Feel good movie

29 juli 2015

SCENE 1 SPORTWINKEL

We zien Eduard, een Surinamer van ongeveer dertig jaren oud, gekleed in keurige, sportieve vrijetijdskleding, voor de etalage van een sportwinkel staan. Dan zien we (vanaf de kassa) Eduard de winkel binnenkomen. De Nederlandse verkoopster, een tuttig, plichtsgetrouw en aseksueel schooljuffrouwtype, kijkt met een vragende blik op van de klant die ze helpt: een bejaarde man op zoek naar een kekke zwembril. 

Eduard loopt naar een rek waar sportshirts in diverse kleuren, soorten en maten naast elkaar hangen. Terwijl de verkoopster hem met de ogen blijft volgen, neemt Eduard, met de rug naar de verkoopster toe, shirtjes van het rek en houdt ze voor zijn borst om in de spiegel te kijken hoe ze hem staan en of de maat goed is.

 EDUARD We zien hem van voren. Hij praat in zichzelf, terwijl hij een fel rood shirt voor zijn borst houdt. Wauw, dat is een mooi shirt.

Nadat de verkoopster klaar is met haar bejaarde klant, die met een kekke zwembril richting kassa loopt, blijft ze aandachtig naar Eduard kijken Hij staat nog steeds met zijn rug naar haar toe.
We zien Eduard van voren, de verkoopster loopt, zonder dat hij er erg in heeft, langzaam in de richting van Eduard.
Achter haar, zien we een blanke jongen gespannen achterom naar de verkoopster kijken, terwijl hij een squashracket van een rek pakt. Terwijl Eduard het rode shirt terughangt in het rek ziet hij toevallig in de spiegel hoe de jongen het racket onder zijn regenjas verstopt en naar de uitgang wil lopen.

Terwijl hij zich snel omdraait (de verkoopster, die inmiddels Eduard tot op drie meter genaderd is, kijkt verschrikt op), wijst hij naar de jongen en spreekt hem bevelend toe. Wil jij dat racket heel snel terugleggen!

De verkoopster heeft zich verbouwereerd omgedraaid. Eduard loopt snel langs de verkoopster in de richting van de jongen, die naar de uitgang rennend het racket van onder zijn jas laat vallen.

Hé, staan blijven, klootzak! De jongen opent de deur en sprint keihard weg. We zien Eduard boos in de deuropening staan, terwijl hij de jongen nakijkt. Boos en met gebalde vuist. Wat een hufter!

De verkoopster komt perplex op Eduard afgelopen. Eduard draait zich om, pakt het racket van de vloer en overhandigt deze aan de verkoopster.

Alstublieft. Het is toch niet te geloven. Wat een brutaliteit.

Een dankbare en onzekere glimlach breekt door op het gezicht van de verkoopster terwijl ze het racket aanneemt. Met haar linkerhand op haar borst zucht ze diep van opluchting.

VERKOOPSTER Bedankt. Ik ben me rot geschrokken. Hoe kan ik u bedanken?

EDUARD Ook van opluchting lachend. Door mij zes mooie voetbalshirts cadeau te geven. Nee hoor, mevrouw, dat was een grapje. Ik koop ze gewoon.

Eduard en de verkoopster lopen breed glimlachend naar het rek met de sportshirts.

VERKOOPSTER Hoe wist u dat die jongen een racket probeerde te stelen?

EDUARD Ik zag het toevallig in de spiegel gebeuren.

VERKOOPSTER Ongelooflijk! Wat een geluk!

EDUARD Het kan blijkbaar geen kwaad jezelf af en toe een spiegel voor te houden. Beiden lachen en wenden zich tot het rek met de shirts. Eduard pakt het felrode shirt weer van het rek en houdt het de verkoopster voor. Hier wil ik er graag zes van hebben. Extra large.

VERKOOPSTER Terwijl ze het shirt van hem aanneemt. Nou, ik zal even achter kijken of we er daar nog vijf van hebben. U let wel op de zaak, hè?

Beiden barsten in lachen uit, terwijl de verkoopster lachend achterom kijkend naar het magazijn loopt.

