16 juni 2015
Het toneelstuk “Je bent een varken als je gaat snuiven” werd in januari 2015 geschreven in opdracht van de gemeente Edam-Volendam om het werk van de Stichting Moedige Moeders te steunen. De Stichting Moedige Moeders is een initiatief uit 2004 van Volendamse moeders die het drugsgebruik van hun kinderen wil stoppen en voorkomen. Inmiddels heeft de stichting vertegenwoordigingen in veel meer gemeenten dan Edam-Volendam alleen.
Het stuk “Je bent een varken als je gaat snuiven” werd in april 2015 twee keer gespeeld in Edam-Volendam: op 15 april voor de leerlingen van de onderbouw van het Don Bosco College, op 22 april voor alle leerlingen van SG De Triade, Atlas College. Regie: Jan Keizer; decors en kostuums: Pier Smit; muziek: Nick & Simon. Acteurs: vier leerlingen uit de bovenbouw van het Don Bosco College: Froukje Schilder, Mohammed Tol, Priscilla Veerman en Frits Keizer. Het gehele project werd gesponsord door Nick & Simon en Heineken bier.
Een ruime rommelige kamer aan het Zuideinde in Volendam. Centrum van het decor vormen een oude versleten tweezitsbank met bruine ribfluwelen bekleding en een gebutste salontafel uit de jaren zeventig, gemaakt van tropisch hardhout. Rechts achter op het podium staat een kleine koelkast, met daarnaast een aanrecht, inclusief gootsteen, laden en kastjes. Op de salontafel twee overvolle asbakken, wat lege pakjes sigaretten, een halfvol pakje shag, een goedkope wegwerpaansteker, een zakje wiet, een puurpijp, een scheermesje, een rietje, lege wijnglazen en koffiemokken en een halfvolle fles rode wijn. Aan de muur posters met daarop de beeltenis van Che Guevara, John Lennon, Nick & Simon, Jezus Christus (‘Kill your enemies’) en een vlag met daarop het logo van Heineken bier.
Op het moment dat het stuk begint zit Fons dromerig voor zich uit te roken. Fons heeft een tobberig uiterlijk. Hij is kalend en een jaar of zeventien.
Er wordt aangebeld. Fons fronst zijn wenkbrauwen en staat op om de deur te openen. Hij loopt wat onbeholpen en houterig, zoals alles wat hij zegt of doet overkomt alsof het tegen zijn wil gebeurt.
Monique stampt binnen zonder Fons aan te kijken met een brede lach op haar gezicht. Haar blik verandert al naar gelang de situatie afwisselend van een zeer geamuseerde in een verveelde, doodse uitdrukking. Zij heeft dezelfde leeftijd als Fons, net als de andere personages, die later in het stuk voorkomen.
MONIQUE Hé, Kiwi.
FONS Hoi, Monique.
Monique gooit haar kleine zwarte leren rugzak achteloos naast de salontafel. Ze ploft neer op de bank, zucht diep en verschikt iets aan haar lange rood geverfde haar. Ze is mooi: chique en ordinair tegelijk. Ze is stoned en praat voortdurend lijzig.
MONIQUE Ah, wat voel ik me kut zeg.
FONS gaat naast haar op de bank zitten en begint een shaggie te draaien. Monique pakt uit een zak van haar leren jasje een pakje Marlboro light en steekt een sigaret op. Ben je gister uit geweest?
MONIQUE Dat kan je wel zeggen, ja. Tering.
FONS Waar was je dan?
MONIQUE wuift eerst zijn vraag geïrriteerd weg. Ik heb het warm. Ze trekt haar leren jasje uit. Eerst met Sheila thuis zitten drinken. Toen gingen we naar ’t Gat’ en hebben op de plee stickies gerookt en daarna gepoold. Een stilte van vijf seconden. We kwamen mijn ex Kees nog tegen in de ‘Movies’, leuk joh. Ze kijkt Fons lachend aan. Ze kraait ondeugend.
FONS grinnikt besmuikt. Heb je weer met hem gezoend?
