Wie wil weten hoe ik ooit in contact kwam met het werk van Pieter Waterdrinker en alles wil weten over onze eerste ontmoeting verwijs ik graag naar de reportage die ik daarover schreef en opgenomen is in mijn bundel ‘Van Kluun tot Clinton’ (2022).
Inmiddels zijn we heel wat jaren verder en hebben we elkaar meerdere keren ontmoet. De laatste keer was afgelopen zondagmiddag 7 mei in Boekhandel Broekhuis in mijn woonplaats Deventer. Aanleiding was de boekpresentatie van het nieuwe boek van Waterdrinker ‘Van huis en haard, dagboek van een jaar op drift’, waarin ik zelf ook nog even langskom. Bij deze gelegenheid kon ik hem ook een gesigneerd exemplaar met opdracht van mijn nieuwe roman ‘De Straf van Veger’ overhandigen.
Gisteren ondertekende ik het contract voor mijn zesde boek, dat in het voorjaar van 2024 zal verschijnen bij mijn uitmuntende uitgeverij Ambilicious, het gedichtenboek ‘Transgender Rap’.
‘Transgender Rap’ wordt een keuze uit de honderden gedichten die ik tot op heden schreef. Veel gedichten verschenen eerder in tijdschriften, verzamelbundels, stonden op de shortlist van diverse literaire wedstrijden en op talloze websites.
In ‘Transgender Rap’ worden gedichten opgenomen die zeer divers van toon en karakter zijn; aangrijpende in memoriams worden afgewisseld met provocerende raps en zeer persoonlijke bespiegelingen over de menselijke conditie.
Als voorproefje een gedicht dat ik in 2017 schreef na de dood van mijn beste vriend Mathieu Ruijter (1966-2017):
Alles gaat aan jou voorbij
Binnen een etmaal kan de wereld aan mij voorbijgaan
Jij bent overal en nergens
Ik kan je niet vinden in het boek dat jij geschreven hebt
Al herlees ik al je woorden duizendmaal
De foto’s waarop je beeltenis staat
Vallen verkleurend uit mijn handen
Zijn het mijn handen die jou zo vaak hebben vastgehouden?
Er is geen spoor meer van jou op te vinden
Je lach blijf ik horen
Ik ruik jouw verse, opgedroogde, verbrande, vervlogen zweet
Jouw muziek ligt hier ergens op een plank te zwijgen
Tijdens zijn leven ben ik Herman Brood regelmatig tegengekomen. Na zijn dood heb ik hem vaak gemist.
Dinsdagmiddag 18 april kwam ik toevallig langs de ‘Herman Brood Museum & Experience’ aan de Blijmarkt 21 in Zwolle, slechts geopend op vrijdag, zaterdag en zondagmiddag.
Aangezien Zwolle met de trein slechts 24 minuten van Deventer verwijderd is zal ik hem over niet al te lange tijd weer eens in de ogen kunnen kijken.
Woensdagochtend 12 april werd ik een uur voordat de wekker af zou gaan wakker met een knallende hoofdpijn. Ik was verbaasd en geïrriteerd over dit feit. Waar had ik die hoofdpijn aan verdiend? Ik leef immers als een monnik en stress is mij vreemd. Ik sprong uit bed om zo snel mogelijk een stevige pijnstiller in te nemen.
Ik voelde geen behoefte om terug naar bed te gaan, maakte een dubbele espresso klaar en zette muziek aan: de opzwepende klanken van ‘Saturday Night’ klonken uit mijn bluetooth box. Herman Brood, lang niet gehoord en lang niet aan gedacht, schoot het door mij heen.
Een paar uur later bezocht ik de bibliotheek, gelegen aan de Stromarkt in het hart van mijn woonplaats Deventer, om enkele door mij gereserveerde boeken op te halen. Vlak voordat ik huiswaarts wilde keren viel mijn oog op de memoires van de weduwe Xandra Brood ‘Rock ’n roll widow’. Ik kon een glimlach niet onderdrukken en besloot in een opwelling om ook dit boek te lenen.
