Dan gaan we over naar het weer. Hallo, schat. Ik neem aan dat je zoals elke dag weer aan de radio gekluisterd zit.
Shit, ik moet naar huis. Helemaal geen zin in. Geen nieuws? Ik hoor niets in mijn oortje. Geen nieuws. Ik ga naar huis. Geen nieuws meer. Tot morgenochtend, lieve luisteraars. Wie komt daar nu de studio binnen zeilen met een kalasjnikov in de hand en een bomvest aan? Het lijkt wel een terrorist! Hij richt zijn wapen op me! Hij zal me toch niet gaan vermoor…
Hallo? Hallo? Ben ik in de uitzending? Ik werd geboren als vijfde zoon in een gezin dat twaalf kinderen telde. Wij waren arm en woonden in een verwaarloosd flatgebouw aan de rand van Dirkshorngraaf. Ik keek op naar mijn oudere broers: ze werkten twaalf uur per dag op de markt in Wilhelminahaven. Ze hadden samen veel lol en verdienden net genoeg om van te leven. In de moskee predikte elke zondag een imam. Zijn boodschap kwam er op neer dat wij postkoloniale slaven waren in een decadente wereld vol rijkere mensen die ons verachtten, uitlachten, misbruikten, vernederden en belachelijk maakten. Zij vonden onze godsdienst verachtelijk en geloofden zelf in gezondheid, geld, status en prestige. Op 3 mei 2016 werd het mij te veel en moest ik stoom afblazen in de studio van Radio Dirkshorngraaf. Allahu Akbar!