MONIQUE Nee, joh. Ik was toch met Sheila?
FONS Alsof jou dat wat uitmaakt.
MONIQUE lacht opnieuw kraaiend om de opmerking van Fons en laat de zilveren armbanden om haar polsen rinkelen. Kees had een feestje op de Keetzijde. Bizar, jongen. Allemaal mensen uit de reclamewereld verkleed als zwervers. Zo gênant! Fons trekt een vies gezicht. Overal drugs. Sommige van die bralballen liepen dronken en doorgesnoven achter boodschappenkarretjes die ze bij de Aldi hadden gejat of geleend of gehuurd.
FONS Heb jij ook in zo’n boodschappenwagen rondgereden?
MONIQUE Ja, maar alleen om te kijken hoe dat voelt. De vent die mij rondreed gaf mij de hele tijd champagne en probeerde mij te versieren. Maar daar trapte ik mooi niet in. Ik ben niet gek. Bizar, man.
FONS Was dat leuk om naar te kijken? Verklede zwervers?
MONIQUE Verklede bralballen. Ik vond het geen moer aan. Eigenlijk maakten die reclamejongens zwervers alleen maar belachelijk. Ik krijg daar mijn kick niet van. Jij wel?
FONS Ik heb nog nooit zoiets meegemaakt. Wat deden ze dan?
MONIQUE Nou, gewoon. Ze wuift weer verveeld met haar rinkelende linkerhand, neemt een trek van haar sigaret, dooft de sigaret slordig in de dichtstbijzijnde overvolle asbak. Op een gegeven moment kwam zo’n kwal met een opengeslagen Playboy binnen en riep met een stem alsof hij geestelijk gehandicapt was: “De daklozenkrant, de daklozenkrant.” Toen zijn maten doorhadden wat hij in zijn handen hield brulden ze van het lachen en wilden ze allemaal de daklozenkrant kopen. Heel subtiel allemaal.
FONS Werd er behalve champagne ook Heineken bier gedronken?
MONIQUE Weet ik veel. Heb ik niet op gelet. Heb je niks te drinken?
FONS Wat wil je?
MONIQUE Wat heb je?
FONS Thee, koffie, Heineken bier, mineraalwater, melk.
MONIQUE Doe maar een Heineken biertje. Fons loopt naar een koelkast die in een hoek van de kamer staat. Pakt voor Monique een halve liter Heineken, voor zichzelf schenkt hij een glas melk in uit een kan melk waarvan het merk bedekt is met een grote witte sticker, Hij drink het glas in één teug leeg. Het lege glas laat hij op de koelkast staan.
FONS Wil je een glas?
MONIQUE Nee, joh. Dat is niet goed voor het milieu. Straks krijg ik de Partij voor de Dieren achter mij aan. Fons lacht en loopt terug naar de bank, overhandigt Monique de fles Heineken bier en gaat weer zitten. Monique neemt een slok van haar Heineken bier.
FONS En wat gebeurde er nog meer op dat feest?
MONIQUE begint in zichzelf te lachen. Sheila en ik hebben in een deuk gelegen. Gelachen, joh. Het was echt bizar. Op een gegeven moment was er een kale vent die onder werd gekotst door een zwerfster. Hij was net een lijntje coke aan het leggen en was “not amused”. Sterker nog, hij gaf haar een ram voor haar bek en de zwerfster ging knock out. Bleek die zwerfster later zijn baas te zijn. Fons lacht hoofdschuddend. Monique kijkt twee seconden zonder uitdrukking op haar gezicht naar zijn kalende hoofd. Daarna begint ze weer te grinniken. Die kop van die dronken zwerfster zat onder het bloed en kots droop van haar kin. Ze stond te janken,maar kon niet meer uit haar worden komen. Hilarisch. Zo suf! Fons grinnikt.
FONS Werd die kale vent niet ontslagen?
MONIQUE Echt niet. Dat dronken wijf werd bewusteloos in een taxi gelegd en ze hadden de taxichauffeur gezegd dat ze in Den Helder woonde, maar ze woonde in Hilversum lacht.
