Een ontmoeting met schrijver Pieter Waterdrinker in de Amsterdamse Hermitage

In de herfst van 2017 brak ik bij het ochtendgloren mijn rug met een salto mortale van de trap; ik viel achterover van de bovenste trede van de trap op de onderste trede van de trap. Of minder dramatisch gezegd: mijn onderste ruggenwervel werd verbrijzeld bij een val van de trap in de ochtend van 25 november 2017. Er was geen sprake van een dwarslaesie. Per ambulance werd ik naar het Noordwest Ziekenhuis locatie Alkmaar gebracht, waar ik ruim een week zou moeten wachten op mijn operatie. Niet alleen was er een aantal wachtenden met een gebroken rug voor mij, spoedgevallen, die in de loop van de week binnengebracht werden, gingen mij ook voor richting operatiezaal.

De flamboyante orthopedisch chirurg Winand Pluymakers was die dagen om wat voor reden dan ook de enig beschikbare orthopedisch chirurg, maar ik wil vooral zeggen dat ik nog nooit zo’n vertrouwenwekkende man in de medische zorg ben tegengekomen. Hij was een knappe, rijzige, atletisch ogende man van een jaar of veertig. Hij straalde kennis, ervaring en vakmanschap uit. Zijn assistenten keken hem vol bewondering aan, alsof hij een soort halfgod was.

Na twee operaties, één om met metalen platen de ruggenwervels boven en onder mijn verbrijzelde ruggenwervel aan elkaar te schroeven, de tweede negen maanden later om de metalen platen te verwijderen; alle scherfjes en botjes van mijn verbrijzelde ruggenwervel waren na een maand of negen samengegroeid tot een soort “nieuwe” ruggenwervel, was ik zo ongeveer weer de oude. Dankzij de fantastische orthopedisch chirurg Winand Pluymakers. Als je ooit je rug breekt, vraag naar hem.

Wat heeft het bovenstaande te maken met mijn ontmoeting met Pieter Waterdrinker in de Amsterdamse Hermitage om een uur of half twee in de middag van 24 februari 2018? Alles. Ik laat je deze intro toch niet lezen als…, maar laat ik het kort houden.

Sinds de eerste ochtend in het ziekenhuis kreeg ik een hemelse hoeveelheid morfine toegediend, waardoor ik aanspreekbaar en zonder pijn was. Een goede kennis, die als assistent in de apotheek van het ziekenhuis werkzaam was, had mij die ochtend op mijn vriendelijke verzoek een grote voorraad gratis valiumtabletten van tien milligram per stuk gebracht, keurig verstopt in een uitgeholde ananas, die het centrum vormde van een weelderige fruitmand. Ik nam elke drie uur een half tablet, zodat de glimlach op mijn gezicht niet meer verdween.

Het toeval wilde dat mijn verjaardag enkele dagen later, op 28 november 2017, in het ziekenhuis “gevierd moest worden”, want, zoals gezegd, werd mij bij binnenkomst in het ziekenhuis gemeld dat ik daar zeker een week zou moeten liggen. De eerste middag in het Noordwest Ziekenhuis kwamen mijn ouders uit Rhenen als eersten bij mij op bezoek.

Mijn ouders hadden als verjaardagscadeau het nieuwste boek van Pieter Waterdrinker voor mij meegenomen, ‘Tsjaikovskistraat 40’ (2017), een boek dat net uitgekomen was en waar mijn moeder een razend enthousiaste recensie in dagblad Trouw van had gelezen.

