “Opzij” te bladeren. Hillary Clinton stond glimlachend op het omslag.
Ik liep het halletje binnen en pakte mijn suède jack van Hugo Boss van de kapstok. Uit de meterkast klonk geen enkel geluid. Ik keek nog even over mijn schouder de woonkamer binnen.
‘Vergeet je moeder niet!,’ riep ik Elsje toe. Ze reageerde niet.
Ik ging de gracht op. Het was nog steeds een mooie lentedag.
‘Hallo, met Elsje.’
‘Hoi, Elsje. Dit is Fruit.’
‘Hé, Fruit.’
‘Ik heb je al eerder proberen te bellen. Maar je moeder nam steeds op. Dan legde ik de hoorn er maar weer op.’
‘…..’
‘Hallo? Elsje, ben je daar nog?’
‘Ja.’
‘Hoe is het met je moeder? Is ze boos?’
Elsje lachte. ‘Welnee. Dat was lachen. Toen wij lagen te neuken in de gang heeft ze zich zelf gevingerd. Ze ging zo uit haar dak dat ze flauw viel toen ze klaarkwam. Nadat jij weg was deed ik de deur van de meterkast open en ze viel zo naar buiten. Met haar vingers nog in haar kut.’
‘Jeetje, Elsje.’
‘Toen heb ik haar een tikje in haar gezicht gegeven en kwam ze bij. Ze was helemaal niet boos. Ze kon er wel om lachen.’
‘Oh. Gelukkig maar.’
‘Maar ze vond jou wel een a-sociale eikel. Je hoeft hier niet meer te komen, zei ze.’
‘…..’
‘Hallo, Fruit. Ben je daar nog?’
‘Ja?’
‘Is er wat?’
‘Nee. Laat maar.’
‘Ben je depri?’
‘Nee.’
‘Nou. We gaan hangen. De mazzel.’
‘Elsje?’
‘Ja?’
‘Ik denk dat ik verliefd op je ben, Elsje. Zien we elkaar nog eens?’
‘Ben je wel helemaal lekker?’
‘Hoezo?’
‘Je moet je niet te veel in je hoofd halen, Fruit. Het was gewoon lachen, maar je moet wel even normaal doen. En als je zo gaat beginnen heb ik er helemaal geen trek meer in. Later!’
Ik staarde somber naar de hoorn in mijn hand die maar van tuut-tuut-tuut-tuut ging.