Naast de uitleenterminal lag een mooi vormgegeven stapel folders met de titel ‘Verhalencafé’. Ik pakte het bovenste exemplaar van de stapel en las op de achterkant: ‘Bij het Verhalencafé vertellen mensen verhalen die grappig, bijzonder of herkenbaar zijn. Neem plaats in ons café, spits je oren en houd vooral je mond niet dicht.’
De bijeenkomst zou dezelfde dag plaatsvinden van half acht tot tien uur ’s avonds. Mijn nieuwsgierigheid was gewekt en vlak voor half acht die avond betrad ik de Tuinkamer van de bibliotheek, waar een gemêleerd gezelschap van een man of dertig aan zes ronde tafels plaats had genomen.
Ik werd welkom geheten door een vrolijke, jonge vrouw die zich voorstelde als Marjolein. ‘Ik ken jou ergens van,’ zei ze. ‘Jij woont toch vlak bij het stadion van Go Ahead Eagles?’ Ik had haar nooit eerder gezien en woon bovendien in het centrum van Deventer, op twee kilometer afstand van het stadion. ‘Blijkbaar heb ik een dubbelganger’ antwoordde ik en ging op zoek naar een zitplaats.
De avond had als thema het woord ‘toeval’. In groepjes van vijf personen, die elkaar nog nooit hadden ontmoet, vonden bijzondere gesprekken plaats, onvoorspelbaar van karakter, zeer divers en vaak ontroerend.
In de pauze werd melancholische muziek gemaakt door een Oekraïense vluchteling, een vrouw van middelbare leeftijd, die zich voorstelde als Luba. Na de pauze werden nieuwe groepen gevormd en ontsponnen zich opnieuw prachtige gesprekken.
Na afloop van mijn bezoek aan het ‘Verhalencafé’ besloot ik ook naar de volgende editie te gaan, die op dinsdagavond 7 juni op dezelfde locatie plaats zal vinden. Over het themawoord van de volgende avond werd door de initiatiefnemers van het project nog getwijfeld; misschien het woord ‘sprookje’, misschien het woord ‘liefde.’
Om elf uur ging ik naar bed met het boek van Xandra Brood en las op de achterkant: ‘Xandra Jansen weet dat haar huwelijk met ’s-Neerlands grootste rocker niet ‘gewoon’ zal worden’. Eerste zin van het boek: ‘Als ik langs het Hilton kom, kijk ik altijd even omhoog.’
Hoe vaak in mijn jeugd ben ik niet gewaarschuwd door mijn docenten op de middelbare school, dat ik mijzelf nog wel een keer tegen zou komen; als ik mijn huiswerk niet gemaakt had of verdiept was in een roman van Toergenjev of Kafka en de inhoud van de les aan mij voorbij liet gaan.
Mijn docent Natuurkunde had regelmatig slierten vermicelli van de groentesoep, die hij tijdens zijn lunchpauze genuttigd had, nog in zijn baard hangen als hij mij bovengenoemde woorden toebeet. Een andere docent, geen idee of zij Scheikunde of Wiskunde gaf, die eenzelfde oordeel over mij velde, vertoonde meestal enorme zweetplekken onder de oksels van haar colbert van de Zeeman, omringd door cirkels van oud zout. Mijn docenten op de middelbare school waren duidelijk mensen die van hun hobby hun werk hadden gemaakt.
Vanmiddag was het weer eens zover. Ik moest voor zaken in het centrum van Haarlem zijn. Toevallig liep ik langs de Bruna in de Drossestraat. In de etalage werd mijn blik getrokken door de foto die de voorkant van mijn nieuwste bestseller ‘De Straf van Veger’ siert, een jonge en ontspannen versie van mijzelf, op een moment dat mijn leven nauwelijks een aanvang genomen had.
Had ik maar beter naar mijn docenten op de middelbare school geluisterd. Dan had ik met mijn masters in Geschiedenis, Russisch en Filosofie ook voor de klas kunnen staan in plaats van boeken te schrijven.