Eduard staat voor de kassa om af te rekenen. De verkoopster slaat de kassa aan.

Dat is dan vijf keer dertig euro, want die zesde krijgt u van mij cadeau.

EDUARD Terwijl hij pint. Dat is heel aardig van u. De verkoopster overhandigt Eduard zijn bonnetje en de tas met shirts.

VERKOOPSTER Alstublieft en nogmaals hartelijk bedankt. Veel plezier ermee!

Eduard verplaatst de tas met de shirts van zijn rechter- naar zijn linkerhand en geeft de verkoopster een hand.

EDUARD Loopt achterom kijkend naar de uitgang. Bedankt hoor en tot ziens!

Eduard sluit de winkeldeur achter zich en zwaait, als hij wegloopt, naar de verkoopster. De verkoopster zwaait glimlachend terug.

SCENE 2 FABRIEKSHAL (KANTOOR)

Erik, een Nederlander van een jaar of dertig, zit op een bank, die naast de deur van een kantoor tegen de wand van een fabriekshal staat. Mannen met veiligheidshelmen op, gekleed in overalls, lopen langs. Industriële geluiden klinken. Erik kijkt zenuwachtig op zijn horloge. Het deurtje van het kantoor gaat open. Eduard kijkt om de hoek van de deur. Erik staat nerveus en verbaasd op.

EDUARD Kom binnen. Erik stapt verlegen het kantoor binnen. Eduard geeft Erik een hand. Goedemorgen. Eduard Daniëls.

ERIK Goedemorgen. Erik van Randwijk.

EDUARD Ga zitten, Erik. Erik neemt plaats op een stoel voor het bureau. Eduard gaat achter zijn bureau zitten. Eduard kijkt even naar de papieren op zijn bureau. Welkom op onze afdeling Erik. Ik ben blij dat je voor ons wilt komen werken. Ik heb begrepen dat je al zeven jaar werkervaring hebt als lasser. Waarom wil je weg bij je huidige werkgever?

ERIK Ik vind de werksfeer bij mijn huidige werkgever steeds minder. Onze ploegbaas geeft ons altijd het gevoel dat we niet hard genoeg werken. En dat terwijl we ontzettend vaak overwerken zonder daar extra betaald voor te krijgen. Hij is zelf zo lui als het maar kan. Bovendien vind ik de reistijd van mijn huis naar het werk te lang.

EDUARD Ik hoop niet dat je mij ook lui zult vinden. Ze lachen. Ik eis ook dat je je voor de volle honderd procent inzet voor het bedrijf. Maar bij ons gaan we gewoon elke dag om vijf uur naar huis. En als er overgewerkt moet worden krijg je gewoon doorbetaald.

ERIK U zult zien…

EDUARD Zeg maar jij hoor.

ERIK Je zult zien dat ik niet lui ben.

EDUARD Zo bedoelde ik het ook niet. Al je papieren zijn in orde. Wat mij betreft kun je vandaag nog aan de slag. Je hebt een proeftijd van twee maanden. Daarna krijg je een vast contract. Loop even mee, dan stel ik je voor aan de jongens van de afdeling. Als het goed is hebben ze nu pauze. De papieren rompslomp komt later wel.

Eduard staat op, Erik volgt.

ERIK Terwijl hij Eduard de hand schudt. Dankjewel. Je zult er geen spijt van hebben.

Eduard en Erik verlaten het kantoor en lopen de fabriekshal binnen, steken schuin de fabrieksvloer over in de richting van een kantine.

SCENE 3 KANTINE

In de kantine zitten vier mannen aan een tafel koffie te drinken. Achter in de kantine een soort “self service” met enkele snacks, bekertjes melk e.d. De vier, dat zijn: twee Nederlanders, een Marokkaan en een Turk (allen tussen de 25 en 40 jaar). De vier kijken op als Eduard en Erik binnenkomen.

ABDUL De Marokkaan, collega-lasser. Hé, Eduard, is dat onze nieuwe lasser?

EDUARD Gaat aan het hoofd van de tafel staan, Erik staat schuin achter hem.

