29 januari 2016
Toen hij de kleine winkel in tweedehands boeken aan de Jalan Malioboro, de drukste winkelstraat van Djokjakarta op Centraal Java, binnen stapte, vroeg de magere boekverkoper hem in gebroken Engels of hij een Duitser was. Hij antwoordde dat hij uit Nederland kwam en onder het uitslaan van de kreet ‘allemachtig prachtig!’ leidde de boekverkoper hem naar een donkere hoek van zijn winkel, waar hij een plank vol Nederlandse literatuur, maar vooral lectuur had staan. Beleefd bekeek hij het rijtje beduimelde boeken; uitgaven van de boeketreeks, enkele streekromans en een paar Boekenweekgeschenken van de laatste tien jaar. Tussen ‘Duel’ van Joost Zwagerman en ‘Het molenpad’ van mevrouw Visser-Roosendaal stond ‘De dömdas ö’ van de Zweedse schrijver Stig Dagerman. Ja, de tijd dat er in Indonesië Nederlands op de scholen werd geleerd lag alweer ruim zeventig jaar achter ons. De verkoper keek hem glimlachend en verwachtingsvol aan: ‘Is good, mister?’.
Bij het betreden van de winkel had hij al gezien dat de enorme boekenkast die de hele rechterwand van de winkel besloeg gevuld was met Engelstalige boeken. Het leek hem een goed idee om dáár een blik op te werpen. ‘Ah, you read English book. Very good!’ De verkoper liep zich nerveus in de handen wrijvend achter hem aan. Tot zijn schrik zag hij dat de vele honderden, zo niet duizenden titels niet alfabetisch waren geordend. Het vinden van een goed boek kon wel eens een tijdrovende bezigheid worden. Of hij ook daadwerkelijk een boek zou vinden dat hij de moeite waard zou vinden, kwam hem onwaarschijnlijk voor, toen hij onder meer de namen van Danielle Steel, Judith Krantz, Jackie Collins en Harold Robbins op de ruggen van de boeken herkende. Een stijve nek ten gevolge van zijn voortdurend naar rechts gebogen hoofd bij het bekijken van de titels in de boekenkast zou wel eens het enige resultaat van zijn zoektocht kunnen zijn. Toen hij na een paar minuten Dick Francis, Shakespeare, Barbara Cartland, de behulpzame boekverkoper vroeg of hij ook boeken van bij voorbeeld F. Scott Fitzgerald of Truman Capote in zijn kast had staan keek de boekverkoper hem niet begrijpend aan. ‘You look’, adviseerde de verkoper hem professioneel, en barstte in lachen uit, alsof hij een goede mop had verteld. Zuchtend en steunend ging hij verder met het bekijken van de eindeloos lijkende verzameling rotzooi. ‘Ik ben op vakantie. Ik heb alle tijd van de wereld,’ sprak hij zichzelf moed in. Na vijf minuten schuifelde de verkoper, die al die tijd op zijn tenen wippend achter hem gestaan had, naar zijn bureautje in het midden van de winkel en ging met zijn telefoon spelen.
Na tien minuten hield hij het voor gezien. Eerst overwoog hij nog om toch maar een boek te kopen, om de verkoper niet te beledigen. Daarna besloot hij dat al te goed buurman’s gek is en zei tegen de verkoper dat hij helaas niets van zijn gading had kunnen vinden. ‘No problem,’ zei de verkoper glimlachend toen hij de winkel verliet. Hij besloot vanavond maar in zijn ‘Lonely Planet travel survival kit Indonesia’ te gaan bladeren.
Drie weken eerder was hij met vijf dikke boeken in zijn bagage naar Indonesië gevlogen. Dat moest genoeg leesvoer zijn voor een reis van twee maanden. Hij ging immers reizen, vakantie houden, steden bekijken, mensen ontmoeten, trektochten door de jungle maken. Lezen kun je thuis ook doen, had hij gedacht. Hij had niet stil gestaan bij het feit dat een aanzienlijk deel van reizen bestaat uit hangen op overvolle bus- en treinstations, wachten op eten in restaurants. Dat voortdurend door een vuil busraampje naar het mooie Indonesische landschap kijken ook saai kan worden. Bovendien kent het leven op vakantie meer dode momenten. Momenten van verveling en verzadiging. Momenten waarop je je terug wilt trekken met een goed boek. Na drie weken had hij alle vijf de boeken uit.
Zijn zoektocht naar een boek waar hij werkelijk interesse in zou kunnen hebben was in de boekwinkel aan de Jalan Malioboro in Djokja (zoals de ‘echte backpacker’ Djokjakarta noemt) op niets uitgelopen. Dit zou hem tijdens zijn reis nog wel vaker overkomen. Toch heeft hij de afgelopen zomer, op die eerste keer na, bijna niet zonder boek gezeten. Al moest hij soms uren lopen zoeken naar een nieuw boek en had hij boeken gelezen waarvan hij in Nederland nooit tot aanschaf over gegaan zou zijn. Al snel wijzer geworden kocht hij ‘reserveboeken’, boeken die hij niet per se wilde lezen en daarom, voor het geval hij weer eens zonder boek zou komen te zitten, in het onderste vak van zijn rugzak pakte.