FONS En die kale vent?
MONIQUE Ja. Die was zo high als een dronken hooligan en wilde maar geduwd worden in z’n karretje door zijn collega’s terwijl hij Tarzangeluiden maakte. Aaoeaaahh! Beiden lachen.
FONS Zal ik een cd van Nick&Simon opzetten?
MONIQUE Wat interesseert mij dat nou. Haar ogen blijven weer even onrustig op de kalende kop van Fons rusten. Fons kijkt zonder iets te zeggen naar een plek voor zich op de vloer. Weet ik veel. Ze blaast weer even verveeld voor zich uit, steekt een nieuwe sigaret op. Nick&Simon zijn tof. Helaas al bezet.
FONS Dat kun je wel stellen. Ik vraag me af hoeveel geld die gasten per week verdienen.
MONIQUE Ze haalt ongeïnteresseerd haar schouders op. Alle deuren gaan voor Nick&Simon open. Ze krijgen vast gratis kaartjes voor Ouwehands Dierenpark in Rhenen. Beiden liggen in een deuk.
FONS Ouwehands, dat is toch een merk haring?
MONIQUE Begin jij even lekker over haring. Een haring heeft geen merk. Een haring is een haring. Wie ze in een potje doet wil veel geld verdienen. Maar een haring is nooit een merk.
FONS Maar dat ken jij toch ook? Ouwehands is toch een merk haring?
MONIQUE Ze kijkt verveeld voor zich uit. Ja, Fons, Ouwehands is een merk haring. En haring is niet te vreten. Of ie nou vers is, tweedehands of Ouwehands. Beiden lachen weer.
FONS Zou jij het voor geld doen?
MONIQUE Wie niet?
FONS Ik niet hoor. Hij grinnikt bij het idee dat hij het wel voor geld zou doen.
MONIQUE Lul niet zo slap. Aan iedereen hangt een prijskaartje. Aan jou ook.
FONS Hij bekijkt zijn kleding onderzoekend. Aan mij niet.
MONIQUE Verveeld, haast boos. Aan jou ook, Kiwi. Iedereen is te koop. Kan ik trouwens geld van je lenen?
FONS Ik ben failliet.
MONIQUE Ze zucht weer vermoeid, neemt een slok van haar Heineken bier. Jezus, jij ook al. Het lijkt wel of iedereen failliet is.
FONS Nou, je kunt wel wat lenen. Maar dan moet ik het wel snel terug hebben.
MONIQUE Geef maar 100 euro.
FONS Die is gek. Hij trekt zijn portemonnee tevoorschijn uit de rechterkontzak van zijn spijkerbroek, haalt er een briefje van twintig euro uit en geeft die aan Monique. Twintig euro kun je krijgen, meer niet. Hij stopt zijn portemonnee weer terug in zijn kontzak.
MONIQUE trekt een verbolgen gezicht, pakt het briefje aan en propt het in een voorvakje van haar zwarte leren rugzakje. Twintig euro. Daar kan ik alleen wiet van kopen. Moet ik van de wind leven? Heb je echt niks meer?
FONS trekt zijn portemonnee weer tevoorschijn, houdt een biljet van tien euro omhoog. Nog een tientje?
MONIQUE Nog een tientje? Wat kan je tegenwoordig nog voor een tientje kopen? Ze graait het tientje uit zijn handen, doet ook dat briefje in het voorvakje van haar rugzakje. Neemt een slok Heineken bier.
FONS En niet stiekem een cd van Nick&Simon kopen! Hij heft zijn rechterwijsvinger waarschuwend op. Ik heb wel een lijntje coke voor je.
Hij pakt een wit dicht gevouwen papiertje uit de borstzak van zijn spijkervest. Hij legt het papiertje op de salontafel en vouwt het open. De inhoud van het papiertje is dun wit poeder, cocaïne. Hij schudt wat cocaïne op het tafelblad, pakt het scheermesje om de cocaïne in een dun lijntje te leggen en overhandigt Monique het rietje. Monique buigt zich voorover en neemt een snuif in haar ene en dan haar andere neusgat, waarbij ze beurtelings het andere en dan het ene neusgat dicht drukt met haar vrije hand, om de cocaïne beter doorgang te verlenen tot haar neus.
