‘Ik heb het helemaal gehad met jouw kutobsessie.’
‘Welke kutobsessie? Waar heb je het over?’
‘Je kutobsessie met het woord “kut” natuurlijk, lul!’
‘Ik weet echt niet waar je op doelt. Heb ik iets met het woord “kut?”
‘Ach, man. Ik kan er niet meer mee leven. Alles draait bij jou om “kut,” “kut” en nog eens “kut.”‘
‘Kun je duidelijk maken wat je bedoelt? Nu laat je me in het duister tasten.’
‘Hebben we vorige zomer hebben niet twee weken in Calcutta gezeten?’
‘Dat was inderdaad een kutvakantie, maar ik kon van tevoren toch ook niet weten dat we daar vast zouden komen te zitten door de tropische storm Xaviera en verder niets van India hebben gezien?’
‘De kerstvakantie hebben we doorgebracht in Connecticut. Wat een saaie kutstaat was dat.’
‘We zijn in Connecticut gestrand omdat ik een psychose kreeg in de trein van Boston naar New York. Ik moest worden opgenomen in het Connecticut Valley Hospital in Middletown, Connecticut. Dat was toch overmacht?’
‘En de zomer daarvoor dan? Ik heb me nog nooit zo verveeld als in dat Kroatische kutdorpje Blinsjki Kut.’
‘Begin je daar nu over? Dat kwam omdat de rivier de Kupa overstroomd was en we geen kant op konden!’
‘Alleen die chillvakantie op Ko Kut, in Thailand, vond ik wel oké. Dat moet ik toegeven.’
‘Dat was toeval. Alle vluchten naar Ko Samui zaten vol.’
‘Vooruit, misschien is die kutobsessie wel meer van mij dan van jou.’
‘Zie je wel! Het valt allemaal reuze mee. Waarschijnlijk is er bij mij helemaal geen sprake van een kutobsessie!’
‘Valt wel mee? Nu ik er nog eens verder over nadenk. Jij wil per se dat onze dochter aan de Katholieke Universiteit Tilburg gaat studeren! “Waar studeert je dochter?” “Aan de KUT.” Ik schaam me elke keer dood als ik het aan iemand moet vertellen.’
‘Maar dat is toch toeval? De studie Italiaans staat daar toevallig het best aangeschreven!’
‘En dat je promotieonderzoek hebt gedaan naar Józef Kut, die rooms-katholieke priester die in 1942 in het Duitse concentratiekamp Dachau is omgekomen? Jezus, je had toch wel een andere Poolse kutpriester uit kunnen kiezen?’
‘Dat is zó flauw, dat je dat zegt! Dat van Józef Kut was stom toeval. Mijn toenmalige hoogleraar geschiedenis zocht iemand die promotieonderzoek wilde doen naar Poolse geestelijken die tijdens de Tweede Wereldoorlog in het verzet hebben gezeten. Als ik geen “ja” had gezegd tegen dat promotieonderzoek was ik nooit doctor in de geschiedenis geworden en dus ook geen universitair docent met het bijbehorende salaris. Dan was je de partner geweest van een gewone geschiedenisleraar aan de een of andere kutschool, in een kutdorp vol met kutkinderen die zich geen reet voor geschiedenis interesseren!’
‘Daar heb je wel een punt.’
‘Kutobsessie! Ik heb helemaal geen kutobsessie! Het zit totaal tussen je oren!’
‘Weet je wat ik opeens lig te denken?’
‘Nou?’
‘Jij had eigenlijk filmregisseur moeten worden in plaats te promoveren op het leven van Józef Kut.’
‘Hoezo dat?’
‘Dan had je de hele dag “Cut” kunnen roepen.’
‘Flauw hoor.’
‘Best een mooi beroep trouwens, filmregisseur. Behalve als je een kutfilm moet maken.’
‘Je hebt gelijk. Dat zou natuurlijk kut zijn.’
Dit verhaal verscheen op 23 augustus 2017 als eerste op hoemannendenken.nl.
Ik ontdek vreemd genoeg nog enkele zinnen en regels in deze blogpost zonder de opeenstapeling van de letters k.u.t..
Verwonderde en verbaasde groet,
LikeLike
Ach ja, de boog kan niet altijd gespannen staan en ik had geen zin om weer over de vagina te schrijven.
LikeLike
Ik had vroeger ‘Kut’ skies. Waren the cutting edge, dat wel. Met een deep side cut voor een kleinere radius. Cut the slope bleef natuurlijk een gevaarlijk spelletje.
Dus helaas, mijn laatste tocht eindigde in een banaan.
LikeGeliked door 1 persoon