Mijn naam is Frits Ooievaar. Mijn tweelingzus heet Annet. Onze ouders waren een stelletje lamzakken, die ons dagelijks sloegen, altijd de televisie hard aan hadden staan, werkloos waren, maar toch in staat bleken om dagelijks krankzinnige hoeveelheden goedkoop bier naar binnen te werken. Geen idee waar ze het geld vandaan haalden om zichzelf te verminken tot vuurrode verfrommelde varkens.
Onze ouders overleden toen Annet en ik achttien waren. Op dat moment waren we al volkomen verpest door het voorbeeld dat onze ouders ons gegeven hadden. We maakten geen enkele opleiding af en zagen ons genoodzaakt om banken te overvallen om in ons levensonderhoud te voorzien. We belandden in de gevangenis. Wij Ooievaars hadden ons al vroeg in de nesten gewerkt.