Pieter Waterdrinker kende ik wel van naam, maar ik was er nooit aan toegekomen iets van hem te lezen. Achteraf is dat tot op zeker hoogte een raadsel te noemen. Net als ik had de vier jaar oudere Waterdrinker in Amsterdam Russisch gestudeerd en had hij de achternaam van zijn moeder aangenomen als schrijversnaam. Ik was via allerlei omwegen in het onderwijs beland en daar ook weer vertrokken, Waterdrinker was halverwege de jaren negentig mede vanwege zijn liefde voor Julia Klochkova en het feit dat hij Philippe Remarque opvolgde als correspondent voor De Telegraaf in Moskou beland. Overigens was Philippe Remarque een oud-studiegenoot van mij die het later nog zou schoppen tot correspondent van De Volkskrant in onder andere Berlijn en Washington. Hij zou zijn glorieuze loopbaan bij De Volkskrant eindigen als hoofdredacteur. Maar laat ik mij hier beperken tot Pieter Waterdrinker.

Je zult begrijpen dat ik door mijn kwetsuur aan het bed gekluisterd was. Na het vertrek van mijn ouders begon ik gelijk te lezen in ‘Tsjaikovskistraat 40’: “Op een late oktoberochtend in het jaar 1988 vroeg een heerschap uit Leiden mij of ik in staat was een kleine zevenduizend bijbels af te leveren in de Sovjet-Unie”. Ik zat na één zin al in het verhaal en sloeg het boek de volgende ochtend pas dicht toen ik het uit had. Geslapen had ik niet. Met de zaklamp op mijn mobiele telefoon had ik ’s nachts in de verduisterde ziekenzaal door kunnen lezen. De morfine zorgde ervoor dat ik in een voortdurend wakkere en euforische stemming bleef. Door de valium was ik volkomen ontspannen. Van vermoeidheid was geen sprake.

Nu was het een feit dat ik al bijna 52 jaar op deze aardkloot rondliep (behalve de laatste twee dagen dan en o ja, wellicht ook de eerste zoveel maanden van mijn eerste levensjaar). In mijn leven had ik vele duizenden boeken gelezen en ik dacht dat ik de wereldliteratuur, maar zeker de Nederlandse literatuur, wel zo’n beetje in mijn hoofd had. Om wat voor raadselachtige reden dan ook was ik in al die jaren nooit gestuit op een boek van Pieter Waterdrinker, die al in 1998 zijn eerste roman ‘Danslessen’ publiceerde en daarna nog zeker zeven romans en drie verhalenbundels het licht liet zien?

Na het lezen van het magische, betoverende en fantastisch geschreven boek ‘Tsjaikovskistraat 40’ wist ik dat ik van deze schrijver alles wilde lezen, zijn werk een speciale plek in mijn huis geven op de bovenste plank van mijn mooiste boekenkast, waarin uitgebreide collecties staan van favorieten als Dostojevski, Reve, Camus en Philip Roth. Sterker nog, ik wist zeker dat ik hem ook zou gaan schrijven en ontmoeten.

Waterdrinker toont zich in ‘Tsjaikovskistraat 40’ een taalvirtuoos, een uitmuntend historicus en een rasverteller die alle losse eindjes perfect aan elkaar verbindt.

In tijden had ik niet zo’n goed boek gelezen. Ik was niet alleen buitengewoon enthousiast, ik was haast verbijsterd dat we in het Nederlandse taalgebied over een schrijver van het allerhoogste niveau beschikten waar relatief weinig aandacht werd besteed. Waterdrinker schrijft in ‘Tsjaikovskistraat 40’ over de dood, die altijd om je heen danst in de vorm van gestorven ouders en vrienden, het aftellen naar je onherroepelijke eigen dood, de onmogelijke liefde, de dood van een geliefde, de dood van een kind, de intens corrupte en schijnheilige en schaamteloze wereld waarin we leven, de dood op krediet die voor veel mensen een dagelijkse bezigheid is in de vorm van alcohol, drugs en sigaretten, de ontoereikendheid van de menselijke liefde, het najagen van wind in de vorm van mechanische seks.

Nooit is Waterdrinker pathetisch. Met enorm veel vaart, humor en zelfspot vertelt hij zijn vele verhalen over de menselijke conditie, die vaak gevormd wordt door de waan van de dag, de waan van het moment en weinig hoop biedt voor de toekomst. Tegelijkertijd vindt hij troost in het kleine; arme kinderen die dolblij zijn met een nieuwe speelplaats, de liefde voor poezen, het genieten van een heerlijke kop koffie in de ontbijtzaal van een hotel.