Als jou hetzelfde lot toekomt als de meeste mensen op onze planeet is de meest toegewijde en wijze persoon die je in je hele leven tegen zult komen jouw moeder, niet God.
Onvoorwaardelijke liefde kent geen grenzen. Fysieke aanwezigheid wel. Geen idee hoeveel kilo God weegt, of hoe groot zijn aanwezigheid is. Ik merk er weinig van.
Je kunt een wijze vader treffen als volwaardige toevoeging aan de betekenis die jouw moeder voor je heeft. In dat geval heb je geluk.
Geluk is geen constante, daar zul je vaak hard voor moeten vechten. Zonder geweld te gebruiken vanzelfsprekend.
Ik geef een kus aan de Goden, al weet ik niet of zij nog betekenis hebben of bestaan. Toch heb ik soms meer contact gevoeld met waar ons leven om gaat in pelgrimsoorden ver van huis. Ver van wat wij ‘thuis’ plegen te noemen.
Op 15 mei 2016 schreef ik op mijn website petermabelus.com het volgende profetische satirische stukje:
ANP – Nadat Oekraïne het Eurovisie Songfestival wist te winnen met het voor Rusland zo beledigende liedje ‘1944’ heeft de Russische president Vladimir Poetin gedreigd, na de Krim, ook de rest van Oekraïne te annexeren. Rusland, dat slechts de vernederende derde plaats behaalde, zou volgens een woordvoerder van Poetin ‘op die manier alsnog volkomen terecht met de eer van de eerste plaats kunnen strijken.’
De feiten:
Het Eurovisiesongfestival 2016 was de 61ste editie van deze Europese liedjeswedstrijd. Het festival werd gehouden in de Ericsson Globe in de Zweedse hoofdstad Stockholm. De editie van 2016 werd gewonnen door Oekraïne dat werd vertegenwoordigd door de zangeres Jamala met het nummer ‘1944’. Oekraïne won met 534 punten.
De Nederlandse vertaling van de tekst van ‘1944’:
Als er vreemden komen Ze komen bij je thuis Ze vermoorden jullie allemaal En zeg We zijn niet schuldig Niet schuldig
Waar is je geest? De mensheid huilt Jullie denken dat jullie goden zijn Maar iedereen gaat dood Slik mijn ziel niet in Onze zielen
Ik kon mijn jeugd daar niet doorbrengen Omdat je mijn rust hebt weggenomen Ik kon mijn jeugd daar niet doorbrengen Omdat je mijn rust hebt weggenomen
We zouden een toekomst kunnen bouwen Waar mensen vrij zijn Om te leven en lief te hebben De gelukkigste tijd
Waar is je hart? De mensheid stijgt Jullie denken dat jullie goden zijn Maar iedereen gaat dood Slik mijn ziel niet in Onze zielen
Ik kon mijn jeugd daar niet doorbrengen Omdat je mijn rust hebt weggenomen Ik kon mijn jeugd daar niet doorbrengen Omdat je mijn rust hebt weggenomen
Boekhandel Broekhuis vroeg mij een stapel exclusieve auteursedities van mijn nieuwe roman ‘De Straf van Veger’ in hun winkel in Deventer te komen signeren. De signeersessie werd volgens traditie afgesloten door bedrijfsleider Eric Bol met een wedstrijdje tafelvoetbal. Er waren slechts winnaars.
De eerste druk van Mabelus’ ode aan de vrouw ‘De Straf van Veger’ was op de dag van verschijnen, Internationale Vrouwendag 8 maart, uitverkocht. Vanaf vandaag weer overal verkrijgbaar.
Pieter Waterdrinker: ‘Boekenweek? Mabelus kopen!’
Kees Schafrat: ‘Een schelmensprookje als bouwsteen van een groots oeuvre. Nu al een klassieker.’
NBD-Biblion: ‘De scherpe pen van Mabelus vliegt alle kanten op zonder het evenwicht te verliezen.’