
In de jaren negentig was ik wereldberoemd in Bulgarije, als schrijver en als wielrenner. Tijdens het afronden van mijn studie Russisch aan de Universiteit van Amsterdam aan het begin van de jaren negentig van de vorige eeuw werd ik in Amsterdam verliefd op een prachtige studente kunstgeschiedenis uit Bulgarije, die hier niet met naam en toenaam genoemd wil worden omdat ze inmiddels een hoge functie in de Bulgaarse regering bekleedt. We werden smoorverliefd op elkaar en besloten samen een nieuw leven te beginnen in Sofia, de hoofdstad van Bulgarije. Mijn vriendin werd conservator in het grootse en meest prestigieuze museum van Sofia, het Nationaal Historisch Museum, ‘Национален исторически музей’ in het Bulgaars. Ik besloot mij bezig te gaan houden met mijn uit de hand gelopen hobby: schrijven.
Elke ochtend stonden mijn vriendin en ik om zes uur op. Na ons gezamenlijke ontbijt vertrok mijn vriendin naar het Nationaal Historisch Museum en toog ik aan het schrijven. Als ik na een paar uurtjes geen zin of inspiratie had om verder te schrijven sprong ik op mijn racefiets om lange tochten te maken door de heuvelachtige omgeving van Sofia. Al snel werd ik tijdens mijn fietstochten opgemerkt door de ploegleider van een professionele Bulgaarse wielerformatie. Tegen een riant salaris werd ik achtereenvolgens gepromoveerd van waterdrager tot eerste luitenant en ten slotte tot kopman van het team dat jaarlijks de winnaar van De Ronde van Bulgarije leverde. Ik werd een nationale bekendheid in Bulgarije en dit feit opende vanzelfsprekend diverse deuren voor mij.
Op een mooie winterdag aan het begin van 1996 werd ik benaderd door de legendarische flamboyante Bulgaarse uitgever Pjotr Beredin, de baas van de prestigieuze uitgeverij Bagri Publishing House, die in het oude centrum van de hoofdstad Sofia gevestigd was. Hem was ter ore gekomen dat ik niet onverdienstelijk kon schrijven. Had ik geen manuscript liggen dat zo ongeveer af was? Zou het geen idee zijn om dit manuscript in het Bulgaars te laten vertalen en op de Bulgaarse markt te brengen. Mijn naamsbekendheid als sympathieke wielrenner was in Bulgarije inmiddels zo groot dat literair succes verzekerd zou zijn.
Ik legde in die tijd de laatste hand aan mijn eerste roman ‘De Straf van Veger’, een boek dat ik meer als een grap dan als een serieus bedoeld literair werk beschouwde. Na voltooiing van het manuscript stuurde ik het resultaat naar Pjotr Beredin. Hij liet het door een team van vier zeer getalenteerde jonge vertaalsters binnen een maand in het Bulgaars vertalen en was na lezing zeer enthousiast. Hij noemde het boek “een meesterwerk van internationale allure dat zonder twijfel alle Bulgaarse verkooprecords zal gaan verbreken”. Zelf was ik voorzichtiger: ik vond het vooral een eer om een boek van mijn hand in de boekwinkel te hebben liggen, ook al was het op dat moment slechts een Bulgaarse boekwinkel.
Mijn vriendin las de Bulgaarse vertaling van ‘De Straf van Veger’ en distantieerde zich van het boek omdat het haar inziens “te misogyn van karakter is”. Haar afkeuring van mijn literaire debuut zou het begin zijn van het tragische en snelle einde van onze relatie. Een relatie die ik tot dan toe als ronduit sprookjesachtig had beschouwd.
Mijn Bulgaarse debuutroman ‘Наказанието на Вегер’, (in het Nederlands ‘De Straf van Veger’) verscheen op 20 juni 1996 en werd een enorm verkoopsucces. Ik werd uitgenodigd in tal van talkshows en de lezingen die ik door het land hield om mijn boek te promoten werden druk bezocht. In de Bulgaarse pers werd gesproken van “Mabelusmania”, omdat net als destijds bij The Beatles hysterische fans van mijn boek en persoon tijdens de lezingen het podium bestormden, lokken van mijn haar afknipten en hun weg vonden naar het bed van mijn altijd luxe hotelkamer.
In totaal zijn er in de bijna vijfentwintig jaar die verstreken zijn sinds het verschijnen van mijn Bulgaarse debuut in 1996 ruim een miljoen exemplaren van het boek gedrukt. In een land met zeven miljoen inwoners betekent dit dat één op de zeven Bulgaren in het bezit is van ‘De Straf van Veger’, oftewel veertien procent van de totale Bulgaarse bevolking, zuigelingen en dementen meegerekend. Een percentage waar geen enkele Nederlandse schrijver in Nederland, laat staan daarbuiten, aan kan tippen.
Vergeleken met de verkoopcijfers van mijn eersteling in Bulgarije kan zelfs een boek als ‘Komt een vrouw bij de dokter’ van Kluun, met een oplage van 1,3 miljoen verkochte exemplaren in Nederland, een land met ruim zeventien miljoen inwoners, als een matig verkoopsucces gekwalificeerd worden.
Na het grote succes van mijn in Nederland verschenen boeken, de literaire thriller ‘Kathmandu Hipsters’ (2018) en de verhalenbundel ‘Hoe ik liefde vergat te geven’ (2019) verschijnt in november dit jaar mijn tweede literaire thriller ‘John West en de gestolen Picasso’. Mijn uitgever, die haar kassa graag luid laat rinkelen, heeft het idee opgevat om volgend jaar, ter gelegenheid van het 25-jarig jubileum van ‘De Straf van Veger’, mijn Bulgaarse roman eindelijk in het Nederlands uit te geven.
Nu ik al enkele jaren van de publicatie van mijn boeken kan leven spreek ik de hoop uit dat de Nederlandse vertaling van ‘Наказанието на Вегер’, ‘De Straf van Veger’ ook in Nederland en wellicht daarbuiten een succes wordt. Dat daarbij de Bulgaarse toestanden die mij en het boek in Bulgarije hebben vergezeld niet geëvenaard zullen worden lijkt me evident en wenselijk.
Wellicht kun je jouw ex uitnodigen om bij de boek presentatie aanwezig te zijn?
Stille groet,
LikeGeliked door 1 persoon
Dat soort activiteiten maakt leven altijd moeilijk.
LikeLike
Goede herinneringen ophalen en daar nieuwe momenten aan toevoegen maakt het leven mooier.
Vredelievende groet,
LikeGeliked door 1 persoon