Pieter Waterdrinker blijft steeds dichtbij zichzelf. Of hij nu de reisleider uithangt op de Wolga, of in het midden staat van het geweld in het Kiev van 2014. En dan is daar altijd zijn vrouw Julia Klochkova, die op haar manier al een kwart eeuw een blind vertrouwen heeft in haar geliefde. Overigens draagt Pieter Waterdrinker al zijn boeken aan haar op. Dat zegt veel.

‘Tsjaikovskistraat 40’was eind 2017 nog niet de enorme bestseller die het in de loop van 2018 zou worden. Waterdrinker was nog niet de bestsellerauteur die in 2018 de grote eer kreeg om op te treden in het zomerse televisieprogramma ‘Zomergasten’ en overal voor uitverkochte zalen lezingen gaf.

Via via kwam ik achter het emailadres van Pieter Waterdrinker en besloot hem een lovende mail te sturen waar hij een paar dagen later uitgebreid en sympathiek op reageerde. We werden vrienden op Facebook en Twitter.

Omdat ik een van de eersten was die ‘Tsjaikovskistraat 40’ had gelezen kon ik niet alleen zijn herdrukte boeken dezelfde dag bestellen, ook titels, waaronder zijn eerste drie romans, die nooit herdrukt waren, kon ik nog dezelfde dag voor een bedrag van rond een tientje via de website boekwinkeltjes.nl aanschaffen. Die eerste drukken zijn inmiddels goud waard en worden tegenwoordig op dezelfde site voor soms honderden euro per titel aangeboden. Binnen een paar dagen bezat ik de eerste druk van elk boek van Pieter Waterdrinker.

Zijn debuutroman ‘Danslessen’ werd pas in 2019 na ruim 20 jaar herdrukt. Ik neem aan dat zijn twee respectievelijke volgende romans ‘Liebman’s ring’ (2001) en ‘Een Hollandse romance’ (2003) ook binnen afzienbare tijd een herdruk zullen krijgen.

In het Noordwest Ziekenhuis las ik in ruim een week tijd behalve ‘Tsjaikovskistraat 40’ de eerste vier titels van Waterdrinker. Toevallig kwam ik in het trotse bezit van eerste drukken van ‘Liebman’s ring’ en ‘Poubelle’ (2016), gesigneerd en met opdracht. Dolgelukkig was ik met het dunne boekje ‘Zingen met Biesheuvel’ (2015), een verhaal dat voor het eerst in 2007 in het ‘Hollands Maandblad’ was verschenen, maar ter gelegenheid van de invoering van de J.M.A. Biesheuvelprijs in 2015 bibliofiel in slechts 140 exemplaren door uitgeverij Avalon werd uitgegeven. Het verhaal werd pas in 2018 voor het eerst gebundeld in de verhalenbundel ‘Een dame in Kislovodsk’ (2018), een bundel die naast zes nooit eerder gebundelde verhalen negentien verhalen bevat die eerder verschenen in de verhalenbundels ‘Kaviaar en ander leed’ (2000), ‘Montagne Russe’ (2007) en ‘De Correspondent’ (2014).

Ik wist zeker dat er een gelegenheid zou komen dat ik Pieter Waterdrinker zijn handtekening kon laten zetten in mijn exemplaren van zijn werk.

In de loop van de maand december 2017 las ik stug door in het oeuvre van Waterdrinker. Op Oudejaarsavond sloot ik mij op in mijn studeerkamer om zijn meeslepende, tragische en hilarische roman ‘De dood van Mila Burger’ (2010) uit te lezen, waarmee ik alle titels van Pieter Waterdrinker gelezen had. Pas om vijf minuten voor middernacht had ik het boek uit en begaf me onder het drinkende en lallende gezelschap dat mijn vrouw die avond bij ons thuis uitgenodigd had. Onze gasten waren verbaasd dat ik überhaupt thuis was (“We dachten dat je weer in het ziekenhuis lag”).

