Te lief voor woorden?

Van de meeste lezers van je werk krijg je geen enkele reactie.

Soms word ik op straat herkend en dat is niet altijd even welkom of prettig.

Een enkele keer kan een toevallige ontmoeting met een lezer, zoals de Fransen het noemen “une rencontre sur le trottoir”, tot geweldige ontmoetingen leiden, inclusief onvoorspelbare en regelmatig onvoorstelbare afterparty.

Echter, elke lezer van mijn werk die de moeite neemt om zijn of haar bewondering naar mij toe te uiten maakt mij gelukkig.

Vandaag stuurde een lezeres van mijn tweede boek, de verhalenbundel ‘Hoe ik liefde vergat te geven’ (2019), haar leeservaring mij per mail toe. Zo Lief!:

Leeservaring ‘Hoe ik liefde vergat te geven’: “Geniaal!”

Cover: gewoon zalig! Weer Mabelus zelf op de voorkant. Eigenwaan of zelfspot? Van Mabelus mag je dat zelf bepalen. Het lijkt wel alsof zijn beeltenis alle covers van zijn boeken siert. In ‘John West en de gestolen Picasso’ is zijn beeltenis op de Berlijnse Muur te zien, op de voorkant van zijn laatste boek ‘Van Kluun tot Clinton’ keert zijn beeltenis maar liefst keer vier keer terug, in een pastiche op de beroemde zeefdrukken van de beroemde Amerikaanse kunstenaar Andy Warhol uit de jaren zestig. Op de voorkant van de verhalenbundel ‘Hoe ik liefde vergat te geven’ poseert hij op Picadilly Circus in Londen.

De verhalen: twintig korte verhalen, stijl Mabelus. Wanneer je iets begint te lezen van Peter Mabelus, dan weet je op voorhand dat je een avontuurlijke reis tegemoet gaat! Ook met deze bundel stelde Peter mij niet teleur. Integendeel! Soms ging het er zover over dat het subliem werd. Bij bepaalde verhalen ga je glimlachen, bij anderen lig je gewoon in een deuk! De humor is er altijd, af en toe zo zwart als roet, maar wel boenk erop! Er zijn momenten dat je je hoofd schudt en denkt: getver, Peter!

Over het “interview” ‘Een gesprek met Peter Mabelus’, … wat een vondst! Het interview maakt van de bundel een geheel. Het interview is in drie delen opgeknipt; die delen vormen het eerste, het middelste en laatste verhaal van de bundel en zetten je – zoals zo vaak bij Mabelus – totaal op het verkeerde been.

Gelukkig kende ik al eerder werk van Peter Mabelus, anders zou ik niet weten wat ik had moeten denken… nu ging ik gewoon strike! Hoe geweldig dat je dat kan over jezelf! Ge-ni-aal!

Dus lezers die beginnen aan deze bundel: Peter Mabelus neemt niets, maar dan ook niets ernstig! Ook zichzelf niet! Hij is een rotzakje die je steevast op het verkeerde been zet! (Rotzakje is niet slecht bedoeld en ik weet dat hij dit wel kan appreciëren en er breed om zal glimlachen)

Besluit: Ik snap dat het twee kanten kan opgaan met deze bundel… of je bent fan, of je moet er niet van weten! Ik… ik ben fan!

‘Remco Campert is een oude held’ (Schrijfles: Hoe schrijf ik een goede recensie? Schrijver: Remco Campert. Boek: ‘Te vroeg in het seizoen. Autobiografische schetsen’)

In de tijd dat ik als docent werkzaam was aan de Schrijversvakschool aan de Herengracht 274 te Amsterdam had ik bij mijn volwassen leerlingen het gevoel dat ik een fietsenmaker was die mensen zonder handen moest leren een band te plakken.

Mijn leerlingen konden geen van allen goed schrijven. Ze konden niet schrijven. Een voortdurende constatering die mij na twee jaar deed besluiten dat ik iets anders moest gaan doen om aan geld te komen. Ik werd drugsdealer. Dan kregen de mensen tenminste waar voor hun geld.

In het tweede semester van mijn eerste jaar als docent aan de Schrijversvakschool was het de bedoeling mijn cursisten te leren een goede recensie te schrijven. Iedereen mocht zelf een boek uitkiezen om te recenseren.

