De Club van 27

Op het moment dat mijn vijfde boek, het satirische sprookje ‘De Straf van Veger’, pas drie maanden in de winkel ligt, het manuscript van mijn eerstvolgende boek – de bij voorbaat controversiële gedichtenbundel ‘Transgender Rap’ – voor eindredactie in de handen van mijn uitgever is, ben ik bezig met het ontwerp van de cover van een volgend boek dat af is: de verhalenbundel ‘De Club van 27’.

Mijn trouwe lezers en critici weten dat mijn beeltenis op elke voorkant van mijn boeken te zien is. Die traditie houd ik graag in ere.

Samen met drie helden die niet ouder geworden zijn dan 27, Janis Joplin, Jim Morrison en Kurt Cobain, kom ik op de cover van ‘De Club van 27’. De foto is op 29 juli 1993 genomen door Mathieu Ruijter tijdens een boottocht over de Mississippi rivier bij New Orleans, Louisiana, aan boord van raderboot de ‘Creole Queen’.

Mijn leeftijd op dat moment?

‘Peter Mabelus is er opnieuw in geslaagd om onder mijn huid te kruipen. Om mij te verrassen, te doen schrikken, huiveren, lachen en huilen. Ik geef ‘De Straf van Veger’ 5 sterren.’

Van de meeste lezers krijgt een schrijver geen reactie. Soms word ik op straat herkend en dat is niet altijd even welkom of prettig.

Een enkele keer kan een toevallige ontmoeting met een lezer, zoals de Fransen het noemen ‘une rencontre sur le trottoir’, tot verrassende avonturen leiden, inclusief onvoorspelbare en onvoorstelbare afterparty.

Elke lezer van mijn werk die de moeite neemt om zijn of haar bewondering voor mijn werk kenbaar te maken stemt mij gelukkig.

Vandaag mailde een lezer van mijn vijfde boek, het satirische sprookje ‘De Straf van Veger’ (2023), haar leeservaring. Zo Lief! Ik citeer: ‘Peter Mabelus is er opnieuw in geslaagd om onder mijn huid te kruipen. Om mij te verrassen, te doen schrikken, huiveren, lachen en huilen. Ik geef ‘De Straf van Veger’ 5 sterren.’

‘Mijn leeservaring’ door Jitske Kingma-Postma:

‘De tekst op de achterkant van het boek moet door Mabelus zelf geschreven zijn: heroïsch, hilarisch en indrukwekkend. Ik citeer:

‘In 2018 verscheen het debuut van Peter Mabelus, de kaskraker ‘Kathmandu Hipsters’, een ingenieus gecomponeerde en meeslepende thriller waarin onweerstaanbare humor wordt gecombineerd met een diep filosofisch inzicht over de menselijke conditie.

Waarom werd er in de pers de nadruk gelegd op het feit dat ‘Kathmandu Hipsters’ zijn Nederlandse debuut was?

De liefde bracht Peter Mabelus naar het Bulgarije van de jaren negentig. Daar schreef hij de roman ‘De Straf van Veger’, zonder enige pretentie om het boek ooit het licht te doen laten zien.

Vanwege het feit dat Mabelus’ toenmalige geliefde een hoge functie bekleedde binnen de Bulgaarse regering en het feit dat Mabelus wereldberoemd in Bulgarije was geworden door zijn kunsten als profwielrenner gingen er veel deuren voor hem open. Hij was een publieke figuur geworden.

De in de lente van 1998 gepubliceerde roman, ‘De Straf van Veger’, ‘Наказанието на Вегер’ in het Bulgaars, werd een bestseller van jewelste: Mabelus werd een hype in Bulgarije en won onder meer de prestigieuze Malenkovprijs.

Zijn Bulgaarse roman is nooit in Nederland uitgegeven en is slechts zeer moeizaam en voor heel veel geld te verkrijgen via exclusieve veilinghuizen.

2023 een prachtig jaar om het jubileum te vieren van 25 jaar ‘De Straf van Veger’, een perfecte aanleiding om zijn echte debuutroman in het Nederlands te laten verschijnen.

Zoals met al zijn boeken had Peter Mabelus mijn nieuwsgierigheid vanaf de eerste zin gewekt. Waar zou dit verhaal naartoe gaan? Mabelus is immers een meester in het verzinnen van plots waarbij de lezer steevast op het verkeerde been wordt gezet.