Omdat Pieter Waterdrinker een globetrotter is die vooral in Rusland woont en werkt was een ontmoeting met Pieter Waterdrinker niet op de meest eenvoudige manier te regelen: voor zijn huis rondhangen in Sint-Petersburg met een boek in de hand van de meester en daar net zo lang blijven wachten totdat hij tevoorschijn zou komen. Ik had geen zin om te veel in de huid te kruipen van de geobsedeerde stalkende fan en moest daarbij direct denken aan Mark David Chapman, die tegen elf uur in de avond van 8 december 1980 John Lennon executeerde op het moment dat hij het Dakota Building in New York betrad, waar Lennon enkele luxe appartementen aan het Central Park bewoonde, uren nadat Lennon op ongeveer dezelfde plek zijn handtekening op Chapman’s exemplaar van Lennon’s comeback album ‘Double Fantasy’ had gezet. Daarnaast wist ik dat Waterdrinker naast zijn woning in de Tsjaikovskistraat 40 ook een appartement in Moskou bezat, in de buurt van het Rode Plein, waar hij regelmatig verbleef, dus liep je als geobsedeerde fan het risico om dagen- of wekenlang voor het verkeerde huis te staan posten. Nee, eenvoudiger was het om uit te zoeken waar Waterdrinker in Nederland zijn opwachting zou maken.

Ik kwam erachter dat Pieter Waterdrinker al jaren met veel plezier lezingen gaf in boekhandel Broekhuis Hengelo, gevestigd aan de Wemenstraat 45 in het exotische Twente. Deze prachtige boekhandel is één van de vijf boekwinkels van de flamboyante “Boekenkoning van het Oosten” Kees Schafrat en de werkplaats van de sympathieke inkoper Erik Hoekstra. Dat het niet overal kommer en kwel is in ‘Boekenland’ bewijst Kees Schafrat door in zijn Saab 93 cabrio stad en land af te rijden op zoek naar nieuw talent of om bezoeken af te leggen bij grootheden uit de Nederlandse literatuur, waar hij soms letterlijk kind aan huis is.

In dezelfde week dat Pieter Waterdrinker een lezing zou geven in boekhandel Broekhuis Hengelo werd bekend dat Pieter Waterdrinker op zaterdag 24 februari 2018 om twee uur in de middag een prettig gesprek zou voeren met de grote slavist en schrijver Michel Krielaars in het audiotorium van de Amsterdamse Hermitage aan de Amstel. Daar zou ik heengaan. Daar zou ik Pieter Waterdrinker gaan ontmoeten om hem een handvol handtekeningen te laten zetten in zijn debuutroman ‘Danslessen’, het bibliofiele ‘Zingen met Biesheuvel’ en het boek waar het voor mij allemaal mee begonnen was, ‘Tsjaikovskistraat 40’.

Op die bewuste middag was ik ruim een half uur voor het optreden van Waterdrinker aanwezig in De Hermitage. Een telefoontje eerder in de week naar de receptie van het museum had mij geleerd dat de lezing zou plaatsvinden in het auditorium op de eerste verdieping van het museum. Een museumjaarkaart was niet nodig, er werd geen entree geheven en men hoefde niet te reserveren.

Bij mijn binnenkomst in de entreehal van De Hermitage zag ik Pieter Waterdrinker druk gesticulerend praten met twee vrouwen van middelbare leeftijd die zonder twijfel als slecht geïnformeerde vrijwilliger achter de receptie van het museum hadden plaatsgenomen.

‘Ik geef een lezing om twee uur, over een half uur, hier in De Hermitage!’ riep Pieter Waterdrinker licht geïrriteerd uit.

De twee vrouwen van middelbare leeftijd wisten van niets: ‘Lezing? Waar? Wie bent u dan? Hoe laat?’