Ja, Abdul. Mannen, mag ik jullie voorstellen aan Erik. Erik komt bij ons werken als lasser. Erik, dat is Abdul, ook lasser.

Erik buigt zich over de tafel en schudt Abdul de hand, en zo verder.

John, Kees en Ahmed. Eduard wendt zich tot Erik. Je zult ze straks nog wel even spreken. Eerst wil ik je even laten zien waar je komt te werken.

KEES Hé, chef, heb je al gevraagd of Erik kan voetballen?

EDUARD Oh ja, Erik, dat ben ik nog vergeten te vragen. Volgende week wordt het jaarlijkse zaalvoetbaltoernooi van ons bedrijf gehouden. We missen nog een zesde man. Heb jij zin om mee te doen?

ERIK Dat lijkt me heel leuk. Ik wil wel keepen. Ik was vroeger ook altijd keeper

EDUARD Dat is precies wat ik je wilde vragen. Perfect. We gaan vanavond na het werk trainen. Doe je mee?

AHMED De Turk. Chef, ik zat net te denken. We hebben nu wel mooie shirts, maar je bent het belangrijkste vergeten te kopen. Een bal. Zonder bal kun je niet trainen.

EDUARD Lachend, zichzelf voor het hoofd slaand. Wat stom!

AHMED Het is vanavond koopavond. Ik ga wel even een bal kopen.

EDUARD Fantastisch. O.k., mannen, tot straks!

ERIK Tot ziens

JOHN De ballen! Iedereen lacht.

Eduard en Erik verlaten de kantine. Ze worden hartelijk uitgeleide gedaan door de anderen.

SCENE 4 TRAM

Ahmed betreedt de tram. In zijn rechterhand houdt hij een plastic zak met daarin de bal. Hij pakt met zijn rechterhand zijn ov-chipkaart uit de rechterzak van zijn jas, checkt in. Hij wil de ov-kaart terug in zijn jaszak doen, maar die valt, zonder dat Ahmed er erg in heeft, in de plastic tas. Ahmed neemt ontspannen plaats. Hij kijkt rustig naar buiten. Dan betreden bij een halte vier controleurs de tram. Ahmed heeft het niet eens door. Hij blijft rustig naar buiten kijken. De controleurs doen hun werk. Iedereen heeft een geldig plaatsbewijs. De controleur die Ahmed’s richting opkomt houdt stil bij de passagier die op de plaats voor Ahmed zit. De passagier is een mooie dertigjarige blondine zonder ov-chipkaart. Als het gesprek een aanvang neemt luistert Ahmed onwillekeurig mee. We zien hem af en toe grimassen: vragend kijken, glimlachen, al naar gelang het verloop van het gesprek.

CONTROLEUR Goedemiddag mevrouwtje, uw plaatsbewijs alstublieft.

BLONDINE Hoi. Sorry, maar ik ben mijn ov-chipkaart vergeten. Die ligt nog bij mijn ouders.

CONTROLEUR Sorry, mevrouw, maar u lijkt me geen student.

BLONDINE Daar kan ik ook niks aan doen. Normaal heb ik hem altijd bij me, sorry.

CONTROLEUR Wat studeer je?

BLONDINE Frans.

CONTROLEUR Terwijl hij zijn bonnenboekje en pen ter hand neemt. Dan mag u me uw adres in het Frans noemen.

BLONDINE Met een enorm accent. Rue de Dapper, numero cinq, Amsterdam. Code de la poste mille, cent, uh, quatre-vingt dix, trois BK.

CONTROLEUR Bergt zijn boekje en pen weer op. Nou ja, voor deze keer dan. Ik zal niet moeilijk doen. Maar in het vervolg moet u uw ov-chipkaart niet vergeten.

BLONDINE Ik zal erom denken. Sorry.

De controleur loopt door naar Ahmed. Kijkt chagrijnig op hem neer.

CONTROLEUR Vervoersbewijs alstublieft.

AHMED Tast in zijn rechter jaszak, terwijl hij nog glimlacht om de milde controleur. Maar natuurlijk. Ahmed tast mis. Het kaartje is verdwenen. Hé, waar is mijn ov-chipkaart nou? Ik had hem toch echt in deze zak gestopt.

