De dood van mijn fictieve vrouw

Mijn fictieve neurotische vrouw, met een zwak ontwikkelde narcistische psychose, werd vannacht, zoals elke nacht, getraumatiseerd wakker, omdat zij weer eens die rotdroom had gehad waarin ze het strijkgoed van alle huisvrouwen in de straat binnen een half uur moest wegwerken. Deze repeterende traumatische nachtmerrie is er de oorzaak van dat ze begint te hyperventileren als ze aan een strijkbout denkt. Het ter hand nemen van een strijkbout om daadwerkelijk te gaan strijken moet dan ook als een onmogelijke opgave voor mijn fictieve vrouw worden beschouwd.

Mijn fictieve vrouw is allergisch voor geluid. Als om zeven uur in de ochtend de wekker afgaat slaat mijn fictieve vrouw de wekker met een daarvoor gereed liggende hamer aan diggelen, omdat zij het geluid van een wekker kan die afgaat niet kan verdragen. Het tijdstip waarop de wekker geluiden begint te produceren, zoals bijvoorbeeld het geluid van de alarminstallatie van een in ernstige nood verkerende onderzeeër, is dan ook niet relevant voor mijn fictieve vrouw. Elk tijdstip waarop elke willekeurige wekker afgaat is voor mijn fictieve vrouw wat waterboarding is voor een bewoner van Guantanamo Bay.

Omdat ik mijn fictieve vrouw op geen enkele plaats van haar lichaam aan mag raken (onze drie kinderen zijn met behulp van In Virto Fertilisatie verwekt) is het voor mij niet mogelijk om de hamer, die zij als een kroonjuweel tussen haar benen verstopt houdt, van haar af te pakken.

Mijn fictieve vrouw kan niet tegen rommel. Omdat de vloer van onze slaapkamer iedere ochtend bezaaid ligt met de brokstukken van de vernielde wekker van de dag, die kunnen bestaan uit stukjes glas, scherpe brokken plastic of metalen onderdelen in alle soorten en maten, draai ik elke dag op voor het opruimen van de puinhopen die mijn fictieve vrouw elke ochtend maakt als de wekker is afgegaan. Daarbij gebruik ik altijd een speciaal soort stoffer en blik dat speciaal getest is op de productie van een verwaarloosbare hoeveelheid decibel. Het gebruik van een stofzuiger is net zo’n goed idee als het serveren van een “kapsalon” aan een vegetariër met anorexia.

Als ik vrolijk, liefdevol en zonder geluid te maken onze drie kinderen heb gewekt, en beneden zachtjes de tafel voor het ontbijt voor hen aan het dekken ben, ligt mijn fictieve vrouw al lang weer op een oor te ronken in ons tweepersoonsbed op de zolderverdieping van onze geluiddichte woning, om de verloren gegane nachtrust als gevolg van de traumatische strijkboutnachtmerrie in te halen. De strijkboutnachtmerries putten mijn fictieve vrouw dagelijks in die mate uit dat ze zelden voor het avondeten wakker wordt. Mijn fictieve vrouw komt nooit uit bed en heeft onze drie kinderen na hun geboorte nooit meer gezien.

Nadat de kinderen en ik zwijgend hebben ontbeten om mijn slapende fictieve vrouw op de geluiddichte zolderverdieping niet te wekken, help ik hen voorzichtig met aankleden en breng ze even later, ondanks het feit dat mijn vrouw en ik allebei niet werkzaam zijn op de arbeidsmarkt, voor de zekerheid naar de voorschoolse opvang, zodat de kans dat mijn fictieve vrouw door een of ander geluid dat door een van onze kinderen geproduceerd wordt in haar ochtendslaap wordt gestoord verwaarloosbaar is. De voordeur laat ik altijd op een kiertje staan, zodat de deur niet hard in het slot hoeft te vallen.

Omdat mijn fictieve vrouw en ik beiden geen betaald werk verrichten zorg ik ervoor dat mijn kinderen vijf dagen per week bij een vriend of vriendinnetje thuis de lunch gebruiken. De ouders van de vriendjes en vriendinnetjes van mijn kinderen maken geen probleem van dit eenrichtingsverkeer qua zorgzaamheid, omdat zij allemaal op de hoogte zijn van de geestelijke gesteldheid van mijn fictieve vrouw en de daarmee gepaard gaande armoede van mijn gezin.

Toen mijn fictieve vrouw en ik trouwden was er nog geen vuiltje aan de lucht. Ik had dan ook geen enkele moeite om mijn fictieve vrouw het jawoord te geven tijdens de huwelijksceremonie en trouw in voor- en tegenspoed te beloven. Inmiddels ben ik zeven jaren verder met mijn leven.

Vandaag heb ik besloten om een eind te maken aan het leven van mijn fictieve vrouw. Omdat mijn vrouw fictief is zal ik weinig moeite hebben om haar in twee gelijke stukken te zagen en daarna te verpakken in twee zorgvuldig dichtgetapete vuilniszakken, die ik als de kinderen op school zijn met mijn Kia Picanto naar de vuilstortplaats van mijn gemeente kan brengen.

Omdat mijn fictieve vrouw altijd in haar bed ligt en nooit door haar kinderen gestoord wil worden is de kans groot dat de kinderen pas na jaren door zullen hebben dat ze geen fictieve moeder meer hebben.

Dit verhaal verscheen op 27 juli 2017 als eerste op hoemannendenken.nl.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s