Pieter Waterdrinker: ‘Ik weet niet waar. Dat vraag ik aan u! Ik ben schrijver. Pieter Waterdrinker!’

Er ging maar geen belletje rinkelen bij de vrijwilligsters van middelbare leeftijd. De dames keken elkaar met hoog opgetrokken wenkbrauwen aan. ‘Pieter Waterdrinker? Schrijver? Nooit van gehoord.’

Ik moest me met de situatie bemoeien. Ik deed een stap voorwaarts maar keek nog steeds tegen de rug van Pieter Waterdrinker aan. Een van de twee dames achter de balie keek mij verward aan.

‘Mag ik even inbreken?’ zei ik tegen niemand in het bijzonder. ‘Dit is de schrijver Pieter Waterdrinker.’ Ik wees naar de nu gebogen rug van Pieter Waterdrinker, die geagiteerd in een map vol papieren wroette die hij tussen zijn benen op de grond had gezet. ‘Over een half uur geeft hij een lezing in het auditorium op de eerste etage.’

De vrouw haalde haar schouders op en zei: ‘Daar weet ik niks van. Ik zie niks op mijn scherm staan. Deze man ken ik niet.’

‘Dit is de schrijver Pieter Waterdrinker,’ zei ik. ‘Over een half uur geeft hij een lezing in het auditorium op de eerste verdieping. Ik laat hem wel zien waar hij moet zijn, als u het niet weet.’

Pieter Waterdrinker keek verrast naar mij op.

‘Ik ben Peter Mabelus. Wij kennen elkaar via Facebook en Twitter,’ zei ik tegen hem. ‘Ik weet waar je moet zijn.’

De ogen van Pieter Waterdrinker begonnen opgelucht te twinkelen. Hij zuchtte diep, sloot zijn map vol papieren en richtte zich op.

‘Ja, wij kennen elkaar. Wat leuk om je te ontmoeten, Peter Mabelus,’ zei hij. Hij legde de klemtoon verkeerd. Hij legde de klemtoon op de “a” in plaats van op de “e”.

‘Het is Mabelus met de klemtoon op de “e” en niet op de “a”. Zullen we even gaan zitten?’ vroeg ik hem en wees op een rij leren bankjes, die zich op een meter of vier van ons bevond en tegen de muur van de binnenplaats van het museum geplaatst was.

Een paar seconden later zaten Pieter Waterdrinker en ik samen op een bankje in de hal van de Amsterdamse Hermitage. Niemand keek naar ons. We waren samen. Ik trilde van de zenuwen en verlangde kort terug naar de voorraad valium in de uitgeholde ananas van enkele maanden daarvoor. Hoe was mijn wereld veranderd sinds ik drie maanden eerder voor het eerst een boek van Pieter Waterdrinker las. Mijn hart klopte mij in de keel.

‘Je moet niet denken dat ik een stalker ben, Pieter. Ik ben gewoon een groot bewonderaar van je werk.’

‘Ben je in Rusland geweest? Heb je Russisch gestudeerd?’

‘Ja, Moskou en omgeving, de Krim. Ik heb ook een reis door Oekraïne gemaakt. Ja, ik heb ook Russisch gestudeerd. Ik heb een paar boeken meegenomen. Wil je die signeren?’

‘Natuurlijk,’ zei Pieter Waterdrinker, stak zijn rechterhand uit om het eerste boek van zijn hand in ontvangst te nemen en toverde met zijn andere hand uit de binnenzak van zijn colbert een vulpen tevoorschijn.

Ik pakte drie boeken uit mijn tas: de eerste druk van de bestseller ‘Tsjaikovskistraat 40’, de eerste druk van zijn debuutroman ‘Danslessen’ en de bibliofiele uitgave van ‘Zingen met Biesheuvel’.

Pieter Waterdrinker zag alleen zijn laatste boek, pakte die van mij aan en schreef voorin: “Amsterdam, 24 februari 2018. Voor Peter Mabelus, geestgenoot in Russische gronden! All the best, Pieter, gevolgd door zijn handtekening.

