Bij de 83e verjaardag van Bob Dylan: ‘I feel like a car wreck’. Mijn ontmoeting met Bob Dylan

Slechts weinig lezers weten dat ik sinds 1984 een regelmatige correspondentie onderhoud met Oscar- en Nobelprijswinnaar Bob Dylan. 

Het eerste van een reeks concerten van Dylan die ik zou bezoeken was op 6 juni 1984 in Sportpaleis Ahoy. Een zeer matig, eerder belabberd, optreden. 

Het geluk trof dat ik er via via achter was gekomen dat Dylan na het concert zou overnachten in het chique Hotel Des Indes aan het lange Voorhout in Den Haag.

Was zijn belabberde optreden van die avond te wijten aan een te veel aan whisky, een slecht humeur of een zware griep. Wat de reden voor de lichte blamage ook geweest mag zijn, ‘The show must go on’, niet waar?

Nog tijdens het wegsterven van de laatste toon van het concert spoedde ik mij zo snel mogelijk per taxi naar het hotel, in de hoop Dylan in de luxueuze hotellobby aan te kunnen treffen, om hem zijn handtekening te vragen, misschien zelfs een praatje te kunnen maken met mijn grote held.

Ik zat nog geen vijf minuten aan de bar van de lobby achter mijn dubbele Jack Daniels zonder ijs op de komst van Bob Dylan te wachten, of hij nam plaats op de kruk naast mij aan de bar. 

Op het moment dat we met elkaar aan de praat raakten kreeg ik pas door hoe grieperig hij was. Kenners van de zangstem van Dylan, die door critici wel eens omschreven is als ‘de stem van een hond die met zijn poot vast zit in het prikkeldraad’, zijn gewend aan het nasale stemgeluid van Dylan, maar nu leek hij met al zijn poten in het prikkeldraad vast te zitten en stroomde het snot uit zijn neus als het water van de Niagara Falls op de grens van de Verenigde Staten en Canada. Metaforen zijn nooit mijn sterkste kant geweest. Dat zal de reden zijn dat ik schrijver geworden ben en geen dichter.

Op mijn vraag een drankje voor hem te mogen bestellen verbaasde het mij dan ook niet dat hij koos voor een ‘grog’ (rum, gekookt water, citroen en honing). 

In de loop van ons gesprek vroeg Bob Dylan op een gegeven moment pen en papier aan de barman en schreef binnen een minuut of twee een tekst, die hij mij overhandigde: ‘I feel like a car wreck’. Het nummer is nooit door Dylan uitgebracht.

We wisselden onze contactgegevens uit.

Vlak daarna zocht hij ziek zijn bed op.

We werden vrienden voor het leven.

Once I was a speeding, brand new car

Now I am not even noticed as a cheap second-hand wreck

I have nothing more to say, feel less than timid

Gas no longer needed, I can no longer be strengthened

I feel like a car wreck, you vomited old fart

Ripe for the scrap heap, tear me apart

Take me off, throw me in a corner of the junkyard, crush me

I feel like a car wreck, I feel like a car wreck

Opgenomen in de bundel ‘Van Kluun tot Clinton’ (2022): https://bit.ly/Peter-Mabelus

Plaats een reactie