
In mijn bericht op de sociale media ‘Medeleven’ (3 augustus) vertelde ik dat ik bij het AZC naast mijn huis in Deventer naar binnen was gegaan om mijn diensten aan te bieden.
Dat bleek achteraf niet echt nodig. Alles is daar perfect georganiseerd. Er verblijven nu 150 mensen uit Oekraïne. De kinderen worden in de ochtend met een busje naar school gebracht. De volwassenen worden allemaal aan een baan geholpen. Ze krijgen genoeg geld om boodschappen te doen. Er worden uitjes georganiseerd.
Misschien wel het mooiste is dat zo ongeveer alle Oekraïners ontzettend blij zijn met de manier waarop ze in Nederland worden opgevangen. Ze zijn ook allemaal positief gestemd over de afloop van de oorlog en dat in de wetenschap dat velen van hen veel hebben moeten achterlaten. Niet alleen huis en haard maar ook gesneuvelde geliefden, familieleden en kennissen.
De altijd aanwezige mensen van de Security zijn ontspannen en lief. Er vinden geen nare incidenten plaats.
Ik loop regelmatig binnen voor een praatje met de Nederlandse hulpverleners en mag in de tuin uren converseren met de Oekraïense vluchtelingen. Met sommigen van hen maak ik soms een mooie wandeling langs de IJssel, waarbij ik hen op een terras mag trakteren op een dubbele espresso of een groot glas koud bier.
De grootste indruk op mij maakt vooral de dankbaarheid voor onze gastvrijheid en het feit dat ze werkelijk allemaal vertrouwen hebben in de toekomst. Ze willen, zodra de oorlog voorbij is, allemaal terug naar huis.
Tot maart 2023 heerst de huidige orde. Al naar gelang het verloop van de afschuwelijke oorlog in Oekraïne wordt dan bekeken hoe het met iedereen verder moet.
Ik was de laatste tijd in mijn stukjes vaak cynisch over hoe Nederland geregeerd wordt, en terecht gezien de toeslagenaffaire, de woningnood van jongeren en het alsmaar groeiende deel van de Nederlandse bevolking dat financieel in de ellende zit en komt.
Wat ik nu dagelijks meemaak met de opvang van mensen uit Oekraïne stemt mij gelukkig. Het is een voorrecht om mensen in nood te kunnen en willen helpen. Ik ben weer een beetje trots op Nederland.