Ouder worden heeft ontzettend veel voordelen. Nu Ik de vijftig ruimschoots ben gepasseerd ben ik in het bezit van een dikke pens, een kunstgebit en mijn kapsel lijkt op een versleten vogelnestje. Nu even minder cynisch: mijn koophuis is voor het grootste deel afbetaald en door de jaren heen in waarde drie keer over de kop gegaan, mijn derde vrouw ziet er best leuk uit voor een vrouw van in de veertig en de vijf kinderen uit mijn twee vorige huwelijken zijn inmiddels allemaal min of meer zelfstandig, hebben een fatsoenlijke baan of studeren eindelijk op hun eigen kosten. De jaren dat mijn halve salaris opging aan de hedonistische levensstijl van een handvol pubers die te lui was om te werken ligt gelukkig achter mij.
De grootste voordelen van ouder worden zijn, wat ik zou willen noemen, de voortschrijdende wijsheid, kennis en levenservaring die mijn levenspad sieren. Zo hoorde ik als puber al extreemrechtse politici roepen dat “Nederland vol is”. Daarmee werd vooral bedoeld dat immigranten buiten de grenzen moesten worden gehouden, omdat ze er achterlijke godsdiensten en vrouwonvriendelijke middeleeuwse leefgewoonten op nahielden, maar vooral dat ze onze huizen, banen en vrouwen zouden afpakken.
Ik begreep destijds nooit iets van die uitspraak. Als ik op weg naar mijn grootouders, onderweg van Alkmaar naar Goes, vanaf de achterbank van de auto van mijn ouders naar buiten keek, zag ik onderweg vooral heel veel praktisch lege weilanden met daarin hier en daar grazende koeien en paarden. “Hoezo is Nederland vol?” dacht ik dan. Aan de horizon was regelmatig de torenspits van een kerk te zien. De kerken liepen overigens vanaf de jaren tachtig van de vorige eeuw massaal leeg. In die kerken kon het dus ook onmogelijk “vol” zijn.
Dan te bedenken dat Nederland veertig jaar geleden slechts 14,1 miljoen inwoners telde, tegen 17,4 miljoen inwoners vandaag de dag. Het aantal huishoudens steeg in deze periode volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek, vooral door de alsmaar toenemende individualisering, van ongeveer 4 miljoen in 1980 naar een kleine 8 miljoen nu. Bijna een verdubbeling in veertig jaar tijd.
In het jaarlijkse rapport van het ministerie van Binnenlandse Zaken dat deze week verscheen valt te lezen dat er de komende tien jaar nog eens 845.000 woningen bij moeten komen om te voorkomen dat het woningtekort verder oploopt: “Er is nu een tekort van 331.000 huizen, 4,2%van de woningvoorraad. Het doel is om dit te verkleinen naar 2% in 2035. Dat jaar telt Nederland vermoedelijk ongeveer 18,8 miljoen inwoners, dus de vraag naar woningen zal verder stijgen.”
Ondertussen slaagt men er dit jaar en de komende jaren niet in om aan de jaarlijks gewenste hoeveelheid nieuwbouwwoningen te komen. Redenen hiervoor zijn onder andere de steeds strengere milieueisen waaraan de nieuwe woningen moeten voldoen, alsmede de nieuwe economische crisis als gevolg van het coronavirus.
Er blijft hoop voor mensen zonder fatsoenlijke woning. Net zoals veel kerken inmiddels zijn omgetoverd tot multi-functionele kantoorruimten kunnen we ook profiteren van het feit dat er steeds minder vlees gegeten wordt in Nederland. Op dit moment telt Nederland nog ruim twaalf miljoen varkens, waarvan de meesten in varkensflats in Noord-Brabant “wonen”. Het is niet ondenkbaar dat over een paar jaar vele duizenden inwoners van Nederland zullen vechten om een penthouse in een voormalige varkensflat. Dan is het probleem van de woningnood in het steeds vollere Nederland eindelijk opgelost.
“De varkensflat is de woning van de toekomst” stond op 18 juni 2020 als eerste op hoemannendenken.nl, de enige site vóór vrouwen, dóór mannen.