‘Ik heb nog twee boeken bij me.’

‘Kan dat even snel?’ vroeg Waterdrinker. ‘Ik moet naar boven voor het geluid.’

‘Tuurlijk,’ zei ik en overhandigde hem de eerste druk van zijn debuutroman ‘Danslessen’ uit 1998. Zeldzaam, geliefd en gewild.

Pieter Waterdrinker keek even met een brok in zijn keel naar zijn fysieke debuut in zijn hand en zette er daarna zijn handtekening in. ‘Die heb ik lang niet gezien.’

Op het moment dat ik de bibliofiele uitgave van ‘Zingen met Biesheuvel’ overhandigde kraaide hij verbaasd uit dat hij “die zelf niet eens had” en zette vervolgens zijn handtekening in het boekje.

Ik zoog elke seconde van deze ontmoeting in mij op en besefte opeens dat de mobiele telefoon die ik bij me had ook een camerafunctie bevatte. Zou ik modern en plat een foto van deze ontmoeting maken? Ja, dat zou op de een of andere manier onze ontmoeting bezegelen. Ik pakte mijn telefoon uit de binnenzak van mijn jas.

‘Weet jij hoe zo’n ding werkt?’ vroeg ik Pieter Waterdrinker.

‘Ja, zo,’ zei hij, pakte de telefoon uit mijn hand, drukte op een paar toetsen en hield de telefoon in de selfiestand op een armlengte van onze hoofden.

‘Say, cheese!’ riep Waterdrinker en drukte af.

‘Ik moet naar boven. Ik zie je waarschijnlijk nog wel na de lezing.’

Pieter Waterdrinker stond op van de bank en liep naar de trap die hem naar het auditorium op de eerste verdieping van de Amsterdamse Hermitage zou brengen. Om het geluid te testen en het hele gesprek met zijn interviewer, de geniale slavist en schrijver Michel Krielaars, door te nemen.

Om twee uur, op het moment dat de “lezing” begon, zat ik ergens alleen in het midden van de voor een kwart gevulde zaal. Er werd wodka en kaviaar aan het aanwezige publiek geserveerd, maar ik dronk in die tijd niet en sloeg de kaviaar ook over. Ik leefde in die tijd als een asceet en woog slechts zeventig kilo.

De lezing was geen lezing. Michel Krielaars gooide een balletje op waarna Pieter Waterdrinker eindeloos anekdotes ophoestte over zijn leven in Rusland, om te kunnen vertellen dat het nieuwe Rusland een absurd land is waarin rijke Russen vijf miljoen dollar aan een willekeurige Nederlander geven om ergens een park aan te leggen, omdat hij als Nederlander wel de contacten zal hebben om een park aan te laten leggen. Vervolgens gaat de verbouwereerde Nederlander terug naar Nederland waar hij een groot hoveniersbedrijf vindt om de opdracht uit te voeren voor vier miljoen dollar. Een miljoen winst. Deze werkwijze is de gewoonste zaak van de wereld in een land waar de corrupte jetset het vernederend vindt om niet in een privéjet maar in een lijntoestel te moeten vliegen. Kleuters zouden in Rusland een roze Hummer met een privéchauffeur voor hun verjaardag krijgen. En zo maar door.

Na de lezing pufte Pieter Waterdrinker uit met zijn vrouw Julia Klochkova en de ook in Zandvoort geboren schrijver L.H. Wiener, die tijdens de lezing links op de eerste rij bleek te hebben gezeten.

Pieter Waterdrinker was druk in gesprek met Wiener. Ik wendde mij tot gespreksleider Michel Krielaars.

‘Je hebt het goed gedaan, Michel. Het was erg onderhoudend.’

‘Wie ben jij?’

‘Peter Mabelus. De schrijver.’

‘We zijn toch Facebookvrienden?’

‘Klopt.

4 thoughts on “Een ontmoeting met schrijver Pieter Waterdrinker in de Amsterdamse Hermitage

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s