Dit boek is eigenlijk een verhaal in een verhaal. De introductie, de weg naar het eigenlijke ‘verboden sprookje’ ‘De Straf van Veger’, geeft mij na het lezen van Mabelus’ eerdere werk een gevoel van thuiskomen. Vlijmscherpe, diepzinnige en rake menselijke observaties. Spelend met taal en de nodige humor, soms uitlokkend tot grinniken van de lezer of verbazing van heb ik dat nu goed gelezen? Vintage Peter Mabelus.

Het verboden sprookje over hoofdpersoon Veger is hartverscheurend, gruwelijk, rauw en diepgaand. Het geeft weer hoe een, in mijn ogen vredelievende jongeman, het leven nog zuurder dan zuur gemaakt kan worden. Een leven dat niet in vrede, rust en liefdevol geleid mag worden. Geen motiverend, beschermend en warm thuis en geen veilige leeromgeving.

Het plot van ‘De Straf van Veger’ lijkt eenvoudig. Nadat hij door een toverfee bezocht wordt mag hij een wens doen maar kan in een afschuwelijke positie terechtkomen als hij drie keer liegt. Met elke leugen zal het onheil dat hij daarmee over zichzelf en de wereld afroept groter worden.

‘De Straf van Veger’ toont tot op het bot hoe verwoestend uitsluiting op gebied van uiterlijk en afkomst kan zijn. Ik had gelijk een zwak voor Veger. Zijn verhaal was op punten herkenbaar. Ik voelde beschermingsdrang opkomen in al mijn vezels. Ik werd overvallen door een soort tijgerachtig moederinstinct: kom niet in de buurt van mijn jong! Juist omdat Veger in deze roman elke bescherming moet ontberen.

Alles dat hem overkomt is deerniswekkend, duister, grensoverschrijdend. Als Vegers grootste wens uitkomt is daar eerst een moment van triomf en opkomend zelfvertrouwen, waardoor ik zijn trotse glimlach zie schijnen, zijn terechte overwinning op het schuim der aarde. Zij die hem zo tarten en het licht in de ogen niet gunnen.

Tenslotte komen we weer met beide voeten op de grond en wordt ook het levensgeluk en genot dat een toverstaf kan geven teniet gedaan. Omdat we bovenal mens zijn en blijven. En we niet alles ten volle goed kunnen doen.

De epiloog is er een die zijn weerga niet kent. Onuitwisbaar en alles overheersend. En daarna is het stil.

Peter Mabelus is er opnieuw in geslaagd om onder mijn huid te kruipen. Om mij te verrassen, te doen schrikken, huiveren, lachen en huilen. Weer was ik geboeid tot de laatste letter. Sinds ‘Hoe ik liefde vergat te geven’ (2019) ben ik fan van Peter Mabelus. Ik geef ‘De Straf van Veger’ 5 sterren.’

Deze leeservaring verscheen ook op Instagram, Pinterest, Tiktok, Twitter, Hebban, Facebook en Goodreads.

R.I.P. Mathieu Ruijter (1966-2017)

Vandaag is het zes jaar geleden dat mijn soulmate Mathieu Ruijter overleed. Ruim een maand na zijn dood schreef ik ‘Aantekeningen bij een rouwproces’:

Iedereen draagt de soundtrack van zijn leven bij zich. Er zijn geen apparaten of ‘oortjes’ nodig om naar de liedjes in je hoofd te luisteren, die zich altijd op een juist moment en onaangekondigd laten horen.

Vanmiddag liep ik voor het eerst sinds twee maanden een van mijn favoriete wandelroutes, die zich in het ruim opgezette recreatiegebied Geestmerambacht bevindt, enkele kilometers ten noorden van de provinciestad waar ik woon. Een achterwaartse salto van de trap, om half twaalf in de avond van de twintigste mei 2017, waarbij ik een lendenwervel onder in mijn rug brak, had ervoor gezorgd dat ik de laatste twee maanden aan bed, huis en tuin gekluisterd was geweest. De gekooide tijger was aan beweging toe.

Het was een verademing om op bekende grond te zijn. Alsof vertrouwde natuur dezelfde uitwerking op je gemoed heeft als een goede vriend die je een tijd niet hebt gezien of een koud glas melk nadat je drie maanden in zuivelvrije tropische oorden hebt doorgebracht.