MONIQUE Daar knapt een mens van op. Hoe gaat het verder met je? Ze kijkt verveeld om zich heen en overhandigt het rietje aan Fons.
FONS Nou, wel goed. Mijn werkstuk is bijna af. Fons buigt zich voorover en verricht dezelfde handelingen als zo even Monique. Monique neemt een slok Heineken bier.
MONIQUE Weet jij hoe laat het is? Ik heb nog een afspraak.
FONS Hij kijkt op zijn horloge. Bijna drie uur.
MONIQUE O.k.
Een stilte van tien seconden.
FONS Zullen we een blowtje draaien?
MONIQUE Dat is een heel goed idee van jou, Kiwi. Een jointje op zijn tijd heeft nog nooit een vlieg kwaad gedaan. Of wel soms?
FONS begint voor zich op de salontafel een joint te draaien. Ik ken niet zo veel vliegen, dus dat zou ik niet weten.
MONIQUE Jij moet cabaretier worden. Op verveelde toon: Jij bent echt hilarisch Fons grinnikt. Monique neemt een slok van haar Heineken bier en zucht weer voor zich uit. Jezus, wat voel ik me kut.
FONS al knutselend aan de joint. Heb je dan veel gedronken gisteren?
MONIQUE chagrijnig. Ja. En door die kut-XTC natuurlijk. Vijf stuks.
FONS Ja, dat hakt er altijd lekker in dan.
MONIQUE Nee man, juist niet. Je kan blijven drinken tot je een ons weegt, dronken word je niet. Dat is juist zo kut van XTC. Dat je niet meer dronken wordt. Maar je gooit wel al die alcohol in je mik en vroeg of laat krijg je een pak slaag van hier tot Tokyo. Jezus.
FONS Weet je wat ik nou niet snap?
MONIQUE verveeld. Wat snap jij niet, Kiwi?
FONS Dat de mensheid wel raketten naar de maan kan sturen, chippies kan maken zodat je op afstand open hart operaties kunt doen en van dat soort dingen, drones en bluetooth en zo, maar een fatsoenlijke oplossing voor een horror kater is er nog nooit uitgevonden.
MONIQUE Ja, dat is goed kut, maar daar schieten we nu niets mee op.
FONS is nu klaar met de joint, steekt hem aan. Wil je een aspirientje?
MONIQUE Aspirientje? Zei jij aspirientje? Het is asperientje en zo’n ding wil ik niet. Ik zit al vol met andere ine’s. Geef is hier. Ze reikt naar de joint, pakt hem aan en neemt een diepe haal. Zo en nou ook nog even wat THC erbij. Lekker hoor. De wiet stijgt gelijk naar haar hoofd en ze begint te giechelen. FONS giechelt mee. Jezus, wat een dag.
FONS Een dag als alle anderen.
MONIQUE Dat kun je wel zeggen ja. Beiden lachen.
FONS Heb je nou nog gezoend gister?
MONIQUE Jezus man, wat kan jij dat nou schelen. Ik heb toch al gezegd dat ik niet heb gezoend. Ga zelf zoenen. Fons lacht besmuikt. Nee, de lust om te zoenen vergaat je wel als je een stelletje als zwervers verklede reclameballen ziet die helemaal naar de klote gaan. Fons lacht verlegen. En ik zat vannacht onder tachtig soorten drugs, dus ik had wel wat anders aan mijn hoofd dan zoenen. Hou je bek toch over zoenen. Jij zoent toch bijna nooit? Die ene keer, met die dikke, dat was toch de enige keer dat jij hebt gezoend?
FONS Ik heb heus wel eens vaker gezoend hoor. Maar ik hoef jou toch niet alles aan je neus te hangen?
