
‘Is het jou ook wel eens opgevallen dat veel woorden, die je in het Nederlands aan elkaar schrijft, in het Engels los van elkaar geschreven worden?’
‘Nee, maar ik kan dan ook geen Engels.’
‘Het is: “Ik ken geen Engels” en “ik kan geen Engels spreken,” maar zo te horen kun je ook geen Nederlands spreken.’
‘Dank je. Geef eens een voorbeeld dan, van dat los en aan elkaar, in het Engels en Nederlands.’
‘In het Nederlands is bijvoorbeeld het woord “zelfcontrole” één woord, in het Engels is het “self control,” twee woorden.’
‘Ik snap het. Dus wij zeggen het “woeste nijlpaard,” de Engelsen hebben het over het “woestenijlpaard.”
‘Mijn God, ik wil een echtscheiding.’
‘Los of aan elkaar?’
‘Los.’
120w.nl, Weekwoord week 41: woestenij