26 juni 1995
Het was hartje zomer, twee uur in de middag. Via de San Bernardino Freeway reden Don Juan en ik met onze witte cabriolet het zinderend hete Los Angeles binnen. In de verte, downtown, kaatsten trillende wolkenkrabbers als verdwaalde vuurtorens felle lichtflitsen over de dampende stad. Vrouwen deinden traag en luchtig gekleed over de trottoirs van Olympic Boulevard. Ze droegen de zonnebrillen vandaag eens niet om voor de zoveelste filmster van Hollywood door te gaan. In MacArthur Park lagen honderden daklozen somber in de schaduw van bomen, struiken en afvalbakken. Eén zwerver zat verdwaasd en zwetend in de zon, zijn rug naar een gedoofde fontein gekeerd.
We waren op weg naar het strand van Santa Monica. Om de hitte te ontvluchten. Na een lange en stoffige rit, die ons onder meer door de adembenemende natuur van Arizona en Nevada had gevoerd, snakten we naar een frisse duik in zee en een zuchtje wind. Toen we een kamer hadden gevonden in het Santa Monica International Hostel, 1436 Second Street, dronken we op de binnenplaats van het hotel eerst om beurten gulzig uit een fles Mountain Valley Spring Water. Daarna zouden we snel het grootste openbare zwembad ter wereld, de Pacific Ocean, in plonzen. Ik kon bijna niet wachten.
Vlak naast ons zaten twee prachtige Amerikaanse vrouwen van ongeveer vijfentwintig jaar oud. De één droeg het haar lang, blond en krullend, de ander half lang en donkerblond. Schaars gekleed en met de onvermijdelijke zonnebril op de neus knauwden ze met elkaar over wat ze die dag zouden gaan doen.
‘I wanna go to the mall,’ zei de blonde, ‘and do some shoppin’.’
‘No, Melanie,’ zei de donkerblonde, ‘I wanna go to the beach.’
‘But it’s too hot down there. I’ll faint,’ zei Melanie dreinend.
‘Let’s go swimming. That oughta cool ya down,’ zei de donkerblonde.
‘No, the sea will ruin my hair, Kari,’ zei Melanie.
Melanie en Kari dus. Ik klokte snel het laatste restje mineraalwater achterover en stond op om me om te kleden en naar het strand te gaan. Tot mijn schrik richtte Don Juan het woord tot de twee mooie caissières. Waar wilde hij in godsnaam met hen over praten? Over ‘malls,’ of over ‘hair?’
‘You gotta be insane to go uptown in this heat,’ zei Don Juan met een Texaans accent tegen Melanie.
Melanie en Kari barstten in lachen uit.
‘In California the malls are air-conditioned. This ain’t Texas,’ zei Melanie en bekeek Don Juan met een glimlach van top tot teen. Daarna bekeek ze ook mij, iets vluchtiger. Kari keek me met schitterende ogen strak aan.
‘Where are you guys from?,’ vroeg Kari mij en likte haar lippen nat. Echt waar.
‘Amsterdam, Holland,’ zei ik, en probeerde Kari indringend aan te kijken.
Toen Kari en Melanie door hadden dat ze zelf voor de gek gehouden waren was het ijs gebroken. Een obligaat gesprek volgde over wie wat deed en waarom. Maar alles wat gezegd werd was ondergeschikt aan de zwoele erotische flirt die begonnen was. Kari en Melanie bleken zusjes uit Chicago te zijn. Op vakantie in Californië.
Het was het begin van vier waanzinnige dagen L.A. We rolschaatsten over de boulevard langs Venice Beach, genoten als kleine kinderen van de attracties in de Universal Studios van Hollywood, propten ons met z’n vieren schaterend in een klein pasfotohokje op een hoek van Sunset Boulevard. Elke avond gingen we uitgebreid uit eten. We eindigden de avond met een sixpack Miller Genuine Draft op de Santa Monica Pier.
Het was op de avond voor het vertrek van de Mardyla Sisters dat ik Kari voor het eerst kuste. Tijdens een nachtelijke wandeling langs de branding, die fonkelde en schitterde in het licht van de volle maan. Don Juan en Melanie waren in tegenovergestelde richting gewandeld. Zij hadden elkaar ook gekust.
De volgende en laatste dag genoten we alle vier met volle teugen van de verliefdheid die door de in de dagen ervoor opgebouwde spanning gebarsten was. We hielden handjes vast als pubers en bleven maar zoenen en zoenen. Het naderende afscheid had ons gedwongen om tot romantische actie over te gaan. Het afscheid was er in de loop van de dag echter ook de oorzaak van dat de jolige en verliefde stemming langzaam een wat treurige toon kreeg. Want hoe moest het nu verder? Die avond zouden Kari en Melanie immers naar Chicago vliegen. En Don Juan en ik zouden per auto naar San Francisco gaan.
We brachten de zusjes die avond naar Terminal One van Los Angeles International Airport, een kwartier rijden van Santa Monica. Melanie huilde. Don Juan keek sip. Kari en ik hielden elkaars handen vast en keken elkaar diep in de ogen. Het was moeilijk om afscheid te nemen. Maar ondanks dat ons verstand zei dat dit slechts een vakantieverliefdheid moest zijn geweest en dat het onmogelijk zou zijn om een liefdesrelatie tussen Amsterdam en Chicago in stand te houden, voelden we beiden heel sterk dat dit afscheid niet voor altijd zou zijn.
Dit verhaal verscheen eerder in ‘Efer Magazine’, jaargang 1, nummer 1, aug. – sep. 1995.
“With love from L.A.” won de 1e prijs van een verhalenwedstrijd, die werd georganiseerd door reismagazine “Efer Magazine”, met als thema: “De Verenigde Staten van Amerika”.
In december 2015 verscheen een ingekorte versie van “With love from L.A.” onder de titel “De Reis” in het columnboekje “OSKA Columnwedstrijd 2015”, waarin de volgens de jury beste twintig columns uit honderden inzendingen geplaatst werden.