MONIQUE Nee, liever niet, dan valt ie er misschien nog een keer vanaf. En daar wordt niemand vrolijker van.
FONS En dan kan je ook niet meer snuiven.
MONIQUE Jij hebt het alleen maar over drugs. Heb je niks beters om over te praten?
FONS Politiek?
MONIQUE Politiek? Lazer op met je politiek. Alles kost geld en dood ga je toch.
FONS Nou, je bent weer het zonnetje in huis vandaag.
MONIQUE Zeik niet zo. Ik heb toch gezegd dat ik een kater heb. Laat me met rust. Ze drinkt haar Heineken bier leeg. Heb je nog een Heineken bier voor me? En doe toch ook maar een asperientje. Of doe er maar twee en neem er zelf ook een. Dat worden dus drie asperientjes.
FONS Ik heb geen kater.
MONIQUE Dat is jouw probleem
Fons loopt naar de koelkast en haalt er een nieuwe fles Heineken bier voor Monique uit. Daarna pakt hij uit een la van het aanrecht een strip aspirientjes. Hij loopt terug naar de bank en drukt Monique twee aspirientjes in haar opgeheven hand. Ze stopt de aspirientjes in haar mond en spoelt ze weg met haar nieuwe Heineken biertje.
MONIQUE Hè, hè, ik voel me al weer bijna normaal.
FONS heeft weer op de bank plaats genomen en draait een nieuw shaggie. Wat was je net dan?
MONIQUE Hoe bedoel je?
FONS Je zei, “daar word ik weer bijna normaal van,” wat was je daarvoor dan? Een zwerfster?
MONIQUE Jij bent zeker de leukste thuis.
FONS Ik woon alleen, dus ik ben altijd de leukste thuis.
MONIQUE lacht nep en langzaam. Ha, ha, ha.
FONS Nou, wat was je net dan?
MONIQUE Kan jij niet even je smoel dicht houden, Kiwi. Ik vind je een beetje vermoeiend worden.
FONS Dan moet je maar niet zo veel zuipen en blowen en slikken en snuiven. Misschien kan je dan wat meer hebben.
MONIQUE Jezus, Kiwi, wat krijgen we nou? Je begint als mijn vader te klinken. Ik bepaal zelf wel wat ik doe.
FONS Hoe is het met je vader. Zijn jullie alweer ‘on speaking terms’?
MONIQUE Niet echt, die eikel. Hij heeft trouwens een soort kanker. Aan zijn nieren.
FONS Jezus, wat erg.
MONIQUE Het is nog niet helemaal zeker, dus zo erg is het ook weer niet. Ze zijn nog met onderzoeken bezig. Hij wil er niet veel over zeggen. Mijn moeder zegt dat het zijn eigen schuld is. Hij rookt al dertig jaar twee pakjes per dag, werkt zich de tering en zuipen doet ie ook als een tempelier. Dus dat hij zich nou kut voelt is wel een beetje zijn eigen schuld. Ach, we zien wel hoe het loopt.
FONS Doe hem in ieder geval de groeten als je hem weer eens ziet.
MONIQUE Dat zal ik zeker doen.
Er wordt aangebeld. Fons loopt naar de deur en laat een meisje van zijn eigen leeftijd binnen, Kirsten (zij draagt een zwart katoenen t-shirt, met daarop de tekst “Fuck Drugs” gedrukt). Ze is in het gezelschap is van een slungelige zwarte jongen.
FONS Hé.
KIRSTEN Hé, Kiwi. Toffe muziek: Nick&Simon.
CARLO steekt zijn rechterhand kort en halfslachtig op. Hoi.
MONIQUE Ze draait zich om op de bank. Hé, Chrisje! Daarna valt haar blik op Carlo. Hé, Mandela!
FONS Ja, Monique, je hebt gelijk. Die gozer is zwart. Chrisje, wat moet jij nou met Mandela? Carlo staat wat hulpeloos in het midden van de kamer. Hij weet niet hoe hij moet reageren.
KIRSTEN lacht wat om zich een houding te geven en gaat op de grond naast de bank zitten. Carlo volgt haar voorbeeld. Once you go black you never go back.