CONTROLEUR Kijkt verveeld naar buiten en pakt alvast zijn bonboekje en pen tevoorschijn. Ja, dat smoesje kennen we, meneer. Kaartje verloren. Jammer hoor. Even boete betalen, dan is er niks aan de hand. Gewoon even zestig euro plus de ritprijs. Maar u heeft zeker geen geld bij u.

AHMED Terwijl hij al zijn zakken aftast. Jawel, ik heb wel geld bij me, maar waar is dat kaartje nou?

CONTROLEUR Houdt pen en boek gereed. Uw naam?

AHMED Kijkt in zijn tas en ziet zijn kaartje, pakt hem eruit. Kijk, hier is mijn ov-chipkaart!

De controleur kijkt bijna teleurgesteld, dan scant hij de ov-chipkaart heel zorgvuldig, geeft hem zonder een woord te zeggen terug aan Ahmed en loopt door naar de volgende passagier. Ahmed kijkt sip naar buiten en schudt het hoofd.

SCENE 5 DE FABRIEKSHAL

De morgen na de training. Abdul en Erik komen samen om voor het eerst te gaan werken.

ABDUL Weet je, toen je gisteren uitliep, toen John op je afkwam had je beter op de lijn kunnen blijven staan. Dan had je die bal misschien gehad. Stom hoor, om uit te lopen. Nou ja, las deze twee buizen eens aan elkaar. Ik wil wel eens zien hoe je werkt.

ERIK Erik spuit uit een plastic flesje “S-39” op de lashaard, doet daarna “soldeer” op dezelfde plek. Luister eens, Abdul, we hebben in dat oefenpartijtje wel gewonnen. En over die goal van John, toen was jij nergens te bekennen.

ABDUL Kijkt naar de verrichtingen van Erik. Jezus man, niet zoveel, zo wordt het een rotzootje. Wat ben jij voor een lasser?

ERIK Luister eens Abdul. Ik werk al heel lang als lasser. Jaar in jaar uit heb ik alleen maar vakwerk geleverd. Dus ga me nou niet vertellen dat ik als een amateur te werk ga. Bemoei je alsjeblieft met je eigen zaken, ja? Ik weet dat ik hier nieuw ben, maar dat betekent nog niet dat ik geen kaas gegeten heb van lassen. Cynisch. Ach, natuurlijk, kaas is natuurlijk geen dagelijkse kost voor Turken.

ABDUL Toevallig is Ahmed de Turk en ben ik de Marokkaan. En ik heb helemaal geen zin in jouw sarcastisch uitgesproken grappige opmerkingen. Laten we gewoon van vakman tot vakman met elkaar spreken en spaar me je bijdehante opmerkingen. Je gebruikt gewoon teveel S-39 en soldeer. Dat is nergens voor nodig.

ERIK Ik bedoelde het niet lullig, Abdul, maar je hebt alleen maar aanmerkingen op mij. Ik keep niet goed, ik las niet goed. Moet je jezelf zien voetballen. Je schopte vlak voor het doel over de bal heen! En dan ga je lopen klagen over een beetje teveel olie en soldeer. Terwijl ik precies weet wat ik doe! Ik ben niet iemand die je in moet werken, maar een nieuwe collega! Dus ga me niet bedisselen, Abdul!

Op dat moment komt Eduard langs. Abdul en Erik zijn aan het lassen. Ze hebben geen zin om hun wrevel te uiten tegenover Eduard.

EDUARD Goed gehumeurd. En hoe bevalt het hier, Erik?

ERIK Chagrijnig. Heel goed.

EDUARD Nou, dat klinkt niet erg van harte.

ERIK Kijkt Abdul veelbetekenend aan. Jawel, maar ik heb vannacht niet erg goed geslapen.

SCENE 6 KANTINE

Het is ochtendpauze. Eduard, Abdul, Ahmed, Erik, Kees en John zitten samen koffie te drinken.