De eerste keer dat hij in Indonesië een boekwinkel wilde bezoeken bracht zijn gebrek aan kennis van het Bahasa Indonesia hem in een gênante situatie. Hij had op een winkeldeur ‘buka’ zien staan, wat later ‘open’ bleek te betekenen. In de veronderstelling met een boekwinkel van doen te hebben opende hij de deur van de winkel, die inderdaad geopend was. ‘Selamat jalan’, groette hij de man achter de kassa (hij dacht dat ‘Selamat jalan’ ‘goedendag’ betekende. Later hoorde hij van iemand dat het een afscheidsgroet is). ‘Selamat pagi’, ‘goedemorgen’, groette de kruidenier hem lachend terug. ‘Buka?,’ vroeg hij onzeker om hem heen kijkend. ‘Buka’, knikte de kruidenier hem gedienstig toe. Omdat de man geen Engels sprak maakte hij hem door middel van gebarentaal en ‘jij goed luisteren’ Engels duidelijk waarnaar hij op zoek was. ‘Ah!, buku!,’ zei de man en barstte in lachen uit. ‘Tidak buku!,’ ‘geen boek!,’ gaf de kruidenier hem een cursus Indonesische apentaal voor beginners terug. Na een beschaamd gemompeld ‘terima kasih’, ‘dankuwel’, verliet hij met een rood hoofd de kruidenierszaak.
De vele winkels in tweedehands boeken in Indonesië danken hun bestaan aan de grote aantallen ‘backpackers’ die het land aandoen. De meeste rugzaktoeristen beschikken over veel tijd en weinig ruimte. Daarom lezen ze veel en proberen ze hun boeken onderling te ruilen. Als dit niet lukt is er altijd nog de ‘book exchange’, waar je tegen het bijbetalen van een paar duizend rupiahs (afgelopen zomer was 1000 rupiah ongeveer 85 eurocent waard) je boek kunt ruilen. Verder kun je op sommige plaatsen nieuwe boeken kopen of een boek huren tegen een vaak buitensporig hoge prijs. Hij zou al deze facetten van de Indonesische handel in boeken tijdens zijn reis tegenkomen.
Indonesiërs lezen zelf nauwelijks tot niet. De redenen hiervoor mogen duidelijk zijn. Behalve dat Indonesië nauwelijks een literaire traditie heeft (daarin onderscheidt het land zich niet van andere Derde Wereld landen) ontbreekt het de Indonesiërs eenvoudigweg aan geld om boeken te kopen. Omdat de gemiddelde Indonesiër omgerekend ongeveer vier euro per dag verdient, zijn boeken relatief duur. Daarnaast zet het hele gezin zich voortdurend in om het huishouden draaiende te houden. Dus behalve geen geld ook geen tijd om boeken te lezen. De meeste tijd die overblijft om iets anders te doen dan te werken wordt in Indonesië op sociale wijze doorgebracht. Lezen is een luxe. Lezen is overbodig.
De boekwinkels voor Indonesiërs zijn alleen te vinden in de grote steden. En dan gaat het vooral om de verkoop van studieboeken, schrijfgerei en papier, niet om romans.
Om terug te komen op zijn teleurstelling in de Jalan Malioboro. Al de volgende ochtend vond hij voor 6.000 rupiahs (ongeveer vijf euro) in een nog kleiner boekwinkeltje aan de Jalan Prawirotaman II, in het zuidelijke deel van Djokjakarta, een boek dat hem wel aardig om te lezen leek, ‘De onverbiddelijke tijd’ van Jan Wolkers. Hij vond het boek echter zo sentimenteel en mierzoet van toon dat hij wel in juichen uit kon barsten toen hij het bij zijn vertrek uit Djokjakarta met een stelletje uit Rotterdam kon ruilen voor ‘For whom the bell tolls’ van Ernest Hemingway.
Geheel nieuwe boeken zijn in Indonesië alleen te vinden op plaatsen waar veel toeristen komen. Dus in grote steden, populaire badplaatsen en op vliegvelden. Dan strekt het aanbod zich uit tot niet meer dan een tachtig titels. Meestal boeken in het genre Grisham, Clancy en Steele (ja, daar is ze weer. Nooit een letter van haar gelezen, maar hij denkt ook niet dat het er ooit van zal komen. Hij heeft er geen tijd of geld voor over). De ware liefhebber van het goede boek zal zijn buit dus elders moeten vinden.
De winkels in tweedehands boeken zijn het meest talrijk. Behalve dat je in de meeste van die winkels meestal troep zult vinden, word je in die winkels met allerlei eigenaardige fenomenen geconfronteerd. Zo zijn in de meeste van die winkels de boeken niet op alfabet gerangschikt. Hetgeen als zeer klant onvriendelijk beschouwd mag worden. In Kuta op Bali, de meest door massatoerisme verdorven plek van heel Indonesië, trof hij bij uitzondering een winkel waar de boeken wel op alfabetische wijze gerangschikt stonden. Hij trof ‘Sanctuary’ van William Faulkner bij de ‘S’ aan en ‘Billy Budd, Sailor & Other Stories’ van Herman Melville bij de ‘B’.