MONIQUE verveeld. Cliché nummer vijfhonderdzevenenzestig.
KIRSTEN Mooi niet.
MONIQUE Mooi wel. Ze neemt weer een slok van haar Heineken bier.
CARLO onzeker. Hebben jullie iets tegen zwarten of zo?
MONIQUE Carlo staat achter haar, maar ze blijft strak voor zich uitkijken.
Nee, Mandela, we zijn communisten, nou goed. We hebben helemaal niks tegen zwarten. Ben je paranoia of zo? Ze draait zich om en kijkt Carlo aan. Hoe heet jij eigenlijk?
CARLO Carlo
MONIQUE Ik had Nelson verwacht.
FONS Nee, we hebben niks tegen zwarten, Carlo. Ik heb alle cd’s van Jimi Hendrix. Dus dan kan je wel nagaan. Willen jullie trouwens wat drinken?
KIRSTEN Heineken Bier, en Carlo ook Heineken Bier. Carlo gaat naast Kirsten op de grond zitten. Fons pakt twee halve liters Heineken bier uit de koelkast.
FONS Monique, moet jij ook nog?
MONIQUE Jezus, denk je dat ik alcoholist ben of zo? Ik heb nog Heineken Bier. Fons overhandigt Kirsten en Carlo de flessen Heineken bier en gaat weer op de bank zitten. Het is vijf seconden stil. Even afgezien van de muziek van Nick&Simon.
KIRSTEN ziet de cocaïne op de salontafel liggen. Hé, coke! Mogen wij ook een lijntje?
FONS Help yourself.
Kirsten en Carlo verrichtten dezelfde handelingen met de cocaïne als Monique en Fons een paar minuten eerder.
MONIQUE Dat heb je vaker gedaan, Mandela. Carlo kijkt boos naar Monique, dan naar Kirsten.
KIRSTEN kijkt Carlo aan, legt een hand op zijn arm. Ze zit je alleen maar te fokken. Ze is geen racist. Ze vindt het alleen maar leuk om je op te fokken.
MONIQUE Ja, ik ben geen racist. Ik ben communist. Dat zei ik net toch al.
CARLO Ben je ook lid van de Communistische Partij?
FONS Carlo, weet jij iets van politiek?
CARLO Een beetje.
FONS De CPN bestaat niet meer. En Monique is geen communist.
MONIQUE rijmt als een rap: nihilist, non-conformist, socialist, alcoholist, biergist, anti-christ, ’t is maar voor dat je het nog niet wist, in je kist, in de mist, als je in je bed heb gepist. Fons en Kirsten barsten in lachen uit. Carlo kijkt verbaasd.
CARLO Je dicht.
MONIQUE Ja, ik ben kunstenares.
KIRSTEN Monique, hou nou op. Doe normaal.
MONIQUE Wat is normaal?
FONS Ja, daar zeg je zo wat.
KIRSTEN Jullie zijn gek, man.
MONIQUE Hoe kunnen we dan normaal doen? Fons lacht.
MONIQUE begint te rappen op de maat van “Rosanne”: Nihilist, non-conformist, socialist, alcoholist, biergist, anti-christ, ’t is maar voor dat je het nog niet wist, in je kist, in de mist, als je in je bed heb gepist. Nu allemaal!
Na een paar keer oefenen hebben ze alle vier de smaak te pakken.
MONIQUE, FONS, KIRSTEN EN CARLO Nihilist, non-conformist, socialist, alcoholist, biergist, anti-christ, ’t is maar voor dat je het nog niet wist, in je kist, in de mist, als je in je bed heb gepist.
Ze klappen allemaal in de maat en gaan steeds harder rappen. Af en toe neemt iemand een slok Heineken bier.
MONIQUE, FONS, KIRSTEN EN CARLO Nihilist, non-conformist, socialist, alcoholist, biergist, anti-christ, ’t is maar voor dat je het nog niet wist, in je kist, in de mist, als je in je bed heb gepist!
DOEK