Ik laafde mij ontspannen aan warme zonnestralen op veilig terrein. Opgewonden witgesterde blauwborsten zonder dubbele agenda dartelden van boom naar boom. Joelende kinderen namen een duik in het door een zandafgraving in de jaren zestig ontstane meer ‘De Zomerdel’. Papa’s en mama’s bespraken te midden van platgetrapte kleine pakjes frisdrank, waaruit vergeten geknakte rietjes staken, ontspannen de mogelijke ingrediënten waaruit de avondmaaltijd van die dag zou bestaan. Bijna gewichtloos afval dwarrelde doelloos in de richting van met bezemkruiskruid en harige wilgenroosjes gevulde bloemperken.

Mijn gedachten verplaatsten zich naar de laatste keer dat ik hier samen met Mathieu wandelde. Mijn beste vriend, wapenbroeder en soulmate, die op 5 juni 2017 om drie uur in de middag een einde aan zijn leven maakte. Tijdens onze onbezorgde laatste wandeling op deze zelfde grond, zo kort geleden nog, tuimelden de woorden van ons gesprek over elkaar heen in een dialoog die voorbestemd leek om nooit te kunnen eindigen.

In mijn hoofd klonken vanmiddag de eerste zinnen van de door Sinéad O’ Connor gezongen en door Prince geschreven wereldhit Nothing Compares 2 U: ‘It’s been seven hours and fifteen days / Since you took your love away’. En ondanks het feit dat de dood van Mathieu vandaag precies zes weken geleden is en niet ‘seven hours and fifteen days’, en hij mijn vriend was en niet mijn geliefde, voelde ik het rauwe verdriet dat uit Nothing Compares 2 U spreekt alsof ik het liedje zojuist zelf had gemaakt.

Nu liep ik hier alleen en was van Mathieu alleen een herinnering over die sterker leek dan de geuren die mij omringden. Niets had mij kunnen voorbereiden op de dood van mijn beste vriend. Ik had niet kunnen weten dat zijn liefde, vriendschap en moreel gezag sterker aanwezig lijken te zijn na zijn dood dan tijdens zijn leven.

Tijdens het leven neem je de waarde en de kracht van je vriendschap aan als een vanzelfsprekendheid. De intensiteit van de vriendschap kan komen en gaan. Er is geen haast. Er is geen einde in zicht. De vriendschap heeft de tijd om te sluimeren. De vriendschap heeft de tijd om af en toe een pauze te nemen. De vriendschap is voor altijd.

Na de dood van iemand die veel voor je betekent heeft ontstaat er een heel ander besef van ruimte en tijd waar het de dode betreft. Wat er overblijft is niet “niets”. Wat er overblijft is geen slap aftreksel van een oude werkelijkheid. De energie van een dode geliefde is niet te vangen in een hologram en kan ook geen luchtspiegeling zijn. Het lijkt alsof de vriendschap die je samen hebt gedeeld even sterk blijft, misschien zelfs puurder wordt, maar nu niet meer samen, met zijn tweeën, wordt gedeeld, maar samen alleen.

Zonder twijfel zijn de gevoelens die ik beschrijf hersenspinsels van een rouwende ziel, die in taal probeert te vatten wat het hart niet begrijpen kan.

Als we allemaal een soundtrack van ons leven bij ons dragen, moeten we ook allemaal in het bezit zijn van een bloemlezing, waarin zinnen verzameld zijn die ons nooit los hebben gelaten door de zeggingskracht die ze op een bepaald moment in ons leven voor ons hebben gehad.

In mijn bloemlezing had de eerste zin van de roman Anna Karenina van de 19de-eeuwse Russische romanschrijver Lev Tolstoj niet mogen ontbreken: ‘Alle gelukkige gezinnen lijken op elkaar, elk ongelukkig gezin is ongelukkig op zijn eigen wijze’. Maar na de dood van Mathieu zou ik de zin willen veranderen. Ik zou het woord ‘gezin’ willen vervangen door ‘mens’: ‘Alle gelukkige mensen lijken op elkaar, elk ongelukkig mens is ongelukkig op zijn eigen wijze’. En daarna zou ik nog een laatste wijziging aan willen brengen die de oorspronkelijke zin onherkenbaar maakt: ‘Alle mensen lijken op elkaar’.

Ik ben ervan overtuigd dat iedereen op zijn levensweg geluk en ongeluk tegen zal komen. Ik denk dat geluk en ongeluk veel minder elkaars tegenpool zijn dan we meestal aannemen.

Geluk en ongeluk zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Geluk heft ongeluk niet op. Ongeluk heft geluk niet op. Geluk en ongeluk zijn completerend.

‘Aantekeningen bij een rouwproces’ verscheen op 19 juli 2017 als eerste op hoemannendenken.nl.