EDUARD Nou, mannen, we hebben gister lekker getraind. Alleen vond ik het geen gezicht dat we alle zes van die mooie rode shirtjes droegen, maar dat we allemaal verschillende broeken aan hadden. De een blauw, de ander zwart, dat kan niet. We moeten echt uniform gekleed gaan. Dus ik stel voor dat we voor het toernooi een zelfde kleur broek dragen. Wie van jullie wil even vanmiddag bij Sport & Co. zes zwarte broeken ophalen? Dan zien we er allemaal pico bello uit. Ik heb er al overgebeld, ze moeten alleen maar om een uur of vijf vanmiddag opgehaald worden.

ABDUL Dat wil ik wel doen.

EDUARD O.k., Abdul, dan neem je vanmiddag een auto en gaat even die broekjes halen. Perfect. Eduard klapt in zijn handen.

SCENE 7 PARKEERPLAATS BEDRIJFSGEBOUW

We zien Abdul in zijn burgerkloffie met de auto bij Sport & Co. aankomen. Hij parkeert zijn auto en kijkt naar de achterkant van het bedrijfsgebouw, monsterend waar hij de zes broeken op moet halen. Hij stapt uit en loopt naar de dichtstbijzijnde deur. De deur zit op slot. Abdul morrelt aan de deurknop. Op dat moment komt een blanke medewerker van het bedrijf toevallig naar buiten en bekijkt de aan de deur morrelende Abdul argwanend. Abdul heeft de man niet gezien. Nadat hij enkele tientallen seconden heeft staan morrelen kijkt hij met de rechterhand spiedend aan het voorhoofd door het naast de deur gelegen raam naar binnen.

MEDEWERKER SPORT & CO. Hé, wat moet dat daar?!

ABDUL Goedemiddag, ik kom zes zwarte sportbroeken ophalen.

MEDEWERKER SPORT & CO. Nog steeds argwanend. Sportbroeken? Zwart? Waar heb je het over?

ABDUL Er is gebeld over zes zwarte sportbroeken, voetbalbroe¬ken, die vanmiddag opgehaald zouden worden. Weet u daar iets van?

MEDEWERKER SPORT & CO. Nee. Komt u maar even mee naar het kantoor.

SCENE 8 KANTOOR VAN SPORT & CO.

De medewerker komt binnen met Abdul en wendt zich tot een receptioniste/telefoniste.

MEDEWERKER SPORT & CO. Hoi, Anja, weet jij iets van zes zwarte voetbalbroeken die vanmiddag opgehaald zouden worden?

ANJA Ja, die liggen al klaar.

MEDEWERKER SPORT & CO. Wendt zich beleefd tot Abdul. Kijk eens aan, ze liggen al klaar!

ABDUL Nou, dan zal ik maar even betalen. Wat moet het kosten?

MEDEWERKER SPORT & CO. Slijmerig. Anja, wat moet het kosten?

ANJA Honderdvijftien euro.

MEDEWERKER SPORT & CO. Honderdvijftien euro, meneer, uh…

ABDUL Demirel

MEDEWERKER SPORT & CO. Honderdvijftien euro, alstublieft, mijnheer Demirel.

ABDUL Pint. Honderdvijftien euro. Alstublieft

MEDEWERKER SPORT & CO. Wendt zich vleiend tot Abdul. Dank u wel en graag tot ziens.

Abdul verlaat het kantoor. Als hij de deur achter zich gesloten heeft kijkt hij heel even veelbetekenend naar de medewerker van Sport & Co.

SCENE 9 SPORTHAL

We zien het team voetballen. Erik staat op doel. Kees en Ahmed spelen achter. John en Eduard vormen het middenveld. Abdul is de spits. We zien een vloeiende aanval van de tegenpartij en Erik redt. Dan zien we een vloeiende aanval van Eduard en consorten en het goal wordt getroffen door Abdul. Het team viert de goal uitzinnig. Zo zien we nog twee goals van de “roden”. Een van Eduard en een van Erik via een penalty.

SCENE 10 KLEEDKAMER

Na het toernooi, dat de roden blijkbaar gewonnen hebben, zien we alle ploegmaten van Eduard’s ploeg samen feest vieren.