De prijzen die in Kuta voor boeken gevraagd worden zijn ongehoord. Vaak was het bedrag dat neergeteld moest worden voor een afgeragd boek hoger dan het bedrag dat je in Nederland voor een nieuw exemplaar van hetzelfde boek neer moet leggen. De ‘Wordsworth Classics’ die in Nederland voor nog geen vijf euro te koop zijn, worden daar voor 15.000 rupiahs te koop aangeboden (dat is dertien euro).
Op een dag liep hij door de prachtige groene rijstvelden in de buurt van Tetebatu op Lombok, een gehucht enkele kilometers ten zuiden van de grote Rinjani vulkaan. Een deel van Indonesië dat nog nauwelijks door toeristen bezocht wordt. Op een schijnbaar willekeurige plaats langs de enige weg die vanuit het zuiden naar Tetebatu leidt stond een houten bord in de berm geplaatst: ‘Book Exchange,’ met een pijl naar rechts de rijstvelden in. Toevallig had hij in zijn kleine rugzak voor dagtochtjes een reserveboek zitten van D.H. Lawrence, ‘Sons and lovers’. Alleen van de flaptekst moest hij al gapen. Nieuwsgierig begaf hij zich de rijstvelden in. Via een smalle brug die bestond uit vier bij elkaar gebonden bamboestammen kwam hij op het eerste en hoogst gelegen dijkje terecht dat hem de rijstvelden in moest leiden. Na een paar honderd meter wankelend balanceren over de dammetjes die de rijstvelden van elkaar scheidden, een salamander sprong angstig naar rechts, een slang schoot gealarmeerd door het geluid van zijn stampende voeten naar links, bereikte hij een klein huisje. Niets aan het optrekje deed denken aan een boekwinkel. Hoe kon dat ook, hier midden in de rijstvelden op Lombok? Een jongen met ontbloot bovenlijf stond zijn brommer te wassen. Toen hij hem aarzelend naar de ‘Book Exchange’ vroeg wees hij hem op een klein boekenkastje dat om de hoek van het huis onder een afdakje tegen de buitenmuur stond. De verzameling boeken besloeg drie planken. De boeken stonden achter glas, slot en grendel. Het duurde tien minuten voor hij de sleutel van het slot op het boekenkastje kon vinden. Inmiddels had hij de boeken kunnen bekijken en het was weer treurnis alom. Het enige boek dat hem wel leuk leek was de literaire hit ‘Geronimo’ van Leon de Winter. Tegen betaling van 2.000 rupiahs mocht hij in ruil voor ‘Sons and Lovers’ van D.H. Lawrence (‘a very good book,’ zei hij nog tegen de jongen toen hij hem het boek opgelucht in de handen drukte) het boek van de Winter meenemen. Hij las het boek in één dag uit.
Een week later was hij op Gilli Meno, een klein eilandje van ongeveer een kilometer bij een kilometer groot, ten noorden van Lombok. Gilli Meno is één van de drie Gilli eilanden, het kleinste en meest rustige eiland. Op Gilli Meno is alleen rust te vinden, geen boeken. Het meest populaire van de drie eilanden, het ‘feesteiland,’ Gilli Trawangan, bezocht hij na een paar dagen genoten te hebben van de ultieme rust van Gilli Meno. Er werd weer eens aan hem gerukt en getrokken omdat hij nu eenmaal toerist was. ‘Transport, transport’, ‘You want drink, mister?’ Wanhopige behulpzaamheid was niet van de lucht. Omdat, behalve het snorkelen, niets hem trok aan Gilli Trawangan ging hij op zoek naar het altijd zo begeerde goede boek. Gelukkig bevond zich een aantal ‘boekwinkels’ op Gilli Trawangan. Boekwinkels tussen aanhalingstekens omdat op dit eiland boeken slechts gehuurd kunnen worden. Tegen betaling van 5.000 rupiahs en een borg van 15.000 rupiahs kun je daar een boek ‘lenen’. Absurde prijzen, maar als je zó van de buitenwereld afgesloten bent kun je dergelijke prijzen blijkbaar vragen. Hij zag op een lijst dat er toch genoeg mensen dat bedrag over hadden voor het lezen van een boek. Als er één gek per dag is om dat bedrag neer te tellen is dat genoeg om een lokaal gezin voor een dag van eten en drinken te voorzien. Een meisje uit Finland dat hij daar tegenkwam was tijdens haar reis door Indonesië helemaal verslingerd geraakt aan de boeken van Jonathan Franzen en huurde voor bovengenoemd bedrag ‘The Corrections.’ Ze zou echter de volgende dag weer naar Lombok vertrekken en was vanzelfsprekend niet van plan het boek ooit terug te brengen. Zo werd de bedrieger bedrogen. Als je wanhopig op zoek bent naar geld kun je je zelfs in de tropen op glad ijs begeven.