
ANP – “Verloren gewaand schilderij ‘De Schrijver’ van Andy Warhol ontdekt”

‘Lieve schat, ik kan je maar heel even schrijven. Mijn Beltegoed is bijna op. Ik heb nog maar 101 woorden over. Of, wat zeg ik? Beltegoed? Ik bedoel Schrijftegoed. 101 woorden? Daar zijn er inmiddels nog maar een stuk of 90 van over. Zo zie je maar wat er kan gebeuren als je die 120 woorden niet goed benut, te slordig en te snel schrijft. Nou ja, wat in 120 woorden gezegd kan worden, kan ook in 60 woorden gezegd worden, als het moet, maar het moet niet. Oeps, weer niet to the point. Nog maar 27 woorden over. Dat zou weleens krap kunnen worden voor wat ik wilde zeggen. O ja, ik weet het weer: ik heb geen schrijftegoed meer.’
‘Nog maar 120 woorden schrijftegoed’ verscheen als eerste op 25 juli 2020 op 120w.nl. Weekwoord: “beltegoed”.
De tijd is voorbij dat Duitsland synoniem stond voor de schande van de Tweede Wereldoorlog. Nu echt de aller-, allerlaatste Duitse oorlogsmisdadigers dement en kwijlend uit hun bed en rolstoel voor het gerecht worden gesleept om alsnog rechtvaardigheid te doen zegevieren en een bezoek aan Auschwitz-Birkenau een toeristische attractie is geworden, is het tijd voor een nieuw begin, een herijking van de Joods-Duitse verhoudingen en de menselijke verhoudingen in het groot en algemeen.
Mijn neurotische grootvader met een zwak ontwikkelde narcistische psychose, kwam getraumatiseerd en onder de kippenstront uit de oorlog, omdat hij vijf jaar lang zonder reden ondergedoken had gezeten in het kippenhok dat achter in de tuin van zijn Sliedrechtse arbeidershuisje stond. Doodsbang als hij was geweest om door de bezetter voor Jood, zigeuner, geestelijk gehandicapte of homo te worden aangezien. En dat alleen omdat hij een bloemetjesjurk droeg in zijn vrije tijd. Hij weigerde een woord Duits uit te spreken. Als hij wilde zeggen dat hij “an sich überhaupt geen trek had in een Kaiserbrötchen,” zei hij: “Op zich heb ik overhoop geen trek in een broodje van de keizer.”
In 2018 bestond de staat Israël formeel zeventig jaar. Een tempel van vrede en harmonie kan Israël helaas nog steeds niet genoemd worden. Ach, ieder zijn eigen apartheid.
In Jeruzalem viel me op dat de Klaagmuur eigenlijk heel klein is. Veel te klein om ruimte te bieden aan alle mensen in de hele wereld die willen klagen. Bovendien is een bezoek aan de Klaagmuur op dit moment helaas nauwelijks mogelijk vanwege het feit dat de Israëlische regering het land vanwege de coronacrisis praktisch op slot heeft gegooid.
Daarom heeft het Duitse bedrijf waarvoor ik werk een campagne bedacht om alle klagende mensen in de wereld, Jood of niet-Jood, een gratis opblaasbare Klaagmuur aan te bieden. Als die opgeblazen is zult u zien dat hij als twee druppels water lijkt op de originele Klaagmuur in Jeruzalem. Inclusief gleuven om wensen, gebeden en in memoria in te proppen.
Zin om te klagen? Geen geld voor een trip naar Jeruzalem? Of wordt u het land niet binnengelaten? Vraag dan bij ons de gratis opblaasbare Klaagmuur aan. U betaalt geen verzendkosten!
De waan van de dag is wat ons bindt.
ANP – Historici van de Universiteit Leiden hebben documenten ontdekt waaruit blijkt dat commandant van de schutterscompagnie kapitein Frans Banninck Cocq, die centraal staat afgebeeld op waarschijnlijk het beroemdste doek uit onze vaderlandse geschiedenis De Nachtwacht van Rembrandt van Rijn, zich voor, tijdens en na het poseren voor het schilderij schuldig heeft gemaakt aan seksuele intimidatie. Frans Banninck Cocq, geportretteerd in deftig zwart met de rode sjerp van zijn rang en een wandelstok, staat op het doek direct links naast Willem van Ruytenburgh, die zich daar in beweging zet met in de hand een partizaan-lans waarmee hij de marsrichting aangeeft.
In het dagboek van Willem van Ruytenburgh staat te lezen: “Te pasch ende te onpasch kneep hij mij in de billen ende greep mij in ’t kruis. Oock toenmaelsch ick hem bij herhalingh beleeft vroegh daermee op te houden bleef kapiteijn Fransch Bannincck Cocq daermee doorgaen.”
Uit getuigenissen van meerdere andere personen die op het doek zijn te zien, blijkt dat Willem van Ruytenburgh de seksuele intimidatie door kapitein Frans Banninck Cocq niet uit zijn duim heeft gezogen. Zo hebben de historici van de Universiteit Leiden in het archief van het Rembrandthuis in Amsterdam een brief aangetroffen van de tamboer die rechts op De Nachtwacht te zien is. Hij staat daar klaar om een roffel in te zetten: “Het wasch niet om aen te sien hoe die smeerlap van eene kapiteijn Bannincck Cocq, ondanksch de smeeckbeden van den heer van Ruytenburgh om ermee op te houden, maer door bleef gaen met sijn seksueeele intimidaties. Ende dat voor iedereen sigtbaer!”
Directeur van het Rijksmuseum Taco Dibbits reageerde geschokt op het nieuws. “De grootste truc van de duivel is de wereld overtuigen dat hij niet bestaat. We zullen De Nachtwacht direct naar het depot laten verplaatsen. Daarna moeten we overwegen of het doek niet eventueel vernietigd zal moeten worden.”