Ik zal nooit de recensie van ene Barbara Ripken vergeten, sterker nog, ik heb de recensie altijd bewaard. Haar recensie ging over de bundel ‘Te vroeg in het seizoen. Autobiografische schetsen’ van Remco Campert, die in februari 2014 gepubliceerd werd. Oordeel zelf:

REMCO CAMPERT IS EEN OUDE HELD

De nieuwe verzameling korte verhalen en columns van Remco Campert ‘Te vroeg in het seizoen. Autobiografische schetsen’, is een feest om te lezen. Zelf heb ik dat nauwelijks gedaan. Die stukjes lezen.

Jezus, wat lijken die stukjes al een eeuwigheid op elkaar. Maar ja, Remco Campert is het hoogbejaarde troeteldier van de grachtengordel en de laatste Nederlandse schrijver die nog bewust heeft “meegemaakt” hoe je vader, in dit geval Jan Campert, stierf aan borstvliesontsteking in Neuengamme, een concentratiekamp van de Duitsers in Noord-Duitsland. Jan Campert werd dus niet gefusilleerd, zoals veelal wordt aangenomen. Doodsoorzaak was lichamelijke zwakte.

Remco Campert kan bij niemand kwaad doen. Of hij nu over zijn poes schrijft of over zijn fluitketel.

Je ne sais pas met Campert. Altijd dat gekoketteer met Parijs. Zogenaamd nooit geld, altijd dronken en al gepijpt worden voordat het in Nederland uitgevonden was. En tussen de bedrijven door maar dichten. Echt een zwaar leven, als beroepsdichter bedoel ik dan. Veel zwaarder dan acht uur op kantoor rondhangen voor je weer naar bed kunt gaan.

Remco Campert is altijd maar doorgegaan, een echte bikkel, ook nadat hij zijn AOW kreeg van de Volkskrant. Driedubbele espresso en valium bij de hand. Paracetamol, Ibuprofen, antihistamine en allerlei soorten blauw- en paarskleurige puffers daargelaten. En maar roken, roken, roken, alsof hij er voor betaald krijgt.

Als Campert praat, als je zijn stemgeluid hoort op radio of televisie of op de laptop, klinkt hij altijd bibberig en buiten adem. Onzeker, nerveus en verneukt.

Altijd gaan de verhalen en gedichten van Remco Campert in een stotterig ritme over de ledigheid en verveling van zijn eindeloze stoet suffe alter ego’s.

De moeder van Remco Campert was de middelmatige actrice Joekie Broedelet. Zij speelde jarenlang de oma in Sesamstraat. Tot op hoge leeftijd. Zij werd bijna honderd, maar is nu alweer jaren dood. Maar wel een van de vele vrouwen van de doodgevroren verzetsheld Jan Campert uit de Tweede Wereldoorlog. Het leven kent vele lagen.

Joekie Broedelet was slechts een van de vele scharrels van de verzetsheld Jan Campert. Zo was ook de schrijfster Willy Corsari (de broer van de koning van de Jordanese operette Willy Alberti) een van zijn minnaressen. Willy Corsari is overigens echt honderd geworden en heeft dus, net als haar collegaatje in de kunst Joekie Broedelet, zestig jaar lang kunnen mijmeren over een onstuimige nacht met Jan Campert.

Jan Campert is “bekend” vanwege zijn vergeten gedicht ‘Achttien doden’. Hij had net zo goed een gedicht kunnen schrijven met de titel ‘Veertig scharrels’.

Op naar de winkel om dit nieuwe boek van Remco Campert te kopen en dan te lezen.

Een ontmoeting met Remco Campert (1929-2022), 14 maart 1985

We studeerden fulltime Geschiedenis aan de Vrije Universiteit van Amsterdam. Dat betekende in de praktijk dat we per week maximaal twaalf uur naar college dienden te gaan. De volle twaalf uur college haalden we zelden.

Hoe brachten we onze tijd door? We sportten veel, voetbal en hardlopen langs de Amstel of in het Amsterdamse Bos, lazen een boek of twee per week en gingen veel uit; meestal eerst naar de bioscoop, daarna het café in, op zoek naar dronkenschap en onenightstands.

‘We’ waren Bram Schaarman – of heette hij Schareman? – , Harry Somsen, Andre Krijger en ik. Na het beëindigen van mijn studie verloor ik hen al snel uit het oog. Niet zo vreemd, als je nagaat dat de liefde mij in de jaren negentig naar Bulgarije bracht. Jaren later kon ik twee van mijn oude studievrienden op Facebook vinden. Twee van hen bleken dik, oud, kaal en lelijk geworden en werkten respectievelijk als systeembeheerder bij een woningbouwvereniging in Meppel en als assistent-projectmanager voor de gemeente Beverwijk. Mijn derde studievriend, Andre, was onvindbaar. Was hij ergens in de tijd gestorven? Geen idee. De dood kan de beste overkomen.

