In deze losgeslagen wereld zijn er schrijvers met een scherpe blik en pen. Zij beheersen extravagante stijlexponenten zowel als de taal van de straat. In deze bundel slaat Peter Mabelus zijn vuist in een glasbak. Uit de scherven klimt een colameisje omhoog, ontploft een Amerikaan, kwaken eenden rond verloren gegane dichtregels, roept een sloerie in een hallofoon in de Lepelstraat, voelt een belezen meisje in de bus de hartslag van een knappe jongen en hebben metaforische varkens een bewustzijn.
Als lezer gaf ik me over aan een golf verhalen die gaan van bespiegeling, holle retoriek, gelaagdheid, melancholie, gewaagdheid, verbijstering, controversie, obsessie tot ironie. Soms zo fout dat het briljant goed is.
Dank dat ik je voorwoord schrijven mocht.
Mili van Veegh