De lente van 1988. Ik was 2 weken in Moskou voor mijn studie en een bezoek aan het Lenin-mausoleum was een must voor iedere toerist of student die Moskou voor het eerst bezocht. 1988: de nadagen van de Sovjetunie. Gorbatsjov probeerde de Sovjetunie nieuw elan te geven met de toverwoorden “perestrojka” (hervorming) en “glasnost” (openheid), maar chaos en een snel afbrokkelend gezag van de voorheen dictatoriaal regerende Communistische Partij van de Sovjetunie waren het resultaat.
Op het Rode Plein was de clash van de geschiedenis goed te zien: zoals altijd tijdens de hoogtijdagen van de Sovjetunie brachten jong gehuwden een bezoek aan de laatste rustplaats van Lenin. Een lange stoet nieuwe echtparen in vol ornaat kreeg voorrang voor de Russen en leden van andere gerussificeerde Sovjetvolkeren, die vanuit de hele Sovjetunie speciaal naar het Lenin-mausoleum waren gekomen en het geen punt vonden om uren in de rij te staan voordat ze het mausoleum mochten betreden. Mekka voor gevorderden. Lourdes voor beginners.
Als buitenlanders (vips) kregen wij bij aankomst op het Rode Plein een plek in de wachtrij direct achter de jong gehuwden. Daarmee hadden wij slechts met een wachttijd te maken van een klein half uur, in plaats van de drie uur die gold voor de over het Rode Plein meanderende echte Sovjetburgers. Dat voelde vreemd. Oneerlijk. Paradoxale klassenjustitie.
Of ik bij binnenkomst van het mausoleum werd gevisiteerd en gefouilleerd weet ik niet meer zeker. Wel dat het in het mausoleum ijskoud was, dat er statige wachters naast de onder glas bedekte kist waarin Lenin opgebaard was stonden, dat we niet mochten stilstaan maar in een bedaagd tempo langs de heilige Lenin moesten schuifelen.
Lenin zag er goed uit voor zijn leeftijd. Opgebaard, handen gevouwen op de buik, blosjes op de wangen en het rode haar van zijn baard viel op, omdat er alleen zwart wit beelden bestaan van Lenin in actie.
Ook toen wist ik dat het mausoleum elke jaar maanden lang dicht ging om het lichaam “goed” te houden.
Toch had ik op geen enkele manier het gevoel dat ik voor de gek werd gehouden: dit was de enige echte Lenin. Hij zag er echt uit.
Niet de rubberen pop van Mao, die op het Plein van de Hemelse Vrede in Beijing opgebaard ligt als zijnde het opgebaarde lichaam van Mao.
Na een minuut stond ik buiten het Lenin-mausoleum.
Toen viel mijn oog op een klein en simpel graf. Het graf van Josef Stalin. Onbeduidend.Klein. Niets zeggend en weggemoffeld tussen struikjes en kleine graven van ex-medewerkers die hij toen had laten leven en later had laten vermoorden.
Stalin heeft een kleine 10 jaar naast Lenin opgebaard gelegen in het Lenin-mausoleum, maar toen kwam de destalinisatie en werd hij naast het mausoleum begraven. Tussen allerlei andere onsterfelijke helden van de Sovjetunie, zoals onder anderen de Amerikaanse journalist John Reed.
Moet Lenin nu ook daar begraven worden, in de schaduw van de Kremlin muur? Zoals steeds meer Russen menen? Gezond verstand tegenover folklore? Respect tegenover het verleden vergeten? Respect voor het heden?
Niets is voor de eeuwigheid. Ook het gebalsemde lichaam van Lenin niet.
De lijken in de kast moeten ooit worden opgeruimd.