In een advertentie in de Volkskrant las ik dat de schrijver en dichter Remco Campert 14 maart 1985 in De Bijenkorf te Amsterdam geïnterviewd zou worden op de boekenafdeling van het warenhuis en dat er daarna gelegenheid zou zijn om een boek te laten signeren door de schrijver.

Onder veel studenten in de jaren tachtig had Campert, dankzij romans als ‘Het gangstermeisje’ en ‘Tjeempie! Of Liesje in Luiletterland’ de status van cultschrijver en bohemien. Om Campert in het echt te mogen zien en vervolgens het pand te verlaten met een boek van de meester, inclusief handtekening en opdracht, was een happening die wij niet wilden overslaan. Bram en ik besloten naar de signeersessie van Campert in De Bijenkorf te gaan. Geen idee waarom Harry en Andre niet meegingen. De tijd verwoest veel herinneringen.

Remco Campert toonde zich tijdens het goed bezochte interview in De Bijenkorf nerveus en tobberig. Hij rookte als een ketter en dronk schielijk bier, glas na glas, waarbij zijn handen en vingers hevig trilden. Zijn lippen en voorhoofd waren nat, zijn blik was gejaagd, zijn gezicht kleurde roze. Het leek me sterk dat deze man de zestig zou halen.

Op het moment dat ik een klein half uur later aan de beurt was om de verzamelbundel ‘Campert Compleet’ door Remco Campert te laten signeren vroeg hij ‘of ik er iets in wilde’. Ik haalde verlegen mijn schouders op en zei niets. Oog in oog met de groten der aarde verval ik nog steeds vaak in de rol van stotterende bakvis. Campert voorzag de Franse pagina van het boek van handtekening, plaats en datum, overhandigde mij het boek en ging door naar de volgende persoon in de rij, Bram Schaarman (of Schareman). ‘Wil je er iets in?’ vroeg Remco Campert nu ook aan Bram. ‘Ja, dat is goed,’ zei Bram en Remco Campert sloeg ‘Campert Compleet’ ergens aan het begin van het boek open. ‘Alle dagen feest’ stond er op de pagina (de titel van een verhalenbundel van Campert uit 1955). Remco Campert schreef schijnbaar zonder nadenken of pauze in zijn handelingen onder ‘Alle dagen feest’: ‘Indien mogelijk in het leven’. Daaronder schreef Remco Campert zijn naam, de datum en de locatie in Brams exemplaar van ‘Campert Compleet’.

Ik was jaloers op Bram. Hij wel een opdracht en ik niet. Alsof Bram of Remco Campert daar schuldig aan waren. De schuldige was ik. Remco Campert. Hij leefde nog lang en gelukkig.

Een iets andere versie van ‘Een ontmoeting met Remco Campert, 14 maart 1985’ verscheen in mijn fictieve reportagebundel ‘Van Kluun tot Clinton’ (2022).

Deventer Op Stelten

‘Deventer Op Stelten’ is een – sinds 1997 – jaarlijks terugkerend straattheaterfestival in de culturele hoofdstad van Nederland Deventer. Gedurende het festival treden drie dagen lang theatergezelschappen uit binnen- en buitenland op in straten en op pleinen in en om de binnenstad. Jaarlijks bezoeken ruim 100.000 mensen het festival en elk jaar trekt het festival meer bezoekers.

Ik laat dit festival nooit aan mij voorbijgaan. Kunst en liefde zijn immers de mooiste ingrediënten van ons aardse bestaan.

Vanmiddag liep ik door de Lange Bisschopstraat langs Boekhandel Broekhuis en kon het niet nalaten om even naar binnen te gaan om te kijken of mijn boeken daar verkrijgbaar zijn.

Tot mijn vreugde stonden er drie exemplaren van mijn laatste boek, de fictieve reportagebundel ‘Van Kluun tot Clinton’ in de schappen. Op mijn voorstel bij het aanwezige winkelpersoneel om de drie boeken van datum, plaats en handtekening te voorzien werd met enthousiasme gereageerd.

Na het signeren werd elk exemplaar voorzien van een goudkleurige sticker met daarop de tekst: “Gesigneerd door de auteur” en kreeg het stapeltje exemplaren van mijn laatste boek een speciaal plekje in de winkel.