Ochtendhumeur

15 juli 2015

Het gezin van elf waarin ik opgroeide, vader, moeder, twee zussen en zes broers, had collectief last van een afgrijselijk ochtendhumeur.

We waren arm en woonden klein.

Mijn vader had een enorme hekel aan mijn moeder. Mijn moeder was dan wel altijd chagrijnig, zwijgzaam en nors, toch deed ze altijd trouw het huishouden en de boodschappen.

Mijn moeder was ontzettend lelijk om naar te kijken. Misschien had mijn vader daarom een hekel aan mijn moeder. Maar waarom was hij dan ooit met haar getrouwd? Op foto’s van vroeger was mijn moeder ook al niet om aan te zien, dus dat ze lelijk was had hij ook als jongeman al kunnen weten.

Mijn moeder had een hekel aan mijn vader. Dat kan ik begrijpen. Hij was te lui om te werken en zich te wassen. Daarom scharrelde hij altijd stinkend in en rond ons huis. Ook was hij meestal dronken. Geen idee waar hij het geld vandaan haalde om zich dag na dag te bezatten, want we hadden het niet breed. Hij kon niet tegen alcohol, dus hij kotste bijna dagelijks de boel onder. Dat kotsen kon in zijn bed gebeuren, aan de ontbijttafel, op het toilet. Net hoe het zijn galaanval uitkwam.

Dat mijn vader in de ochtend toch met zijn katerkop aan het hoofd van de ontbijttafel plaatsnam, kwam door het feit dat hij elke avond al voor het acht uur journaal bewusteloos naar het ouderlijk bed werd gesleept door mijn oudste broers. Met enige vorm van discipline had zijn aanwezigheid aan de ontbijttafel niets te maken.

Alle kinderen moesten acht uur ’s morgens de deur uit om naar school te gaan. Mijn moeder stond daarom elke ochtend, half zeven stipt, als eerste op, om de ontbijttafel te dekken en thee te zetten. Daarna marcheerde zij, om exact zeven uur, met een loeiende scheepshoorn aan haar samengeperste lippen, langs de drie twijfelaars op de eerste verdieping, waarin wij negenen de nacht doorbrachten. Ook vader kwam van de herrie bij zijn positieven.

Omdat iedereen van ons gezin aan dezelfde dagelijkse routine gewend was, hoefde niemand woorden vuil te maken aan de verrichtingen die gedaan moesten worden in het uur tussen opstaan en vertrek.

Wij moesten ons eerst snel en provisorisch wassen boven de gootsteen. De oudste waste zich eerst, de jongste waste zich als laatste. De oudste hees zich vervolgens als eerste in goedkope en verstelde kleren. De jongste deed dat als laatste.

Na het aankleden begaf iedereen zich zo snel mogelijk naar de ontbijttafel, in de voorkamer beneden.

Iedereen had recht op twee boterhammen basterdsuiker en twee boterhammen met tevredenheid. Omdat we geen geld hadden voor boter, vingen wij de basterdsuiker, die van de eerste twee boterhammen afviel, op met boterham drie en vier, zodat er van verspilling geen sprake kon zijn. Zwijgend werd een kan lauwe thee rondgedeeld, waarmee iedereen zijn of haar mok vulde. Zodra boterhammen en thee door het voltallige gezin waren verzwolgen, werden tassen ingepakt en jassen aangetrokken.

Zonder te groeten werd de woning verlaten.