De wereld is een markt

Het artikel “Na ADO ook villa’s voor Chinezen” van Bart Dirks in de Volkskrant van vrijdag 5 februari leidde aan de ontbijttafel  van ons gezin tot een verhitte discussie. Zowel voor- als tegenstanders van “De wet modern migratiebeleid” kregen een stem, maar uiteindelijk ontstond consensus over het feit dat het idee van de gemeente Den Haag om villa’s te verkopen aan rijke Chinezen, die dan een tijdelijke verblijfsvergunning krijgen, eigenlijk niet zo gek is als het op het eerste gezicht lijkt.

De essentie van de discussie is dat er naast de 140 reeds gebouwde villa’s in de nieuwe chique Haagse villawijk Vroonendaal  (waar nu al ongeveer twintig nationaliteiten wonen) op dit moment geen vraag is naar de tussen 25 en 50 nog te bouwen villa’s. Om de impasse te doorbreken stelt de gemeente Den Haag voor de nog te bouwen villa’s te verkopen aan rijke Chinezen, die dan een tijdelijke verblijfsvergunning krijgen, die kan worden omgezet in een permanente verblijfsvergunning als de toegestroomde Chinezen hun inburgeringsexamen halen.

In eerste instantie lijkt het bizar om rijke Chinezen een tijdelijke of permanente verblijfsvergunning te verlenen. Maar volgens de wet kennen we dezelfde rechten toe aan andere economische vluchtelingen “die hard nodig zijn om de economie, cultuur en de wetenschap te versterken”, zoals het ministerie van Veiligheid en Justitie het noemt.

We moeten niet vergeten dat er jaarlijks ongeveer 30.000 autochtone Nederlanders emigreren om elders in de wereld te gaan leven en werken. En dan hebben we het nog niet eens gehad over de ongeveer 100.000 allochtonen die Nederland jaarlijks verlaten. We praten bij deze laatste groep vooral over westerse allochtonen uit Polen en Duitsland (alle cijfers zijn afkomstig van het CBS). Het is blijkbaar doodgewoon dat mensen emigreren om de economie, cultuur en de wetenschap van een ander land te versterken

De in het artikel door bezorgde bewoners geuite angst voor een Chinese ”monocultuur” binnen de wijk lijkt ongegrond als er al zo veel verschillende nationaliteiten wonen. Daarbij kan men zich afvragen of een monocultuur per definitie af te wijzen valt. In elke stad komen we monoculturen tegen die genieten van de monocultuur van de volgende wijk als het gaat om de diversiteit die het oplevert aan producten en contacten. Elke zondag staan er files op de A9 in de richting van de Oosterse Markt in Beverwijk. In San Francisco brengt praktisch elke toerist een bezoek aan Chinatown om te shoppen en te genieten van monocultureel voedsel. Kortom, we genieten van elkaars monocultuur.

We hebben ruimte om politieke vluchtelingen voor kortere of langere tijd op te vangen. Een deel van deze vluchtelingen zal in Nederland of Europa mogen blijven. Een deel zal al of niet vrijwillig teruggaan naar het land van herkomst of in de illegaliteit verdwijnen.

We hebben ruimte om economische vluchtelingen te verwelkomen, omdat we ze goed kunnen “gebruiken” en onze “cultuur en wetenschap versterken”.

De economische vluchtelingen die we niet kunnen gebruiken moeten volgens de wet terug naar huis. Net zoals elke werkgever een sollicitant die niet nodig is de deur wijst.

Over “gratis geld” kunnen alleen kinderen van rijke ouders en criminelen beschikken. Wie niet tot deze laatste twee groepen behoort is afhankelijk van zijn of haar talenten, de markt en het geluk of ongeluk om op een specifieke plek op onze aarde geboren te worden. “Zo is het leven,” zou mijn Indonesische overgrootmoeder hebben gezegd.

Peter Mabelus (publicist, historicus en filosoof)

http://www.volkskrant.nl/opinie/villa-plus-verblijfsvergunning-voor-rijke-chinezen-helemaal-geen-slecht-idee~a4241334/